Oefenen wiskunde hoofdstuk 6

Oefenen voor de toets





Hoofdstuk 6: Verhoudingen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Oefenen voor de toets





Hoofdstuk 6: Verhoudingen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat heb je nodig?
Wiskunde papier/schrift
Potlood
Geodriehoek of liniaal
Rekenmachine

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Je krijgt zo een aantal opgaven. Deze maak je zelfstandig op papier, daarna worden de opgaven klassikaal besproken.

Slide 4 - Tekstslide

Opgave 1

De verhouding is 1 : 2

Petra verdient €3, hoeveel verdient Jan?

Slide 5 - Tekstslide

1  :  2 
Petra verdient €3
Jan verdient €6
x3
x3

Slide 6 - Tekstslide

Opgave 2
Verhouding 3 : 4
Bak 1 is gevuld met 24 pennen. 
Hoeveel pennen zitten er in bak 2?

Slide 7 - Tekstslide

Bak 1: 24 pennen
Bak 2: 32 pennen
3  :  4
x8
x8

Slide 8 - Tekstslide

Opgave 3
Koen gaat cupcakes maken. Voor 10 cupcakes heeft hij 200 gram boter en 1,5 reep chocola nodig. 

a. Hoeveel boter heeft hij nodig voor 23 cupcakes?

b. Koen heeft 2 repen chocola. Hoeveel cupcakes kan hij maken?


Slide 9 - Tekstslide

a.






Hij heeft 480 gram boter nodig voor 23 cupcakes.
Cupcakes
10
1
23
Boter in grammen
200
20
480
:10
:10
x23
x23

Slide 10 - Tekstslide

b.






Hij kan 13 cupcakes maken met 2 repen chocola.
Let op! Op je rekenmachine moet je meteen doorrekenen, niet afronden.
:1,5
Cupcakes
10
6,67
13,33
Repen chocola
1,5
1
2
:1,5
:x2
x2

Slide 11 - Tekstslide

Opgave 4

a. 20% van €330
b. 25 % van 168 ballen
c. 50% van 89 broden
d. 10% van €13

Slide 12 - Tekstslide



a. 20% van €330                                           330 : 5 = €66
b. 25 % van 168 ballen                               168 : 4 = 42 ballen
c. 50% van 89 broden                                89 : 2 = 44,5 broden
d. 10% van €13                                               13 : 10 = €1,30

Slide 13 - Tekstslide

Opgave 5

Hoeveel procent
korting krijg je?

Slide 14 - Tekstslide

4 halen is 100% betalen
1 is dus 25% 
3 is dus 75% 
Je krijgt 25 % korting
Aantal
4
1
3
Procenten
100
25
75
:4
x3
::4
x3

Slide 15 - Tekstslide

Opgave 6
Je koopt tijdens Black Friday een nieuwe Ipad (€320) en oortjes (€175). Je krijgt in totaal 15% korting. 

Hoeveel moet je betalen? 

Slide 16 - Tekstslide

320 + 175 = €475




De korting is €71,25. 
475 - 71,25 = 423,75
Je moet €423,75 betalen. 
Prijs in euro's
475
4,75
71,25
Procenten
100
1
15
:100
:100
x15
x15

Slide 17 - Tekstslide