WEEK 0: Introductie Kua HAVO

KUNST ALGEMEEN
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

KUNST ALGEMEEN

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Je weet waarom, hoe en wat je gaat leren bij het vak kunst algemeen.
Je hebt geoefend met het beschrijven van een beeldend kunstwerk.

Slide 2 - Tekstslide

Kunst algemeen
Leren over de kunst en cultuurgeschiedenis.
Leren verbanden te leggen tussen de wereld en de werken.
Leren te beschouwen en te beargumenteren.

Slide 3 - Tekstslide

WHY?

Slide 4 - Woordweb

Nou? Why dan?
Je hersenen ontwikkelen sneller.
Je leert dat er altijd meer mogelijkheden zijn.
Je leert argumenteren.
Je wordt uitgedaagd door nieuwe invloeden en vraagstukken.
Je wordt vermaakt. (althans, dat proberen we toch)
Je leert leuke feitjes voor op verjaardagen en 30 seconds.
Je empathisch vermogen wordt getraind
Je leert kritisch denken

Slide 5 - Tekstslide

Kritisch denken?
Wat doe je als een van de 
bekendste europese 
kathedralen afbrandt?
Afbreken?
Restaureren?

Slide 6 - Tekstslide

8.
...van een moderne opknapbeurt voorzien

Slide 7 - Tekstslide

Een monumentale kerk die (gedeeltelijk) afgebrand is, moet je...
... helemaal in oorspronkelijke staat herstellen
... laten zoals die is.
... van een moderne opknapbeurt voorzien.
... beter gewoon helemaal afbreken.

Slide 8 - Poll

Kritisch denken?
  • Kunst of Kitsch?






Slide 9 - Tekstslide

Waar hoort dit beeld thuis?
In het museum!
In de vitrinekast van oma
In de kliko

Slide 10 - Poll

Michael Jackson and Bubbles
Een werk van Post-modernistische kunstenaar Jeff Koons uit 1988, wiens werk als Camp (of: tot kunst verheven Kitsch) wordt gezien. Het werk is in 2001 verkocht voor 5,6 miljoen dollar...

Slide 11 - Tekstslide

Hoe gaan we leren?
Kunst algemeen - Nieuwe stijl.

Je werkt met tekstboeken, een online vragen-blok en praktische opdrachten in en om de les. Daarnaast krijg je af en toe een les kunst-analyse: wat kun je eigenlijk zeggen over een kunstwerk?

Slide 12 - Tekstslide

7 periodes
klassieken
cultuur van de kerk (middeleeuwen)
Hofcultuur (16e en 17e eeuw)
Burgerlijke cultuur van nederland (17e eeuw)
Romantiek en Realisme ( 19e eeuw)
Cultuur van het Moderne (1900 - 1950)
Massacultuur (1950-nu)

Slide 13 - Tekstslide

Per Periode 6 'domeinen'
Kunst en religie/levensbeschouwing
Kunst en esthetica
Kunstanaar en opdrachtgever (politieke/economische macht)
Kunst en vermaak
Kunst, wetenschap en techniek
Kunst intercultureel

Slide 14 - Tekstslide

Disciplines?

Slide 15 - Woordweb

Disciplines
architectuur
beeldende kunst
theater
dans
Muziek
Mode
Film

Slide 16 - Tekstslide

If you were an artwork...
ik ben...
ik ben .. jaar oud 
als ik een kunstwerk was dan was ik...

Slide 17 - Tekstslide

Praktische opdracht: 
kijken en verwoorden

In duo's, 5 minuten:
Partner 1 krijgt een kaart, deze laat je niet zien aan partner 2. 
Probeer je partner 2 zo goed mogelijk te vertellen hoe de afbeelding op jouw kaart eruit ziet. 
Partner 2 probeert zo goed mogelijk naar aanleiding van jouw uitleg de kaart te tekenen. Partner 2 mag vragen stellen.
timer
5:00

Slide 18 - Tekstslide

Partners 2: Aan wat voor soort aanwijzingen had je het meest?

Slide 19 - Open vraag

Analyse beeldende kunst
I. Voorstelling: Wat is er te zien op een schilderij? Wat geeft een sculptuur weer? Wat is er te zien op een object? Wat is er te zien en/of te horen in een installatie?
II. Inhoud: Waar gaat het werk over: wat is het verhaal, het thema, het idee of concept? Wat is de boodschap of (diepere) betekenis?
III. Vormgeving: Hoe wordt het kunstwerk vormgegeven door middel van beeld? Hoe wordt het gebouw/object/affiche vormgegeven?
IV. Materiaal/techniek: Waarmee, met welke materialen en technieken, wordt de voorstelling/het gebouw/object/affiche vormgegeven?

Slide 20 - Tekstslide

Voorstelling
Wat is er te zien op een schilderij? Wat geeft een sculptuur weer? Wat is er te zien op een object, zoals
een servies of op een kledingstuk?
De voorstelling is een beschrijving van de ‘dingen’ die zijn weergegeven op het schilderij, in de sculptuur
of op het object. Bijvoorbeeld: een mens, een interieur, een landschap, (kleur)vlakken of een combinatie
daarvan. 

Slide 21 - Tekstslide

Inhoud

Waar gaat het werk over: Wat is het onderwerp, het verhaal, het thema, het idee of concept? Wat is de boodschap of (diepere) betekenis?
Een onderwerp of thema kan bijvoorbeeld bijbels, mythologisch, historisch, literair, maatschappelijk of politiek zijn. Een idee of concept kan bijvoorbeeld het uitdrukken van evenwicht en harmonie zijn (zoals bij Mondriaan).

Slide 22 - Tekstslide

Vormgeving
Hoe wordt het kunstwerk vormgegeven door middel van beeld? Aspecten van beeldende vormgeving zijn 

vorm 
ruimte 
licht 
kleur 
compositie



Slide 23 - Tekstslide

Vormgeving
Materiaal
Met welke materialen is het schilderij/ de sculptuur/het gebouw/het object gemaakt?
De kunstenaar/architect of vormgever heeft gewerkt met bijvoorbeeld: verf, hout, klei, marmer, metaal, glas, (bak)steen, drukinkt, 

Textiel.
Techniek en hanteringswijze
Met welke technieken is het schilderij/ de sculptuur/het gebouw/het object (bijvoorbeeld servies of kledingstuk) vormgegeven?
.

Slide 24 - Tekstslide

Praktische opdracht:
Cultuurhistorie in beeld.

Van je docent krijg je een groepje en een periode toegewezen.
Duik met je groepje achter 1 of meer computers.
Zoek zoveel mogelijk informatie (google op afbeeldingen!) op over jouw periode en kunst die bij die periode hoort.  Zorg dat je in ieder geval alle disciplines en een algemeen historisch beeld geeft. Vergeet niet de makers en stijlen te benoemen.

Slide 25 - Tekstslide