H34 zorgvuldig handelen bij ethische dilemma's

Begeleiden zorgvrager 
‘Begeleiden bij zingeving en ethiek, zorgvuldig handelen bij ethische dilemma’s’
REAG
H34
‘Begeleiden bij zingeving en ethiek, zorgvuldig handelen bij ethische dilemma’s’
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Begeleiden zorgvrager 
‘Begeleiden bij zingeving en ethiek, zorgvuldig handelen bij ethische dilemma’s’
REAG
H34
‘Begeleiden bij zingeving en ethiek, zorgvuldig handelen bij ethische dilemma’s’

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik:
Vorige lesonderwerp wat is er aan bod geweest?
Hospitalisatie en afhankelijk gedrag

Slide 2 - Open vraag

Doelen
  • Weet wat Ethiek/ Zorgethiek ( menslievende zorg/ compassievolle zorg) is
  • Weet wat ethische vraagstukken, ethische dilemma’s zijn en kent het verbeter stappenplan
  • Weet wat de beroepscode, het beroepsprofiel, de beroepsethiek over de rol van de verpleegkundige in de zorg en begeleiding van zorgvragers en naasten zegt

Slide 3 - Tekstslide

Dilemma

Slide 4 - Woordweb

Ethisch dilemma

Slide 5 - Woordweb

Opdracht
  • Wat is Ethiek/ Zorgethiek ( menslievende zorg- compassievolle zorg)?
  • Wat zijn ethische vraagstukken, een ethische dilemma’s? Geef voorbeelden.
  • Zoek een stappenplan om een ethisch dilemma te analyseren
  • Wat betekent het woord compassie?
  • Wat betekenen de termen beroepsethiek, beroepsprofiel, beroepscode en beroepshouding en wat is de relatie tot de rol van de verzorgende/verpleegkundige in de zorg en begeleiding van zorgvragers en naasten bij bijv. ethische vraagstukken, morele dilemma’s.

Slide 6 - Tekstslide

Keuze en dilemma
Keuze
Een keuze wil zeggen dat er twee of meer
mogelijkheden zijn waaruit je kiest.
Vaak kies je zonder erbij na te denken.
Dilemma
Bij een dilemma hebben alle mogelijkheden
waaruit je kunt kiezen wel bezwaren.
Bij een dilemma moet je afwegen wat
uiteindelijk het minst nadelig is.
Het gaat om de vraag wat rechtvaardig is.

Slide 7 - Tekstslide

Keuzes die geen dilemma zijn:
  • Bij het kopen van nieuwe laarzen: kies ik de
  • zwarte of de blauwe? 
  • Doe ik jam of pindakaas op mijn brood?
  • Ga ik om negen uur of half tien de deur uit?

Slide 8 - Tekstslide

Normen
 zijn concrete richtlijnen voor het handelen die worden opgesteld om
bepaalde waarden te kunnen bereiken (bijvoorbeeld ‘je mag niet roken in
openbare gebouwen’).

Slide 9 - Tekstslide

Waarden
zijn de idealen die nastrevenswaardig zijn (bijvoorbeeld
‘gezondheid is het hoogste goed’).

Slide 10 - Tekstslide

Ethiek
 Ethiek (Grieks: èthos, gewoonte of zedelijke handeling) of moraalwetenschap is een tak van de filosofie die zich bezighoudt met de kritische bezinning over het juiste handelen.

In algemene zin probeert ethiek de criteria vast te stellen om te kunnen beoordelen of een handeling als goed of fout kan worden gekwalificeerd, en om de motieven en consequenties van deze handeling te kunnen evalueren.

Het stellen van vragen over ethiek is ook in andere studiegebieden zoals politiek, geneeskunde, geschiedenis, biologie en sociologie soms onderwerp van discussie.

 In de ethiek vraagt de filosoof zich af wat de uiteindelijke norm is voor het menselijk handelen. Hoewel in de omgangstaal ’ethisch’ in de betekenis van ’moreel’ wordt gebruikt, gaat het om twee verschillende gebieden: ’moraal’ is het zedelijk handelen zelf, terwijl ethiek de studie ervan is. Er zijn drie kennisgebieden waarin ethiek een belangrijke rol speelt: de wijsbegeerte, de
theologie en de medische wetenschap.’ 

Slide 11 - Tekstslide

Vragen waar Ethiek zich over buigt
  • Mag de echtgenoot van een comapatiënt besluiten over haar euthanasie, ook als haar familie erop tegen is? 
  • Euthanasie bij voltooid leven, bij psychisch lijden
  • Mogen dieren gebruikt worden in laboratoria die medicijnen ontwikkelen? (de discussie rond dierproeven)
  • Mag een persoon worden afgeluisterd, als maar gedacht wordt dat hij "terrorist" zou kunnen
  • worden/zijn?
Anderzijds houdt ethiek zich ook bezig met algemenere vragen zoals:
"Wat is rechtvaardigheid?" 
 "Moet men een handeling afwegen aan de hand van haar gevolgen of telt net de intentie?"
"Wanneer is een persoon verantwoordelijk voor zijn daad?“

Slide 12 - Tekstslide

Binnen de toegepaste ethiek wil men de morele principes, uitgewerkt in de
verschillende theorieën, toepassen op specifieke praktische problemen en maatschappelijke toestanden. Voorbeelden zijn de milieuproblematiek,
dierenrechten en de bio-ethiek.
Bio-ethiek: Deze
houdt zich bezig met alle ethische vragen die ontstaan bij de verschillende medisch-ethische kwesties of ingrepen in het menselijke leven. Onderwerpen
zijn zo bijvoorbeeld abortus, euthanasie, genetische verbetering en draagmoederschap.

Slide 13 - Tekstslide

Zorgethiek
Zorgethiek is een benadering in de ethiek die de zorg van mensen voor elkaar als uitgangspunt neemt.

Doel van het bestaan is dat mensen samen zorgen voor een leefbare wereld door middel van een web van wederkerige relaties.

Erkenning van het feit dat ieder mens als gevolg van zijn of haar lichamelijkheid en kwetsbaarheid afhankelijk is van de zorg.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Zorgen=
  • zorgen is een medemenselijke betrekking
  • zorgen is praktisch inspelen op iemands behoeftigheid / afhankelijkheid
  • doel van zorgen is niet een ziek onderdeel oplappen maar de ander niet alleen laten in zijn/ haar lijden

Slide 16 - Tekstslide

Goede zorg
Goede zorg komt tot stand doordat de zorgverlener  afstemt op de concrete zorgontvanger en een betrekking aangaat ook als deze heel kort van duur is.

Slide 17 - Tekstslide

Beroepsethiek
bestaat uit de normen en waarden die leidend zijn in het dagelijks handelen van een zorgverlener.

Beroepsethiek is de verzameling standpunten over ethiek in de beroepsuitoefening die wordt
ontwikkeld binnen de beroepsgroep zelf.

De beroepsethiek is vastgelegd in de eerder genoemde International Counsil of Nurses ( ICN)
Het is van belang regelmatig de fundamentele waarden en normen te toetsen in de beroepsuitoefening door als beroepsgenoten te praten over wat volgens hen een goede en zorgvuldige handelwijze is: wat moet ik doen en laten?  wat is verantwoord?  wie bepaalt wat?   wat is respectvol

Slide 18 - Tekstslide

Ethiek
 Een ethische discussie gaat altijd over de achterliggende waarden. 

Een ethisch dilemma is een situatie waarin meerdere waarden tegelijkertijd
in het spel zijn die tegengestelde acties voorschrijven.

Slide 19 - Tekstslide

Ethische dilemma's en vraagstukken

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht
Sam werkt als een vpk in een zkh. Dhr. IJdema, een van de patiënten van de afdeling waar Sam werkt, gaat de laatste tijd nogal achteruit. De voedingsassistente, Inge, komt juist uit de kamer van meneer IJdema en schiet Sam aan: 'Ik zit met een probleem: meneer IJdema wil niet eten en ook niet drinken. Wil jij eens proberen of je met hem kunt praten?' Sam loopt met Inge mee. Samen proberen ze hem over te halen iets te eten en toch vooral wat te drinken. Met welke argumenten ze ook komen, het lukt niet. Sam besluit daarop contact op te nemen met de behandelend arts van meneer IJdema. Deze heeft weinig tijd en zegt licht geïrriteerd tegen Sam: 'Als hij niet wil, dan dwing je hem maar.' Sam voelt zich met een kluitje in het riet gestuurd. Hij kan meneer IJdema toch niet dwingen te eten? Wat moet hij nu doen?

Wat is er aan de hand? 

Slide 22 - Tekstslide

Welke info mis je?

Slide 23 - Open vraag

Welke info mis je?
  1. Hoe oud is meneer IJdema?
  2. Wat mankeert hem precies
  3. Wat wordt precies bedoeld als wordt gezegd dat meneer IJdema nogal is achteruitgegaan? 
  4. Is dhr. IJdema terminaal en zo ja, beseft hij dat zelf?

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht
Lees de casus van Jeroen blz 290 (blauwe balk)
en beantwoord de stappen van het stappenplan hierna

Slide 25 - Tekstslide

Stappenplan:

Stap 1: Beschrijven theorie
  1. Wat is het probleem/dilemma?
  2. Welke partijen zijn bij het dilemma betrokken
  3. Wat zijn de feiten?
  4. Welke belangen hebben betrokken partijen
  5. Hoe zouden de betrokken partijen willen handelen?


Stap 2: Verhelderen: theorie
  1. Welke handelingsmogelijkheden  zijn er?
  2.  Welke voor- en nadelen hebben deze handelingsmogelijkheden?
  3. Welke ethische opvattingen hebben de betrokkenen over het dilemma.
  4. welke belangen spelen een rol in dit dilemma? Voor jou en voor betrokkenen?
  5. welke artikelen van de Beroepscode spelen een rol in dit dilemma? Wat zeggen ze over dit dilemma?


Slide 26 - Tekstslide


Stap 3: Beoordelen: Theorie
  1. Welke waarden staan er op het spel? (eerlijkheid, trouw, loyaliteit, onafhankelijkheid, liefde, vertrouwen)
  2. Hoe zwaar weegt elk belang?

Stap 4: Beslissen en toetsen: Theorie
  1. Beslissing mag niet in strijd zijn met de menselijke waardigheid.
  2. beslissing mag niet in strijd zijn met wettelijke bepalingen en regels.
  3. Beslissing mag niet tot gevolg hebben dat gelijke mensen in gelijke omstandigheden ongelijk worden behandeld.
  4. De beslissing moet je voor jezelf kunnen accepteren (als je het zelf niet wil, het ook een ander niet aandoen)

Slide 27 - Tekstslide

Stap 1 casus Jeroen

Slide 28 - Open vraag

Stap 2 casus Jeroen

Slide 29 - Open vraag

Stap 3 casus Jeroen

Slide 30 - Open vraag

Stap 4 casus Jeroen

Slide 31 - Open vraag

Beroepscode
De beroepscode kan een hulpmiddel zijn bij morele vragen het gaat om geschreven en ongeschreven regels waaraan je je moet houden binnen de beroepsgroep.
De verwachtingen waar je als verzorgende/ verpleegkundige aan moet voldoen, komen samen in de beroepshouding. Er wordt van je verwacht dat je:
Respect toont
Bereid bent om te overleggen
De ander in zijn waarde laat
Uitgaat van de zelfbeschikking van de zorgvrager
Zorgvuldig omgaat met vertrouwelijke gegevens en privacy
Kritisch naar je zelf kunt kijken, fouten kunt erkennen en signaleren
Macht gebruikt ten dienste van de zorgvrager

Slide 32 - Tekstslide

Grenzen van het beroep
De taken die verzorgenden/ verpleegkundigen mogen verrichten
Functie omschrijving afgestemd op
➢ je deskundigheid en opleiding
➢ je verantwoordelijkheden
➢ je vergoeding of salaris
Criteria om het beroep te omschrijven
▪ verantwoordelijkheid (planning en uitvoering van zorg, coördinatie en organisatie van
zorg, realiseren van randvoorwaarden)
▪ complexiteit (de mate waarin je in staat bent om als beroepsbeoefenaar problemen op
te lossen)
▪ transfer (de mate waarin je als beroepsbeoefenaar in staat bent om kennis en
vaardigheden toe te passen in verschillende situaties)

Slide 33 - Tekstslide

Wat heb je geleerd vandaag?

Slide 34 - Woordweb

Vooruitblik naar volgende les
Lessen Esther op woensdagmiddagen

Slide 35 - Tekstslide

Maken Werkboek (papier/digitaal):
H34
vanaf blz 372: 1-6
toepassing praktijk situaties: mw de Groot en Reina maken 

Slide 36 - Tekstslide