Les 4.4: seks enzo

Les 4: seks enzo
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 4: seks enzo

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je kunt omschrijven wat onder seksualiteit wordt verstaan.
- Je kunt benoemen hoe gender en seksuele oriëntatie kunnen verschillen.
- Je kunt benoemen hoe je wensen en grenzen kunt bewaken en respecteren in een seksuele relatie.

Slide 2 - Tekstslide

Inhoud
-Herhalingsopgaven
-Extra uitleg
-Opgave seks enzo 
-Filmpjes

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer is een vrouw vruchtbaar?
A
Tijdens de menstruatie
B
Tijdens de ovulatie
C
Vlak na de menstruatie
D
Vlak voor de menstruatie

Slide 4 - Quizvraag

Wordt het slijmvlies van de baarmoeder tijdens de menstruatie dikker?
A
ja, tijdens de menstruatie
B
nee, na de menstruatie

Slide 5 - Quizvraag

In de afbeelding is een menstruatiecyclus weergegeven die 28 dagen duurt. De letters P, Q, R en S geven bepaalde perioden in deze cyclus aan. In het binnenste deel van de afbeelding is schematisch de verandering in het baarmoederslijmvlies getekend.

In welke periode vindt gemiddeld de ovulatie plaats?
A
in periode P
B
in periode Q
C
in periode R
D
in periode S

Slide 6 - Quizvraag

In de afbeelding is een menstruatiecyclus weergegeven die 28 dagen duurt. De letters P, Q, R en S geven bepaalde perioden in deze cyclus aan. In het binnenste deel van de afbeelding is schematisch de verandering in het baarmoederslijmvlies getekend.

In welke periode vindt gemiddeld de menstruatie plaats?
A
in periode P
B
in periode Q
C
in periode R
D
in periode S

Slide 7 - Quizvraag

In de afbeelding is te zien dat het baarmoederslijmvlies wordt opgebouwd.

Waarvoor dient deze opbouw?
A
om bevruchting mogelijk te maken
B
om innesteling mogelijk te maken
C
om menstruatie mogelijk te maken

Slide 8 - Quizvraag

Hoelang blijft een onbevruchte eicel in leven?

Slide 9 - Open vraag

Als een eicel niet wordt bevrucht, gaat hij te gronde.

Wat gebeurt er met de resten van de eicel?
A
De resten worden met de menstruatie uit het lichaam afgevoerd.
B
De resten worden opgenomen door het baarmoederslijmvlies.
C
De resten worden opgenomen in het bloed.

Slide 10 - Quizvraag

Meisjes en vrouwen gebruiken tijdens de menstruatie vaak middelen om de resten van het baarmoederslijmvlies en het bloed op te vangen.

Hoe noem je het middel dat is weergegeven in de afbeelding?

Slide 11 - Open vraag

Seks enzo
In de puberteit gaat seksualiteit een rol spelen in je leven. Ook in het leven van volwassenen is seksualiteit belangrijk. Mensen kunnen daar heel verschillend over denken.

Slide 12 - Tekstslide

Orgasme
De eikel van de penis en de eikel van de clitoris zijn erg gevoelig voor prikkels. Door prikkeling van de eikel, bijvoorbeeld bij geslachtsgemeenschap, kan iemand een orgasme krijgen (‘klaarkomen’). Bij mannen vindt dan een zaadlozing plaats. Bij vrouwen spannen spieren rond de vagina zich aan. Een orgasme geeft een lekker gevoel.

Je kunt ook zelf zorgen voor een orgasme. Door over de penis of de clitoris te wrijven, kun je een lekker gevoel krijgen. Dit heet zelfbevrediging of masturbatie. Een jongen kan een orgasme krijgen door met de hand de huid om de penis op en neer te bewegen. Dit wordt ‘aftrekken’ genoemd. Een meisje kan over de clitoris wrijven, eventueel met de vingers in de vagina. Dit heet ‘vingeren’. Veel jongens en meisjes vrijen met zichzelf, maar het is ook niet raar als je er geen zin in hebt.

Slide 13 - Tekstslide

Seksualiteit
Geslachtsgemeenschap en zelfbevrediging horen bij seksualiteit. Onder seksualiteit vallen alle gedachten, gevoelens en handelingen die te maken hebben met lust en opwinding. Seksualiteit kan verschillende functies hebben voor mensen: lustbeleving, intimiteit en voortplanting.

Seksualiteit kan mensen veel plezier geven. Seksueel opgewonden raken is een prettig gevoel. Dat noem je lustbeleving. Mensen kunnen door allerlei prikkels seksueel opgewonden raken, bijvoorbeeld door aanraken, strelen, zoenen of vrijen. Ook door alleen maar te kijken naar iemand die je aantrekkelijk vindt, kan seksuele opwinding ontstaan.

Seksualiteit kan een rol spelen bij intimiteit of het onderhouden van een liefdesrelatie met iemand (zie afbeelding 1). Als je op deze manier van iemand houdt, wil je dat regelmatig laten blijken aan die persoon, bijvoorbeeld door te strelen of te knuffelen. Als je van iemand houdt, wil je misschien ook met deze persoon vrijen of geslachtsgemeenschap hebben. Dat kan een gevoel van verbondenheid geven.

Slide 14 - Tekstslide

Geslachtsgemeenschap
Een man en een vrouw kunnen geslachtsgemeenschap hebben. Als een zaadcel van de man een eicel van de vrouw bevrucht, kan de vrouw zwanger worden. Seksualiteit speelt zo een rol bij de voortplanting. Veel mensen hebben geslachtsgemeenschap zonder dat ze een kind willen. Om zwangerschap te voorkomen gebruiken ze dan voorbehoedsmiddelen, zoals een condoom of de pil.

Foto’s, films of teksten met het doel om mensen seksueel te prikkelen, noem je pornografie (porno). Meestal worden de geslachtsorganen dan duidelijk in beeld gebracht (of beschreven). Die zien er vaak niet uit zoals ze er bij de meeste mensen in het echt uitzien. Ook gedragen de acteurs zich niet natuurlijk. Door veel naar porno te kijken, kun je een onrealistisch beeld van seksualiteit krijgen. In het echt gaat het anders. Je kunt porno dus niet gebruiken om meer te leren over seksualiteit.

Slide 15 - Tekstslide

Seksuele oriëntatie
De seksuele oriëntatie of seksuele voorkeur zegt iets over op wie je verliefd wordt (zie afbeelding). De meeste mensen voelen zich seksueel aangetrokken tot personen van het andere geslacht. Deze mensen zijn heteroseksueel (hetero = ongelijk). Ongeveer een op de vijftien mensen is homoseksueel (homo = gelijk) of biseksueel (bi = twee). Homoseksuele mensen voelen zich aangetrokken tot personen van hetzelfde geslacht. Bij meisjes en vrouwen wordt dit lesbisch genoemd. Mensen die zich aangetrokken voelen tot mannen én vrouwen, noem je biseksueel. Er zijn ook mensen die zich niet seksueel aangetrokken voelen tot anderen. Zij zijn aseksueel. Voor sommigen maakt het gender van de ander niets uit, zij vallen op mensen (man, vrouw, intersekse). Dit noem je panseksueel.

Naast deze ‘hokjes’ zijn er nog veel meer mogelijkheden. Iemand kan bijvoorbeeld meestal op jongens vallen, maar soms ook op meisjes. Of iemand valt vooral op vrouwelijke jongens.

Slide 16 - Tekstslide

Geslacht en gender
Als het gaat over seks en seksualiteit, zie je vaak de afkorting LHBTI (soms met nog meer letters). Deze letters staan voor lesbisch, homoseksueel, biseksueel, transgender en intersekse. In dit rijtje staan seksuele oriëntaties, maar ook woorden die niets te maken hebben met seks, namelijk transgender en intersekse. Deze aanduidingen gaan over gender en geslacht.

Het geslacht (man, vrouw of intersekse) zijn de lichamelijke geslachtskenmerken, zoals een penis of vulva. Het gender bestaat uit de eigenschappen en gedragingen die mensen mannelijk of vrouwelijk vinden. Eenvoudige voorbeelden daarvan zijn: met poppen of met auto’s spelen, een broek of een rok dragen, stoer of zorgzaam zijn.
Geslacht kent twee uitersten (man of vrouw), maar er zijn heel veel verschillende genders. Je gender is een optelsom van je geslacht, je identiteit (wie je bent, hoe je je voelt) en je expressie (hoe je je kleedt, hoe je je gedraagt). Dit zie je in afbeelding 3. Je seksuele oriëntatie zegt niets over je eigen gender, maar wel iets over het gender waar je op valt.

Bij een transgender persoon komt de genderidentiteit (gevoel) niet of niet helemaal overeen met het geslacht (lichaam). Als iemand zich ongemakkelijk voelt met het eigen geslacht, noem je dat genderdysforie. Sommige transgenders kiezen voor een geslachtsaanpassende operatie, waardoor het lichaam (geslacht) wel overeenkomt met de genderidentiteit.

Slide 17 - Tekstslide

Gender is een mix

Slide 18 - Tekstslide

Verliefd zijn en een gezonde relatie
Vaak word je in de puberteit voor het eerst echt verliefd. Je denkt dan de hele tijd aan die persoon en wilt graag bij diegene in de buurt zijn. Als je diegene ziet, krijg je een sterk, intens gevoel. Je wilt heel graag dat de ander jou ook leuk vindt. Misschien wil je diegene ook aanraken of zoenen.
Als je verliefd bent, wil je daar waarschijnlijk iets mee doen. In afbeelding op de slide hierna lees je tips om iemand te laten weten dat je diegene leuk vindt.

Als je verkering hebt, kun je zoenen, hand in hand lopen of elkaar aanraken. Het is belangrijk dat je weet wat de ander wel en niet wil. Misschien denken jullie hetzelfde over zoenen en vrijen. Praat daarover met elkaar. Stel elkaar vragen. Vertel ook dingen van jezelf. Het is niet raar als je iets (nog) niet wilt. En het is ook niet raar als je iets wel wilt. Seksualiteit en relaties ontdek je samen, in je eigen tempo. Doe niets wat je zelf (nog) niet wilt of wat de ander (nog) niet wil. Zo blijft het leuk voor jullie allebei.

Een gezonde relatie is wederzijds (je wilt het allebei) en gelijkwaardig (er is er niet één de baas). Ook heb je respect voor elkaar en je vertrouwt elkaar.

Slide 19 - Tekstslide

Bron: Lang leve de liefde magazine.

Slide 20 - Tekstslide

Wensen en grenzen
In een seksuele relatie zijn er dingen waarvan je hoopt dat ze gebeuren. Dat zijn je wensen. Er zijn ook dingen die je niet wilt of die je niet fijn vindt. Dat zijn je grenzen. Wensen en grenzen zijn heel persoonlijk. De een vindt tongzoenen fantastisch, de ander vindt het vies. Veel jongeren kennen hun eigen wensen en grenzen nog niet goed. In je eerste seksuele relatie(s) kun je ontdekken wat je wensen en grenzen zijn. Soms merk je terwijl je bezig bent dat je iets niet fijn vindt. Je wordt onzeker, onrustig of je voelt je niet prettig. Dat betekent dat je een grens voelt bij jezelf. Als je voelt dat je een grens bereikt, neem dat gevoel dan serieus. Zeg het eerlijk tegen de ander. Als je verder gaat dan je eigenlijk wilt, heb je daar later spijt van.
Geeft je partner een grens aan, stop dan met wat je aan het doen bent. Voel je weerstand, maar weet je het niet zeker? Vraag dan of de ander het nog fijn vindt. Let ook op signalen, zoals niet aankijken of een afwerende houding. Hieronder lees je meer tips over wensen en grenzen.
• Praat met elkaar over wat je wel en niet wilt.
• Laat zonder woorden merken wat je wel of niet wilt, bijvoorbeeld door iemands hand te sturen.
• Zeg het duidelijk als je iets niet wilt: ‘Ik vind dit niet fijn, ik wil dit niet.’
• Zeg erbij wat de ander moet doen: ‘Ik wil dat je daarmee stopt.’
• Als de ander jouw grens niet respecteert, is hij of zij je niet waard.


Slide 21 - Tekstslide

Verder lezen
Lees nog eens over seks enzo via deze link:
https://maken.wikiwijs.nl/140673#!page-5087361

Slide 22 - Tekstslide

Het deel van de penis en van de clitoris dat gevoelig is voor seksuele prikkels, is de ...
Door seksuele prikkels kan iemand een lekker gevoel krijgen. Dit heet klaarkomen of een ...
Als iemand er zelf voor zorgt dat hij klaarkomt, heet dit zelfbevrediging of ...
Lustbeleving, intimiteit en voortplanting zijn functies die horen bij ...
Foto’s, films of teksten met het doel iemand seksueel te prikkelen, noem je ...
Sleep de juiste woorden in.
porno
orgasme
eikel
masturbatie
seksualiteit

Slide 23 - Sleepvraag

op beide geslachten
op het andere geslacht
op hetzelfde geslacht
op mensen
op niemand
Je seksuele oriëntatie zegt iets over op wie je verliefd kunt worden.

Kies de juiste naam bij elke groep.
biseksueel
panseksueel
homoseksueel
heteroseksueel
aseksueel

Slide 24 - Sleepvraag

Welke bewering over gender is juist?
A
Gender bestaat uit eigenschappen en gedragingen.
B
Gender geeft aan wat je seksuele oriëntatie is.
C
Gender is hetzelfde als het geslacht dat je hebt.

Slide 25 - Quizvraag

Welke bewering(en) over transgender is of zijn juist?
A
Aan de buitenkant kun je altijd zien of iemand een transgender is.
B
Een man die zich verkleedt als vrouw, is altijd een transgender.
C
Een transgender kan een geslachtsverandering ondergaan.
D
Een transgender voelt zich niet hetzelfde als het geslacht dat hij heeft.

Slide 26 - Quizvraag

In een seksuele relatie is het belangrijk dat je je grenzen en wensen uitspreekt naar de ander.

Wat voor een gevoel kun je krijgen als je over je eigen grens gaat?

Slide 27 - Open vraag

Wat kun je doen als je denkt dat je de grens van de ander overschrijdt?

Slide 28 - Open vraag

Iemand doet iets wat tegen je zin in gaat, bijvoorbeeld een naaktfoto doorsturen of jou zoenen terwijl je dat niet wilt.

Waar zijn dit voorbeelden van?

Slide 29 - Open vraag

Wanneer is er sprake van aanranding?
A
Als er geslachtsgemeenschap plaatsvindt zonder dat je dat wilt.
B
Als er seksueel contact is met een familielid.
C
Als iemand je aanraakt terwijl je dat niet wilt.
D
Als iemand je dwingt tot seksueel contact.

Slide 30 - Quizvraag

Vroeger dacht men dat alleen het orgasme van een man belangrijk was bij de voortplanting, omdat de functie duidelijk zichtbaar is. Nu denken sommige wetenschappers dat ook het orgasme van een vrouw belangrijk is om zwanger te raken.

Wat is de functie van een orgasme bij de man?

Slide 31 - Open vraag

Als een vrouw klaarkomt, trekken haar spieren rondom haar vagina meer samen. Ook beweegt haar baarmoedermond op en neer op de plaats in de vagina waar de man een zaadlozing heeft. Sommige mensen denken dat dit helpt om zwanger te worden.

Wat zou de functie van het bewegen van de baarmoedermond voor de voortplanting kunnen zijn?

Slide 32 - Open vraag

Voor een vrouw is een orgasme ook belangrijk als ze niet zwanger wil worden. Leg dit uit.

Slide 33 - Open vraag

In veel gevallen heeft een meisje niet snel door dat haar nieuwe vriend een loverboy is.

Leg uit hoe het komt dat een meisje verliefd wordt op zo’n jongen.

Slide 34 - Open vraag

Na een tijdje zal het meisje doorkrijgen dat de loverboy geen goede bedoelingen met haar heeft.

Leg uit dat een meisje dan niet meer zomaar bij haar loverboy weg kan gaan.

Slide 35 - Open vraag

Leg uit waarom een meisje haar relatie met de loverboy niet snel met iemand anders zal bespreken.

Slide 36 - Open vraag

Schrijf 2 dingen op die je deze les geleerd hebt.

Slide 37 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 38 - Open vraag

Slide 39 - Video

Slide 40 - Video

Slide 41 - Video

Slide 42 - Video