argumenteren

Argumenteren
We gaan oefenen met het blokjesschema.

Werk met iemand samen, waarmee je goed kunt werken.
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Argumenteren
We gaan oefenen met het blokjesschema.

Werk met iemand samen, waarmee je goed kunt werken.

Slide 1 - Tekstslide

Hoe is een goede argumentatiestructuur opgebouwd?
Kijk eens naar het volgende voorbeeld.
De stelling is: Zij is een goede student
De argumentaties voor deze stelling zijn de volgende:
-Zij heeft een goede opleiding gevolgd.
-Zij heeft een prachtige eindlijst.
-Zij kan uitstekend communiceren.
-Zij schrijft goede essays.
-Haar presentaties zijn uitstekend verzorgd.
-Zij weet haar standpunt op heldere wijze duidelijk te maken.
-Op haar lijst staat geen enkele onvoldoende.
-Voor drie vakken staat zij gemiddeld een acht.

Hoe is een goede argumentatiestructuur opgebouwd?

Kijk eens naar het volgende voorbeeld.
De stelling is: Zij is een goede student


De argumentaties voor deze stelling zijn de volgende:

1. Zij heeft een goede opleiding gevolgd.
2. Zij heeft een prachtige eindlijst.
3. Zij kan uitstekend communiceren.
4. Zij schrijft goede essays.
5. Haar presentaties zijn uitstekend verzorgd.
6. Zij weet haar standpunt op heldere wijze duidelijk te maken.
7. Op haar lijst staat geen enkele onvoldoende.
8. Voor drie vakken staat zij gemiddeld een acht.

Slide 2 - Tekstslide


Slide 3 - Tekstslide

Debatteren

Slide 4 - Tekstslide

hoe bedenk je een argument
1. Stel jezelf een aantal vragen:
- Over welk probleem gaat de stelling en is dat een erg probleem?
- Wat zijn de voor- of nadelen?
- Wie zijn er bij de stelling betrokken en wat
voor effect heeft de stelling op die mensen?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Nu zijn we tegen de stelling
We beantwoorden dezelfde 3 vragen, 
maar bedenk dat we tegen de stelling zijn!

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

en dan nu de stellingen
  1. Alle doping in de sport moet legaal worden.
  2.  Voor het plaatsen van foto’s op Instagram moet iedereen op de foto toestemming geven.
  3.  Er moet een ‘anti-pestpolitie’ komen die uit leerlingen bestaat.
  4.  Iedereen moet vegetariër worden.
  5.  Supermarkten mogen alleen reclame maken voor gezonde voeding.
  6.  WhatsAppen met docenten moet verboden worden.
  7.  Op scholen mogen geen cijfers worden gegeven.

Slide 10 - Tekstslide

opdracht
1. maak tweetallen
2. kies een stelling
3. bedenk argumenten voor en/of tegen de stelling.
4. bedenk wat je gaat zeggen tijdens het debat.

Slide 11 - Tekstslide