Staal Ondergronds

• Taal
• Basisschool
• Groep 6

Woordenschat 

Thema ondergronds

Tekst

Wat betekent afdalen?

1. Ergens mee stoppen.
2. Dat je boek afzakt.
3. Naar beneden gaan.
4. Naar boven toe gaan.

Edelmetaal is kostbaar metaal,
zoals goud en zilver.

1. waar
2. niet waar

Maak een goede zin met het woord:
fossiel

Sleep de woorden naar de juiste betekenis. 

Onder de grond.

De metro.

Iemand die in een mijn werkt.

Eén of meer gangen diep onder de grond waar steenkool of een andere delfstof wordt opgegraven.

de mijn

de mijnwerker

onderaards

de ondergrondse

Wat is een dassenburcht?

1. Een hol van een das, dat is waar hij woont.
2. Een verzameling dassen.
3. Een plek in Duitsland.
4. Een heel groot kasteel van de familie Das.

Maak de zin af:

De sokken ruiken niet fris. Ze ruiken ...

1. 
2. 
3. 
4. 

Een beerput is een put waar je schoonwater uit haalt.

1. waar
2. niet waar

Wat is een delfstof?

1. Een giftige stof.
2. Een grondstof uit Delft.
3. Ingrediënten om mee te koken.
4. Stof die uit de grond wordt gegraven om iets van te maken.

Maak de zin af:

De rivier is ...

1. 
2. 
3. 
4. 

Leg in je eigen woorden uit wat een doorsnede is.

Sleep de woorden naar de juiste betekenis. 

Uit de grond halen door het op te graven.

Een grote bak om goederen of afval in te vervoeren.

De verdieping die precies gelijk ligt met de straat.

Naar beneden gaan.

afdalen

de begane grond

delven

de container

Wat is een souterrain?

1. Een kruipruimte.
2. Een kelder.
3. Een verdieping onder de grond.
4. Een buitenplaats.

Afvalwater is gebruikt water dat niet meer nodig is.

1. waar
2. niet waar

Maak de zin af:
Om in deze mijn te komen, daal je eerst af via ...

1. 
2. 
3. 
4. 

Wat betekent muf?

1. Dit is een soort vogel.
2. Niet fris ruiken.
3. Moe zijn.
4. Dat iets saai is.

Maak een goede zin met het woord:
archeoloog

Hemelwater is water uit neerslag, zoals regen, hagel en sneeuw.

1. niet waar
2. waar

Maak de zin af:
In die mijn zijn ze nog steenkool aan het ...

1. 
2. 
3. 
4. 

Hoe oefen jij de woorden het liefst?

Door oefeningen te maken in het werkboek.

Als huiswerk.

Met een Kahoot.

Met een Lessonup.

Met de Parro woordkaartjes.