04 VWO5 Zin in zin hoofdstuk 2 les 4 pag. 32 t/m 37

Huiswerk 17 februari 2023
- lezen pagina's 32 t/m 37 (H2)
- maken de bijbehorende vragen




1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Huiswerk 17 februari 2023
- lezen pagina's 32 t/m 37 (H2)
- maken de bijbehorende vragen




Slide 1 - Tekstslide

Planning komende weken


  • 17 februari 2023 pag. 32 t/m 37

  • 24 februari 2023 Kahoot & voorbereiding op de toets

  • 3 maart 2023  Voorjaarsvakantie

  • 9 maart t/m 17 maart 2023 Toetsweek

Slide 2 - Tekstslide

Toetsstof godsdienst periode 2

  • Hoofdstukken 1 & 2
  • Leren bijbehorende opdrachten

  • Toetsweek 9  t/m 17 maart 2023 
  • De toets wordt digitaal afgenomen via Dugga.com

Slide 3 - Tekstslide

We komen tot een afronding...
Je kunt in eigen woorden uitleggen wat een mensbeeld is.
Je kunt het begrip mensbeeld in verband brengen met het begrip levensbeschouwing.
Je kunt uitleggen dat en hoe je ethiek van je mensbeeld afhangt.
Je kunt in eigen woorden de karakteristieken geven van
het mensbeeld dat bij vier verschillende geestelijke stromingen past: Bijbels, evolutionistisch (biologisch), en psychologisch (freudiaansen behavioristsich).

Slide 4 - Tekstslide

Vorige week de mensbeeldtest
https://uitgeverijseneca.typeform.com/to/ZAe37d

Kopieer deze url
of
Google op 'mensbeeldtest Seneca'

Slide 5 - Tekstslide

Mensbeeld
Een omschrijving die geldt voor grote groepen mensen.

Slide 6 - Tekstslide

H2 paragraaf 3.2
Kort naar vorige week

Slide 7 - Tekstslide

Zingeving vroeger & nu 
Het wegvallen van de zingeving in de geschiedenis: godsdienst 
(secularisatie)

Wetenschap

Moderne filosofen: de wereld is zinloos, het is aan de mens om betekenis aan zijn eigen leven te geven

Slide 8 - Tekstslide

Hobbes






           Thomas Hobbes:                                         John Locke:
De mens doet van nature kwaad         Mens doet van nature goed

Slide 9 - Tekstslide

In een samenleving zijn volgens Hobbes ....
A
mensen een vrij wezen.
B
mensen sociale wezens.
C
mensen gericht op het handelen van God.
D
mensen aan zichzelf overgelaten.

Slide 10 - Quizvraag

Waarom is de mens volgens Hobbes egoïstisch?
A
om veel te hebben
B
om te overleven
C
om machtig te zijn
D
om zo te kunnen helpen

Slide 11 - Quizvraag

Volgens Thomas Hobbes denkt ieder mens recht te hebben op datgene wat goed is voor hemzelf. Omdat af te dwingen mag geweld worden gebruikt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Jean-Paul Sartre (1905-1981)

Slide 13 - Tekstslide

WAAR
NIET WAAR
Zinbeleving heeft te maken met fundamentele gevoelens van lust en willen.
Jean Paul Sartre wordt gezien als de grondlegger van het Liberalisme.
Bij geluk speelt alleen genot een rol en is geestelijke welzijn in mindere mate aanwezig.
Binnen een bepaalde cultuur of binnen een bepaalde groep zullen de meningen over het algemeen niet zo sterk verschillen.
Volgens Thomas Hobbes is de mens van nature een egoïstisch wezen.

Slide 14 - Sleepvraag

Waarom is het logisch dat Sartre uitgaat van de absolute vrijheid van de mens?
A
Hij gaat uit van het feit dat God de mens autonoom heeft gemaakt.
B
Hij gaat niet uit van een leven na de dood.
C
Hij gaat uit van het feit dat God zijn handen van zijn schepping heeft afgetrokken.
D
Hij gaat niet uit van het bestaan van een godheid

Slide 15 - Quizvraag

H2 paragraaf 4.3
Vrije wil en/of determinisme

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Volgens het determinisme is de mens:
A
vrij
B
niet vrij

Slide 18 - Quizvraag

VERANTWOORDELIJKHEID

Slide 19 - Tekstslide

Thomas van Aquino 
Hoofdstuk 2 par. 5.3

  • Armenzorg en gezondheidszorg voor de staat.
  • Onderwijs en opvoeding voor de kerk.

Slide 20 - Tekstslide

Welke uitspraak past bij Thomas van Aquino?
A
De mens is van nature een egoïstisch wezen. Hij wordt gedreven door eigen belang.
B
De mens moet zelf zin geven aan zijn bestaan. Er is geen vooraf doordacht plan voor de mens.
C
De mens bestaat eerst en pas in dat bestaan ontwikkelt de mens zijn wezen. Er ligt niets vooraf vast.
D
De mens is een sociaal wezen, is redelijk en verstandig. Maar de mens is ook geneigd om het kwade te kunnen doen.

Slide 21 - Quizvraag

Sigmund Freud (1856-1939)
H2 par. 6

Slide 22 - Tekstslide

Welke opvatting had Freud over dromen?
A
Dromen bevatten onbewuste drijfveren van het menselijk gedrag en handelen
B
Dromen bevatten voorspellingen voor een persoon in verband met de toekomst
C
Dromen maken duidelijk welke idealen door een man of vrouw worden nagestreefd
D
Dromen zijn uitingen van herinneringen uit een vorig leven op aarde.

Slide 23 - Quizvraag

Het ‘ICH’ in de theorie van Freud staat voor
A
De driften
B
Het bewuste
C
Het geweten
D
Het onbewuste

Slide 24 - Quizvraag

Sigmund Freud was
A
Filosoof
B
Psycholoog
C
Behaviorist
D
Psychiater

Slide 25 - Quizvraag

Welke benaming hebben Aristoteles en Aquino voor God?
A
Bewogen beweger
B
Onbewogen onbeweger
C
Bewogen onbeweger
D
Onbewogen beweger

Slide 26 - Quizvraag