In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Economie hoofdstuk 1 - les 4
Slide 1 - Tekstslide
Planning voor vandaag
Leerdoelen
Huiswerk bespreken
1.3 Huishoudens en geld uitgeven
Leerdoelen controleren
Huiswerk
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het einde van de les kan ik een begroting voor een huishouden lezen en opstellen.
Aan het einde van de les kan ik uitgaven van een huishouden indelen in drie soorten uitgaven.
Aan het einde van de les kan ik drie mogelijke oplossingen voor een tekort op de begroting bedrijven.
Slide 3 - Tekstslide
Huiswerk bespreken
1.7 1.8
1.11
Slide 4 - Tekstslide
1.3 Huishoudens en hun financiën
Huishouden: je ben een huishouden als je alleen of samen met anderen gezamenlijk economische beslissingen neemt.
Slide 5 - Tekstslide
1.3 Huishoudens en hun financiën
Huishoudens hebben te maken met drie soorten uitgaven:
Huishoudelijke uitgaven (of dagelijkse uitgaven);
Vaste lasten;
Reserveringen.
Slide 6 - Tekstslide
1.3 Huishoudens en hun financiën
Huishoudelijke uitgaven
Uitgaven voor levensmiddelen, huisdieren, cadeaus en bloemen, aanschaffen van kleine huishoudelijke spullen, uitgaan en zakgeld. Met andere woorden bootschappen.
Slide 7 - Tekstslide
1.3 Huishoudens en hun financiën
Vaste lasten
Regelmatig terugkerende uitgaven die een huishouden als verplichting is aangegaan. Zoals huur, gas, water en elektriciteit, verzekeringen, abonnementen, contributie en vervoerskosten.
Slide 8 - Tekstslide
1.3 Huishoudens en hun financiën
Reserveren
Geld opzij leggen voor grotere uitgaven die een huishouden niet wekelijks of maandelijks doet, zoals een nieuwe keuken, auto of een wasmachine aanschaffen. Vaak weet je niet precies op welk moment de uitgaven word gedaan.
Lijkt op sparen maar bij reserveren is voor uitgaven waarvan je weet dat je ze komen.
Slide 9 - Tekstslide
1.3 Huishoudens en hun financiën
Onder welke uitgaven valt kleding?
Onder welke uitgaven valt zakgeld? En onder welke uitgaven valt zakgeld als je een contract afsluit met je ouders/ verzorgers?
Slide 10 - Tekstslide
1.3 Huishoudens en hun financiën
Begroting van een huishouden
Een begroting word gemaak voorafgaande aan een bepaalde periode en bestaat uit een overzicht van alle ontvangsen en alle uitgaven in die periode.Er word ook gekeken naar het geld in huis of op de spaarrekening. Na de periode word er gekeken naar de werkelijke ontvangsten en uitgaven.
Slide 11 - Tekstslide
1.3 Huishoudens en hun financiën
Wat is een voordeel van een sluitende begroting?
Slide 12 - Tekstslide
Maken
Wat? Maken opdracht 1.17
Waar? In je boek op pagina 15 en 17
Hoelang? 10 minuten de tijd
Eerder klaar? Maken opdracht 1.3 + 1.14
Vragen? Vraag eerst de genen naast je, komen jullie er niet uit steek dan je hand op.
Let op! We werken in stilte
timer
10:00
Slide 13 - Tekstslide
Met welke drie soorten uitgaven hebben gezinnen te maken?
A
Vaste, variabele en huishoudelijke uitgaven
B
Zakgeld, kledinggeld en bootschappen
C
Bootschappen, vaste lasten en zakgeld
D
Huishoudelijke, vaste lasten en reserveringen
Slide 14 - Quizvraag
Huishoudelijke uitgaven
Vaste lasten
Reserveringen
eten
Geld dat je opzij zet voor een nieuwe auto
Videoland abonnement
Contributie voetbalvereniging
Drinken
Huur
Zakgeld
Geld dat je opzij zet voor een wasmachine
Vervoerskosten
Slide 15 - Sleepvraag
Noem drie oplossingen voor een begroting met een tekort.