H3 Grammatica 30 zinsdelen deel 1

Welkom havo 3


Grammatica 30 (zinsdelen deel 1)

Tekst
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom havo 3


Grammatica 30 (zinsdelen deel 1)

Tekst

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  1. 10 minuten lezen
  2. Grammatica 30: redekundig ontleden (deel 1)
  3. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Tekstslide

10 minuten lezen

Slide 3 - Tekstslide

Grammatica 30

Doel: Je leert hoe je verschillende zinsdelen herkent in een zin.

Slide 4 - Tekstslide

Welke zinsdelen heb je geleerd op de basisschool, in klas 1 en 2?

Slide 5 - Woordweb


Wat is redekundig ontleden?
A
Je kijkt naar de woordsoorten
B
Je kijkt naar de functie van woorden

Slide 6 - Quizvraag


Wat hoort bij redekundig ontleden?
A
zelfstandig naamwoord
B
onderwerp
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord

Slide 7 - Quizvraag


Wat hoort bij redekundig ontleden?
A
lijdend voorwerp
B
hulpwerkwoord
C
persoonlijk voornaamwoord
D
lidwoord

Slide 8 - Quizvraag


Wat hoort bij redekundig ontleden?
A
voorzetsel
B
meewerkend voorwerp
C
bezittelijk voornaamwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 9 - Quizvraag

Alle zinsdelen op een rijtje
  • Persoonsvorm (pv)
  • Onderwerp (ond)
  • Werkwoordelijk gezegde (wwg)
  • Lijdend voorwerp (lv)
  • Meewerkend voorwerp (mv)
  • Bijwoordelijke bepaling (bwb)

Slide 10 - Tekstslide


Wat is de juiste volgorde van ontleden?
A
pv gez ond andere zinsdelen
B
ond pv gez andere zinsdelen
C
gez pv andere zinsdelen ond
D
gez pv ond andere zinsdelen

Slide 11 - Quizvraag

Verdeel de zin in zinsdelen.

Welke zin is goed?
A
De / meisjes / liepen / gisteren/ over straat.
B
De meisjes / liepen / gisteren /over straat.
C
De meisjes / liepen / gisteren / over / straat.
D
De meisjes liepen / gisteren over straat.

Slide 12 - Quizvraag

Verdeel de zin in zinsdelen.

Welke zin is goed?
A
Onze kat / is helaas / deze zomer / overleden / aan ouderdom.
B
Onze kat / is / helaas / deze zomer / overleden aan ouderdom.
C
Onze kat / is / helaas / deze zomer / overleden / aan ouderdom.
D
Onze kat is / helaas / deze zomer / overleden / aan ouderdom.

Slide 13 - Quizvraag

Hoeveel zinsdelen heeft deze zin?

Achmed wil graag een zoen geven aan Amira.
A
3
B
5
C
4
D
6

Slide 14 - Quizvraag

Hoeveel zinsdelen heeft deze zin?

De fiets van mijn broer stond in de schuur van mijn ouders.
A
2
B
4
C
3
D
5

Slide 15 - Quizvraag

Hoeveel zinsdelen heeft deze zin?

Vorige week hebben ik en mijn broer dat bushokje helemaal in elkaar getrapt.
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 16 - Quizvraag

Je kunt met die app gemakkelijk 1 gigabyte ruimte vrijmaken in het geheugen van je smartphone.

Wat is 'met die app' voor zinsdeel?

A
onderwerp
B
bijwoordelijke bepaling
C
meewerkend voorwerp
D
lijdend voorwerp

Slide 17 - Quizvraag

Ik weet dat niet.

Wat is 'dat' voor zinsdeel?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 18 - Quizvraag

Er wordt je regelmatig een vraag ter bevestiging gesteld.

Wat is 'je' voor zinsdeel?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 19 - Quizvraag

Ze zeggen weinig onder het eten.

Wat is 'onder het eten' voor zinsdeel?
A
meewerkend voorwerp
B
werkwoordelijk gezegde
C
lijdend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 20 - Quizvraag

De hond lag toen in de tuin te slapen.

Wat is 'toen' voor zinsdeel?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 21 - Quizvraag

Die docent heeft mij slecht gezet.

Wat is 'toen' voor zinsdeel?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 22 - Quizvraag

Ontleed onderstaande zin.

Die persoon moet veel fantasie hebben.
A
pv ond lv wwg
B
ond pv mv wwg
C
ond pv lv wwg
D
ond wwg lv pv

Slide 23 - Quizvraag

Ontleed onderstaande zin.

Ik hoop het.
A
pv ond lv
B
ond pv mv
C
ond pv lv
D
ond wwg lv

Slide 24 - Quizvraag

Ontleed onderstaande zin.

Mijn moeder gaf de planten water.
A
pv ond mv lv
B
ond pv lv mv
C
pv ond lv mv
D
ond pv mv lv

Slide 25 - Quizvraag

Ontleed onderstaande zin.

In het plafond op de wc's liggen vapes verborgen.
A
bwb wwg ond wwg
B
bwb bwb pv lv wwg
C
bwb pv ond wwg
D
bwb bwb wwg ond wwg

Slide 26 - Quizvraag

Huiswerkopdracht maken
  • Maak opdracht 1 op pagina 123 van je boek.
  • Je krijgt de rest van de les de tijd.
  • Je mag zachtjes overleggen.
  • Klaar? Ga nog even in je leesboek lezen! 

Slide 27 - Tekstslide

Grammatica 30: zinsdelen
Snap ik, gaat goed!
Mwah, heb nog wat oefening en/of uitleg nodig..
Waar ging deze les over!? Snap er niks van!

Slide 28 - Poll

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les:
  • Huiswerk: maken opdr. 1 a, b, e en f (p. 123) + leren p. 122 en 193-194, 196-197 (let op: geen naamwoordelijk gezegde en voorzetselvoorwerp)
  • Meenemen: LAPTOP, leesboek, schrift, pen en boek
  • Programma: grammatica 30: zinsdelen (deel 2)

Slide 29 - Tekstslide