Lesson 3: 1.2 Listening + Pers./poss. pronouns 1C

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesson aims:
- I know what personal pronouns are
- I know what possessive pronouns are
- I have practised my listening skills

Slide 2 - Tekstslide

What are personal pronouns (persoonlijke voornaamwoorden)?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Persoonlijke voornaamwoorden

Slide 5 - Tekstslide

Uitleg ...
Een persoonlijk voornaamwoord gebruiken we in plaats van een zelfstandig naamwoord (een persoon, een dier, of een ding)...

Het meisje loopt - she walks
De jongen loopt   - he walks
De kat loopt -  it walks (LET OP!  Dit geldt alleen voor ENKELVOUD. Dieren in MEERVOUD krijgen een normaal persoonlijk voornaamwoord!)

Slide 6 - Tekstslide

Vul aan:
___ (ik) am 12 years old.
A
You
B
He
C
They
D
I

Slide 7 - Quizvraag

Vul aan:
_________(zij) are always nice to us.
A
you
B
us
C
they
D
me

Slide 8 - Quizvraag

Vul aan:
___ (zij) is late for school.
A
They
B
She
C
He
D
It

Slide 9 - Quizvraag

Vul aan:
___ (hij) is taller than me.
A
he
B
we
C
she / him
D
you / us

Slide 10 - Quizvraag

Are ___ (we) going to play soccer with ___ (haar)?
A
you / him
B
we / her
C
I / it
D
they / us

Slide 11 - Quizvraag

What are possessive pronouns (bezittelijke voornaamwoorden)?

Slide 12 - Woordweb

Slide 13 - Tekstslide

Bezittelijke voornaamwoorden
Een bezittelijk voornaamwoord is een woord dat een relatie aangeeft tussen een zelfstandig naamwoord en een persoon, dier of instantie (bezittelijk).

That is my bag.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

She has a book.
It is ___ book.
A
her
B
his
C
she
D
its

Slide 16 - Quizvraag

Susan and Mike are twins.
____ birthday is in May
A
they
B
their
C
her
D
his

Slide 17 - Quizvraag

We are called Smith.
____ last name is Smith.
A
we
B
us
C
your
D
our

Slide 18 - Quizvraag

The cat has a collar.
____ collar is the colour red.
A
her
B
his
C
its
D
our

Slide 19 - Quizvraag

Worksheet
What?
Please make your grammar worksheet.
How?
You make your grammar worksheet alone.
Finished?
Learn the words on page 40 of your student book.

timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide

Ik kan de persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden nu op de juiste manier gebruiken in een zin:
A
ja
B
nee
C
een beetje
D
helemaal niet

Slide 21 - Quizvraag

1.2 Listening
What?
Please make 1.2 listening in your online book. 
How?
You make these exercises alone but your are allowed to talk about the exercises together.
Finished?
Learn the words on page 40 of your student book.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide