week 8 les 1

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

Du hast 2 Minuten für:

Je hebt 2 min om: 

• mobiel in de wandtas
• oortjes uit
  
• je zit op je vaste plek

Voordat de docent begint met de les heb je op tafel: 

werkboek (dicht) + schrift + planagenda 

Wie is aanwezig?

Geen huiswerk? Geef dit aan als ik je naam roep!

Was machen wir heute?

- planagenda

- herhaling der-groep en ein-groep

- zelfstandig werken (plein groep )

De voorzetsels van de 4de naamval

durch	door
für	(bestemd) voor, ergens vóór zijn
ohne	zonder
um	om
gegen	tegen

Na deze voorzetsels volgt de 4de naamval  

Zinsontleding

Je kan ontleden door vragen te stellen.

WIE/WAT + gezegde => Onderwerp (1ste naamval)

WAT + gezegde + onderwerp => lijdend voorwerp (4de naamval)

Ich backe eine Torte.

der-groep

	M	V	O	MV
1e naamval	der	die	das	die
4e naamval	den	die	das	die

ein-groep

	M	V	O	MV
1e naamval	ein mein	ein e mein e	ein mein	ein e mein e
4e naamval	ein en mein en	ein e mein e	ein mein	kein e mein e

Het onderwerp van de zin is altijd de .................

1. eerste naamval
2. vierde naamval

Het lijdend voorwerp van de zin staat altijd in de .................

1. eerste naamval
2. vierde naamval

Die Blume ist für d............ Oma.

1. der
2. den
3. die
4. das

Er lauft gegen .......... Wand (v)

1. einen
2. ein
3. eines
4. eine

Ohne ........... Schwester werde ich es nicht tun.

1. mein
2. meiner
3. meinen
4. meine

Er geht durch d......... Wald (m)

1. den
2. der
3. die
4. das

Das ist gegen .......... Willen (m)

1. meine
2. mein
3. meiner
4. meinen

groep 1 --> naar plein

zelfstandig en stil werken:

maken:

blz. 78 opdr. 10 

vanaf blz. 79 opdr. 1 / 2 / 3  / 4 / 6 

Klaar? --> online  Woordtrainer 5.1 / 5.2 / 5.3 / 5.4 / 5.5 / 5.6 

Klaar: woordtrainer online--> 5.1 / 5.2 / 5.3 / 5.4