(1) De examenkandidaten deden veel moeite om te voorkomen dat er in hun profielwerkstuk geen spelfouten zouden staan.
(2) Minister-president Mark Rutte raadt ons af om in de meivakantie geen reis te boeken.
In zinnen met een werkwoord dat al een ontkennend karakter heeft, zoals afraden, wordt soms ten onrechte een tweede ontkenning, zoals niet of geen, toegevoegd.