feiten en meningen

Welkom!
Wat gaan we doen vandaag?
Feit, mening en argument
Samenwerken 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
entreeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Wat gaan we doen vandaag?
Feit, mening en argument
Samenwerken 

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Leerlingen weten het verschil tussen een feit en een mening. 
Je kunt feiten en meningen herkennen.
Je kunt vertellen wat feiten en meningen zijn.
Je kunt zelf feiten en meningen bedenken.


Slide 2 - Tekstslide

Kritisch Denken en Analyse:

Door feiten van meningen te onderscheiden, kun je informatie kritisch analyseren en beoordelen. Dit helpt bij het identificeren van betrouwbare bronnen en het vermijden van misinformatie.
Kritisch denken bevordert rationele besluitvorming op basis van objectieve gegevens in plaats van persoonlijke vooroordelen of ongegronde overtuigingen.
Effectieve Communicatie:
In discussies en debatten is het belangrijk om feiten en meningen te scheiden om misverstanden te voorkomen en constructieve dialogen te bevorderen.
Feitelijke informatie biedt een gemeenschappelijk kader waarover men het eens kan zijn, terwijl meningen openstaan voor interpretatie en discussie.
Verantwoordelijke Burgerschap:
In een democratische samenleving is het essentieel om goed geïnformeerd te zijn. Het onderscheiden van feiten en meningen helpt burgers om weloverwogen beslissingen te nemen, bijvoorbeeld bij het stemmen of bij maatschappelijke kwesties.
Het draagt bij aan de bestrijding van nepnieuws en desinformatie, wat belangrijk is voor de gezondheid van het publieke discours en de democratie.
Persoonlijke Ontwikkeling:
Het vermogen om feiten en meningen te onderscheiden bevordert intellectuele integriteit en eerlijkheid. Het stimuleert mensen om hun overtuigingen en aannames te onderzoeken en te onderbouwen met bewijs.
Het helpt ook bij het ontwikkelen van een open geest en het respecteren van de meningen van anderen, zelfs als ze verschillen van de eigen overtuigingen.




Slide 3 - Tekstslide

Waarom
Waarom moet je nou het verschil tussen een mening en argument weten?
Fake news/misinformatie
wat is jullie ervaring hiermee?
Als toekomstige ondernemers is het belangrijk dat........

Slide 4 - Tekstslide

Domein gesprekken voeren 3F
mondelinge examens
beoordelingsmodel
afstemming doel 
spreekdoel overtuigen

Slide 5 - Tekstslide

Feit of mening:
In Nederland regent het vaak.
A
Feit
B
Mening

Slide 6 - Quizvraag

Feit of mening:
Alle postcodes in Nederland hebben vier cijfers en twee letters.
A
Feit
B
Mening

Slide 7 - Quizvraag

Feit of mening?
Het proefwerk was erg moeilijk.
A
Feit
B
Mening

Slide 8 - Quizvraag

Feit of mening:
Er zijn te weinig jongeren in Nederland die op de fiets naar school gaan.
A
Feit
B
Mening

Slide 9 - Quizvraag

Uitleg
Wat is een feit?

Wat is een mening?

Wat zijn argumenten?

Slide 10 - Tekstslide

 Feiten en meningen
 Feiten en meningen

In teksten kom je feiten en meningen tegen. 










feit
mening
Is echt of is werkelijk gebeurd.
Is wat iemand ergens van vindt of over denkt.
Kun je meestal controleren.
Verschilt per persoon: iedereen kan een andere mening hebben.

Slide 11 - Tekstslide

Feit of mening

Slide 12 - Tekstslide

ARGUMENT
Bij een mening hoort een argument.

Met een argument leg je uit waarom je iets vindt. 

Een argument begint bijvoorbeeld met: omdat, want, daarom, namelijk.

Slide 13 - Tekstslide

Argumenten
Argumenten gebruik je om je mening uit te leggen. Met een argument leg je uit waarom je iets vindt. Waarom is dit nodig, denk je?

Aan de signaalwoorden hiernaast kun je een argument
herkennen. 

Wat is het argument in deze zinnen?
1. Omdat ik niet heb geleerd, moet de toets niet
doorgaan.
2. Ik kan niet wachten tot ik 18 ben, want dan mag
ik stemmen.
3. Het regent, daarom blijf ik binnen



Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Opdracht?
Keuze uit twee verschillende opdrachten
Opdracht Groen

Opdracht Blauw

Slide 16 - Tekstslide

Lesdoel behaald? Ik weet wat het verschil is tussen een feit en een mening.
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quizvraag

Lesdoel behaald? Ik kan een feit en een mening herkennen.
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quizvraag

Lesdoel behaald?Ik herken feiten of en meningen.
Nederland ligt in Europa.
A
Feit
B
Mening

Slide 19 - Quizvraag

Feit of mening:
Dit knuffelbeertje kijkt wel erg vrolijk.
A
Feit
B
Mening

Slide 20 - Quizvraag

Wat is het belangrijkste kenmerk van een feit?
A
Gebaseerd op een mening
B
Makkelijk te beargumenteren
C
Feiten zijn controleerbaar
D
Te herkennen aan signaalwoord ómdat'

Slide 21 - Quizvraag

Slot
Exit ticket
https://forms.office.com/e/mrxLZWe6Ut?origin=lprLink

Wat hebben we gedaan vandaag?
Wat gaan we volgende les doen?

Slide 22 - Tekstslide

Feit of mening:
Aan de boom zitten geen bladeren meer; de wind heeft ze weggeblazen.

A
Feit
B
Mening

Slide 23 - Quizvraag

Feit of mening
Nero was een Romeinse keizer
A
Feit
B
Mening

Slide 24 - Quizvraag