Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Startrekenen Vooraf H6 gepast betalen en wisselgeld
Hoofdstuk 6 geld
rekenen met geld
1 / 16
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2
In deze les zitten
16 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
120 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 6 geld
rekenen met geld
Slide 1 - Tekstslide
doelen
Ik betaal (gepast) met geld.
Ik geef wisselgeld terug.
Slide 2 - Tekstslide
geld optellen
stap 1 : Tel de euro's op.
stap 2 : Tel de centen op.
stap 3 : Tel de euro en centen op.
Slide 3 - Tekstslide
geld optellen
stap 1 : Tel de euro's op.
20 + 10 + 5 =
35
2 + 1 =
3 35 + 3 = 38
stap 2 : Tel de centen op.
10 + 10 + 10 + 5 + 1 + 1 =
37
stap 3 : Tel de euro en centen op. €
37
,
38
Slide 4 - Tekstslide
geld schatten
Als je iets gaat kopen, kun je schatten of je genoeg geld hebt.
≈
Je gebruikt hierbij de woorden:
bijna
of
ongeveer
.
Slide 5 - Tekstslide
= = =
bijna € 3,- bijna € 4,50 bijna € 9,-
€ 2,78
€ 4,49
€ 8,90
Slide 6 - Tekstslide
0
1 2 3 4
5
6 7 8 9
0
afronden naar
beneden
afronden naar
boven
afronden
naar
"het midden"
Slide 7 - Tekstslide
€ 4,80
je geeft: je krijgt terug:
= wisselgeld
je geeft:
= gepast betalen
Slide 8 - Tekstslide
Je wil 3 zakken chips kopen. Iedere zak kost €1,99. Hoeveel geld moet je minstens meenemen?
A
€5,00
B
€6,00
C
€7,00
D
€10,00
Slide 9 - Quizvraag
Je gaat cadeautjes kopen. De voetbal kost €14,99, het boek dat je koopt kost €4,49. Hoeveel geld heb je ongeveer nodig?
A
€20,00
B
€18,00
C
€22,00
D
€17,00
Slide 10 - Quizvraag
Een nintendospel kost € 40,50.
Dit is:
A
ongeveer 35 euro
B
bijna 40 euro
C
ongeveer 40 euro
Slide 11 - Quizvraag
Eline heeft snoep gekocht voor €1,25 en een fles drinken voor €2,10. Zij betaald met een briefje van €10,-
Hoeveel wisselgeld krijgt zij terug?
A
€6,65
B
€6,60
C
€6,70
D
€6,75
Slide 12 - Quizvraag
Hidde doet boodschappen.
Hij moet € 31,85 betalen.
Hij betaalt met een briefje van 50.
Hoeveel wisselgeld krijgt hij terug?
A
€ 20,85
B
€ 20,15
C
€ 18,15
D
€ 29,15
Slide 13 - Quizvraag
De klant moet 24 euro betalen maar geeft 40 euro, hoeveel wisselgeld moet Rens teruggeven?
A
16 euro
B
14 euro
C
15 euro
D
24 euro
Slide 14 - Quizvraag
Vragen?
Slide 15 - Tekstslide
Aan het werk
1. Maak: opdracht 18 t/m 27 (start op blz. 249)
Vraag? Ga door met volgende opdracht.
2. Kijk opdrachten na.
3. Maak: taken via JE.
4. Klaar? Werk in WB 'geld'.
Slide 16 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Startrekenen Vooraf H6 gepast betalen en wisselgeld
November 2023
- Les met
21 slides
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2
Startrekenen Vooraf H6 Geld Les 4
Februari 2023
- Les met
14 slides
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2
Startrekenen Vooraf H6 Geld Les 3
Mei 2023
- Les met
21 slides
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2
Startrekenen Vooraf H6.3
December 2023
- Les met
18 slides
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2
Detail geld afronden
September 2023
- Les met
11 slides
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2
Les geld optellen
Mei 2024
- Les met
22 slides
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2
AWU les 4 Kassa kasboek bijhouden en begroting
Juni 2020
- Les met
21 slides
Verzorgende
MBO
Studiejaar 1
H15 geld
Mei 2024
- Les met
24 slides
Rekenen
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1,2