les 4 2TH K4 Tiere - woordenschat 2C

grammatica herhaling IDEWIS EN FEESTTENTEN + voltooid deelwoord
Je kunt met behulp van de ezelsbruggetje oefeningen over persoonsvormen maken.
Je maakt zelfstandig oefeningen voor de woorden van K4.
Je kunt zinnen vertalen en de juiste persoonsvormen hierin zetten.






eerst woordenschat oefeningen
voltooid deelwoord sterke werkwoorden + klassikaal zinnen vertalen
mondelinge herhaling

Duits 2TH K4 Tiere les 4 woordenschat - zinnen maken
05-03-2024

Ken jij de uitgangen al een beetje en kun jij het voltooid deelwoord maken?

zie SOM

zie sheet 3 + 7
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

grammatica herhaling IDEWIS EN FEESTTENTEN + voltooid deelwoord
Je kunt met behulp van de ezelsbruggetje oefeningen over persoonsvormen maken.
Je maakt zelfstandig oefeningen voor de woorden van K4.
Je kunt zinnen vertalen en de juiste persoonsvormen hierin zetten.






eerst woordenschat oefeningen
voltooid deelwoord sterke werkwoorden + klassikaal zinnen vertalen
mondelinge herhaling

Duits 2TH K4 Tiere les 4 woordenschat - zinnen maken
05-03-2024

Ken jij de uitgangen al een beetje en kun jij het voltooid deelwoord maken?

zie SOM

zie sheet 3 + 7

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

les 4 woordenschat + gebruik van "feesttenten" / voltooid deelwoord - regel 

2TH K4 Tiere 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opkikkertje                              stil: 
Maak stil: B blz. 104/105
Ü 4, 5, 6, H +7
Hulp blz. 132/133 

timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

sterke werkwoorden
  • open je lb blz. 132 - zoek beschrijven & zwemmen
  • er is één google-document voor de hele klas , waar de sterke ww staan om te leren
  • per Kapitel moet alleen 1 leerling de woordjes invoeren - Kapitel 4 is gedaan
hoe leer je voor het voltooid deelwoord

Slide 4 - Tekstslide

Slay

Slide 5 - Link

Deze slide heeft geen instructies

zinnen vertalen (open blz. 132)
Ik loop door (durch) dik en dun.

Wij wensen ons (uns) twee paarden.



Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

AAN DE SLAG 2
Neem een gelineerd papier en schrijf eerst de volgend NL-zinnen over en vertaal deze dan met hulp van blz. 132:






NAKIJKEN & LATEN ZIEN


timer
15:00
a) Ik heb sla gegeten.
b) Wij aaien de olifanten.
c) Jij hebt gezwommen.
d) Jullie spelen met (mit) schildpaden.
e) De slang heet Arthur.
f) U hebt varkens beschreven.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het voltooid deelwoord van streicheln (aaien)
A
gestreicheld
B
streichelen
C
streichelt
D
gestreichelt

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het voltooid deelwoord van kommen (komen)
A
gekommt
B
gekommen
C
gekommd
D
komment

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie
Ken jij de uitgangen al een beetje en kun jij het voltooid deelwoord maken?

Huiswerk:
Niets

Slide 10 - Tekstslide

Slay

"feesttenten - regel" = Ezelsbruggetje om de juiste uitgang te onthouden

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

IDEWIS + Feesttenten - Regel
Ook in het Duits maak je de persoonsvorm door 
STAMM + UITGANG (en deze is helemaal regelmatig!)
Je gebruikt het ezelsbruggetje bij het oefenen.

(uitzondering: haben, sein + andere hulpwerkwoorden)

Slide 12 - Tekstslide

Slay

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe gebruik je feesttenten?

Bij een werkwoord bijvoorbeeld spielen,
  • Zoek de stam op, dit doe je door -en van het werkwoord af te halen. Bij spielen is de stam spiel
  • Bij verschillende personen (ich, du, er, wir, ihr, Sie) gebruik je verschillende uitgangen, maar bij een soort persoon altijd dezelfde uitgang.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg voltooid deelwoord
Kijk naar de voorbeelden:
spielen - gespielt
laufen - gelaufen
wohnen - gewohnt
machen - gemacht
hören - gehört
Wat is de regel?

Slide 15 - Tekstslide

Slay

Wat is het voltooid deelwoord van
spielen?
A
spielt
B
gespield
C
gespielt

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies