Les 15-03-2021, paragraaf 6.1

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Planning voor de les:

4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.

5 minuten: voorkennis testen

1 minuut: leerdoelen en huiswerk

20 minuten: uitleg 

5 minuten: leerdoelen testen

25 minuten: aan het werk!

uitleg opdracht

Wat weet je al over economie en milieu?

Leerdoelen:

- Ik kan uitleggen wat economische groei is.

- Ik kan aangeven wat de invloed is van bevolkings- en inkomensgroei op consumptie.

- Ik kan aangeven wat de invloed is van bevolkings- en inkomensgroei op productie.

HUISWERK: Paragraaf 6.1

Economische groei

• Wereldbevolking stijgt
• Dat heeft economische gevolgen
• Meer mensen = meer consumptie

Economische groei

• Meer consumptie = meer consumenten
• Meer inkomen
• Meer luxe producten

Economische groei

• Vraag neemt toe door stijging bevolking
• Vraag neemt toe --> productie stijgt
• Dan is er sprake van economische groei

Wat merk je?

de bevolking groeit > vraag naar goederen en diensten stijgt

inkomen stijgt > verandering van consumptie

productie stijgt

Waardoor neemt vraag naar producten toe?

1. Door groei bevolking en inkomens
2. Door afname bevolking
3. Door lagere inkomens
4. Door milieumaatregelen

Economische groei is afhankelijk van:

• de groei van de werkende bevolking
  
• investeringen in machines en gereedschappen
  
• de beschikbare hoeveelheid grondstoffen, energie en ruimte
  
• de groei van de arbeidsproductiviteit 

De bevolking groeit

Geboren > overlijden

Gevolg: 

- aantal consumenten stijgt

- productie stijgt (= economische groei!)

Beperkingen

Een bedrijf kan niet meer produceren dan een bepaalde hoeveelheid. 

Oplossingen:

- meer/beter geschoold personeel

- meer/betere machines 

maar ook...

beperkingen door de natuur

dit zorgt voor beperking van de economische groei!

Wat heb je geleerd?

Leg in eigen woorden uit wat economische groei is

Wat is de invloed van bevolkingsgroei en inkomensgroei op de consumptie?

1. Door deze groei stijgt de consumptie
2. Door deze groei daalt de consumptie
3. A en B zijn juist

Vond je deze uitleg duidelijk? (schaal van 1 tot 10)

110

Welke vragen heb je nog over deze les?

Aan de slag!

Wat? Maak de opdrachten van paragraaf 6.1

Hoe? In de online leeromgeving

Hulp? De docent (tijdens de les), je laptop en je medestudent.

Tijd? Tot de timer op 0 staat of de opdrachten af zijn

Uitkomst? Je hebt geoefend met de leerstof.

Klaar? Ga verder met paragraaf 6.2 of een ander vak