Herhaling hoofdstuk 1

Herhalingsles Wat is Maatschappijleer
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhalingsles Wat is Maatschappijleer

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

"Eerlijkheid" is een voorbeeld
van een:
A
Waarde
B
Norm
C
Belang
D
Macht

Slide 2 - Quizvraag

Waarden = De principes of uitgangspunten die je belangrijk vindt in het leven
Normen = Regels hoe jij en anderen zich moeten gedragen
"Niet op de stoep fietsen" is een voorbeeld van een:
A
Waarde
B
Norm
C
Belang
D
Macht

Slide 3 - Quizvraag

Waarden = De principes of uitgangspunten die je belangrijk vindt in het leven
Normen = Regels hoe jij en anderen zich moeten gedragen
Normen zijn:
A
Dingen die mensen belangrijk vinden in het leven
B
Straffen die de overheid oplegt
C
Regels hoe jij en anderen zich moeten gedragen
D
Gevolgen van verschillende belangen

Slide 4 - Quizvraag

Normen = Regels hoe jij en anderen zich moeten gedragen
Een norm gebruik je om een waarde te kunnen bereiken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Waarden = De principes of uitgangspunten die je belangrijk vindt in het leven
Normen = Regels hoe jij en anderen zich moeten gedragen
Welke norm hoort bij de waarde familie?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik koppel de foto aan het juiste begrip
Waarde
Norm
gezondheid

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Beleefdheid
Respect
Gastvrijheid
Als er iemand op bezoek komt, geven we die te eten en te drinken.
In de klas zijn we allemaal aardig tegen elkaar, er wordt niet gepest.
Als je een lokaal binnekomt, groet je netjes de docent.

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer de vier kenmerken van een maatschappelijk probleem

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg aan de hand van de 4 kenmerken uit dat zwerfaval een maatschappelijk probleem is:

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg aan de hand van de 4 kenmerken uit dat jeugdcriminaliteit een maatschappelijk probleem is:

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van een wet?

A
Na toiletbezoek je handen wassen.
B
Geen afval op straat gooien.
C
Op de buitendeuren moeten goede sloten zitten.
D
In restaurants geef je een fooi.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welk van de onderstaande voorbeelden gaat het alleen om een gedragsregel?
A
Je gaat naar school.
B
Automobilisten gaan opzij als er een ambulance aankomt.
C
Iemand die van rechts komt, geef je voorrang.
D
In de bus sta je op voor een zwangere vrouw.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een vriend haalt je over om uit te gaan terwijl je er eigenlijk geen zin in hebt. Is dit een voorbeeld van macht?

A
Ja, want hij heeft invloed op je.
B
Ja, want hij lost een belangentegenstelling op.
C
Nee, want een vriend heeft geen macht over je.
D
Nee, want overtuigingskracht is geen machtsmiddel.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een docent stuurt je de klas uit. Is dit een voorbeeld van macht?
A
Ja, want een leraar hoort bij de overheid.
B
Ja, want hij beïnvloedt je gedrag.
C
Nee, want alleen de overheid heeft macht.
D
Nee, want macht is gebaseerd op geweld.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De kranten en het journaal berichten over de toename van plofkraken bij geldautomaten.
Over welk kenmerk van een maatschappelijk probleem gaat het hier?
A
De politiek bemoeit zich ermee.
B
Er zijn verschillende meningen over de oorzaak.
C
Het krijgt veel aandacht in de media.
D
Veel mensen hebben er last van.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jongeren willen zelf bepalen of ze roken of niet. De overheid wil een rookvrije generatie en verbiedt roken op schoolpleinen.
Welke waarden herken je bij dit probleem?
A
vrijheid en respect.
B
gezondheid en volwassenheid.
C
vrijheid en gezondheid.
D
privacy en veiligheid.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Iedere dag ben je afhankelijk van een heleboel onbekende mensen.
Geef hier twee voorbeelden van.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de afbeelding en beantwoord de vraag op de volgende slide.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de afbeelding. Noteer het juiste woord en vul de zin aan.
De jongen op de foto overtreedt een GEDRAGSREGEL / WET, omdat …

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de afbeelding en beantwoord de vraag in de volgende slide.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een feit is iets wat waar is. Een feit kun je dus altijd............
A
delen
B
geloven
C
controleren
D
verwerpen

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mening
Feit
Argument
Hoe je ergens over denkt
Iets wat echt gebeurd is
Iets wat je verteld om uit te leggen waarom je iets vindt

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk begrip hoort bij de omschrijving: 'de mogelijkheid om het gedrag van anderen te beïnvloeden'?
A
Macht
B
Afhankelijkheid
C
Belang
D
Waarden

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is een belang?
A
Iets wat je belangrijk vind.
B
Het nadeel dat je ergens bij hebt.
C
Het voordeel dat je ergens bij hebt.
D
Waar je veel waarde aan hecht.

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Feit of mening?
1) De praktijklessen waren leuk en leerzaam.
2) Lisa heeft een hekel aan turnen.
A
feit - mening
B
mening - feit
C
feit - feit
D
mening - mening

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een maatschappelijk probleem?
A
Liefdesverdriet
B
Een burenruzie
C
Alcoholgebruik onder jongeren
D
Jan die geen geld heeft voor nieuwe kleding

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Feit of mening?
De Egyptenaren lieten hun doden mummificeren
A
feit
B
mening

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

"Hamburgers zijn lekker."
Is dit een feit of een mening.
A
feit
B
mening

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

"Hardrock moet verboden worden."
Is dit een feit of een mening.
A
feit
B
mening

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



Is het willen winnen van geld een waarde of een belang?
Is het willen winnen van geld  een waarde of een belang?
A
Waarde
B
Belang

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord ontbreekt in de volgende zin?
Voor een goede mening heb je goede ………………. nodig.

A
argumenten
B
ideeën
C
problemen

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen criteria van een maatschappelijk probleem
A
Veel mensen hebben er last van
B
Er zijn veel verschillende meningen over
C
Het gaat over belangen
D
De politiek bemoeit zich ermee

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. In een mening geef je aan hoe je ergens over denkt.
2. Voor een goede mening moet je argumenten hebben.
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies