Werkwoordspelling. vwo4

Werwoordspelling
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Werwoordspelling

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Om welke werkwoordsvorm gaat het?
Gebiedende wijs? Bijvoeglijk naamwoord? Onvoltooid deelwoord?

Juich nu eens!
Het juichende publiek was niet te stoppen!
Juichend liep hij over straat.

Slide 3 - Tekstslide

Zeven mogelijkheden
Pvtt juicht
Pvvt juichte
Infinitief juichen
Voltooid deelwoord gejuicht
Gebiedende wijs juich!
Bijvoeglijk naamwoord juichende
Onvoltooid deelwoord juichend

Slide 4 - Tekstslide

Hij HAD (1)  dat werk MOETEN (2) AFMAKEN (3).
A
1= inf 2 =pvtt 3= vd
B
1= pvvt 2= pvtt 3= inf
C
1= pvvt 2 =inf 3= inf
D
1= pvtt 2= inf 3 = vd

Slide 5 - Quizvraag

De afgelopen(1) week is hij doorlopend(2) misselijk thuisgekomen(3).
A
1=bn 2= vd 3= inf
B
1=inf 2=vd 3= inf
C
1=bn 2=od 3= vd
D
1= inf 2=od 3= vd

Slide 6 - Quizvraag

Op de aangegeven(1) datum besloot hij te fietsen(2) en werd zijn leven voorgoed veranderd(3).
A
1=inf 2=inf 3=vd
B
1=bn 2=inf 3=vd
C
1=bn 2=inf 3=inf
D
1=vd 2=inf 3=vd

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

Het gebeur... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
A
gebeurd
B
gebeurt

Slide 9 - Quizvraag

Weet je wel wat het (betekenen) als je werkwoordspelling echt beheerst?
A
betekend
B
betekent

Slide 10 - Quizvraag


Afgelopen weken (besteden)
we veel tijd aan werkwoordspelling
A
besteden
B
besteede
C
besteedden
D
besteeden

Slide 11 - Quizvraag

Vin.. jij werkwoordspelling moeilijk om te leren?
A
Vindt
B
Vind

Slide 12 - Quizvraag

werkwoordspelling
(worden) ... je vader boos als je een onvoldoende haalt?
A
word
B
wordt

Slide 13 - Quizvraag

Terwijl hij weer eens (lallen) door de straten reed, (verzuchten) een hele groep mensen dat het nu echt klaar moest zijn.
A
lallend-verzuchtte
B
lallend-verzuchtten

Slide 14 - Quizvraag

De media (berichten) gisteren uitgebreid over de vele mensen die begin dit jaar hun land (ontvluchten)
A
berichtte ontvluchten
B
berichten-ontvluchten
C
berichtten-ontvluchtten
D
berichtte ontvluchtte

Slide 15 - Quizvraag

Zelf oefenen
https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-werkwoordspelling/

https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-werkwoordspelling-3/

https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-werkwoordspelling-2/

Slide 16 - Tekstslide