Les 1 Periode 2 Mavo 2

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wel op tafel:
Map
Pen
Feniksboeken

Welkom bij de Geschiedenisles ZM2C!

Niet op tafel:
Telefoon of Zakkie
Laptop
Tas

Startvragen: Schrijf de antwoorden op de volgende vragen in je schrift:
1. Hoe kon je regent worden in de Republiek?
2. In welk jaar was het Rampjaar?
3. Welke beslissingen nam de Staten-Generaal?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat had de Republiek NIET?
A
Geld
B
Handelscontacten
C
Koning
D
Tolerantie

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Programma deze les:
1. Warming-Up
2. Lesdoelen
3. Filmpje en vragen
4. Uitleg/Lesson-Ups over Absolutisme, Standen, 
Verlichting en Revolutie
5. Opdrachten




Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofddoelen






Kun je de begrippen ambachtslieden, farao, ambtenaren, sociale verschillen, hiërarchie en hiërogliefenschrift uitleggen. (R)


Je kunt uitleggen dat Egypte rond 3000 werd verenigd door een farao. (R)
Je kunt uitleggen hoe het hiërogliefenschrift hielp bij het besturen van een staat. (T2)

Je kunt uitleggen waarom er rituelen waren bij het maken van mummies. (T1)
Je kunt uitleggen waarom alleen de aller rijksten zich een mummificatie konden veroorloven, en dat daarom mummies iets zeggen over sociale verschillen in Egypte. (T2)
Je kunt verklaren wat de sociale, politieke en economische veranderingen met de gemeenschappen deed. (T2)




















Subdoelen/checklist
Hoofddoel
Je kunt uitleggen hoe absolutisme werkt en welke kritiek hier op kwam
1. Je kunt de begrippen absolutisme, Franse revolutie, grondrechten en verlichting uitleggen (R)

2. Je kunt de standen in de Franse samenleving van voor de revolutie benoemen en herkennen (T1)

3. Je kunt uitleggen welke kritiek er kwam op het absolutisme (T1)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Vragenlijstje bij de histoclip De Franse Revolutie
De start van de revolutie is de bestorming van de Bastille op 14 juli 1789.
1. Waarom dit gebouw ?
2. Welke 3 standen waren er in Frankrijk ?
1
2
3
3. Waarom was de staatskas leeg ?
4. Welke oplossing heeft de koning hiervoor bedacht ?
5. Welke eisen heeft de 3e stand ? Dus, wat willen de burgers en boeren ?
-
-
-
-
6. De revolutie breidt zich uit naar het platteland, waar strijden ze voor ?
-
-
-
7. De koning wordt door een boze groep vrouwen naar Parijs gehaald. Waarom ?
-
-
8. Marie-Antoinette schrijft haar broer, wat vraagt ze van hem ?
9. De koning vlucht met zijn gezin, maar vlak bij de grens worden ze aangehouden. Ze moeten terug naar Parijs. Wat is de reactie van de 3e stand ?
10. Waar ligt de macht nu ?
1792 : Oostenrijk valt Frankrijk binnen. De bevolking geeft de koning en koningin hiervan de schuld. Ze worden gevangen genomen en de koning wordt afgezet.
11. Wat is de aanklacht ?
12. Wat is het oordeel ?
13. Hoe loopt het af met Lodewijk 17e en Marie- Antoinette ?

De standen
  • Eerste stand (Geestelijken)

  • Tweede stand (Adel)

  • Derde stand (Boeren en burgers)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lodewijk de 14e





  • De Franse koning mocht alles zelf bepalen, hij had alle macht.
  • Dit noemen we absolutisme.
  • Andere groepen (standen) moesten naar hem luisteren!
  • De koning woonde in zijn paleis Versailles

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Paleis Versailles

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wil je meer zien? Bekijk dan deze video:
https://www.youtube.com/watch?v=zdYeG4eZNpQ 

Slide 11 - Tekstslide

https://www.youtube.com/watch?v=zdYeG4eZNpQ
Oneerlijk verdeeld
Koning Lodewijk XVI (de 16e)

Alle macht

Geen verantwoording

Absolute koning


absolutisme
Vorm van regeren waarbij de koning alle macht heeft. 

Slide 12 - Tekstslide

Lodewijk XVI had alle macht in eigen handen.
Iedereen aan het hof probeerde voorrechten te krijgen van Lodewijk. Op deze manier hield de koning alle macht in eigen handen.
Omdat Lodewijk (XVI) zich niet hoefde te verantwoorden aan iemand, was hij een absolute koning.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1ste stand
2e stand
3e stand
Adel
Boeren en burgers
Geestelijkheid

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze groep betaalt alle belastingen
Deze groep moet vechten voor de koning
Geestelijkheid
Adel
Boeren en burgers
Deze groep bid tot God

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Verlichting
  • Verlichting --> nieuwe manier van denken waarbij kritisch zijn centraal stond.
  • Men dacht na over wat goed was en wat fout was.

  • Veel ideeën uit de verlichting vinden we nu normaal:
  1. alle mensen zijn gelijkwaardig.
  2. grondrechten (grondwet)
  3. leiders van het volk moeten naar wat het volk wil.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Verlichting
  • De Franse filosoof Rousseau dacht na over het koningschap -->de macht van een koning komt van het volk, niet van God.


  • De Verlichte denker Montesquieu dacht na over het bestuur van een land -->niet alle macht naar een persoon of groep (Trias Politica).
  • (Uitvoerende macht, wetgevende macht, rechtelijke macht)
Jean-Jacques Rousseau op 41-jarige leeftijd
Schilderij van Maurice-Quentin de La Tour, 1753.
Montesquieu, 1728. Schilder onbekend

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Absolutisme =
A
Samen beslissen
B
Alleen beslissen

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Standen is een ander woord voor
A
klassen
B
koningen
C
groepen mensen
D
paleis

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mensen moeten luisteren naar wat de vorst en de kerk hen vertellen.
A
Absolutisme
B
Verlichting

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mensen moeten zélf nadenken over hoe het leven en de samenleving in elkaar zitten.
A
Absolutisme
B
Verlichting

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De vorst bepaalt de wetten samen met zijn ministers en een parlement.
A
Absolutisme
B
Verlichting

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De vorst en de kerk zijn duidelijk meer waard dan de gewone mensen.
A
Absolutisme
B
Verlichting

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Handel in tot-slaaf-gemaakten en slavernij moeten worden afgeschaft.
A
Absolutisme
B
Verlichting

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak opdracht 1 t/m 8 (werkboek blz. 45-46) 
timer
3:00
IN STILTE!

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Absolutisme
Vorm van regeren waarbij een koning alle macht heeft
Schrijf op!
timer
2:00

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht:
- 3 standen
- 10 minuten
- Leerboek bladzijde 26-27, filmpje en zelf opzoeken


timer
10:00

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5 juli 1789 de Statenvergadering

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De schatkist raakt leeg...
Mislukte oogsten (1788 en 1789)
--> Brood duur

Werkloosheid
------------------> Wat doet de koning???
------------------> Wat doet de Derde Stand???



Slide 29 - Tekstslide

Dit komt door:
De oogsten (1788 en 1789) waren mislukt, daardoor werd de prijs van brood veel hoger.
Er was een hoge werkloosheid.
Oorlogen kosten veel geld (Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog).
Ruzie tussen de standen
Lodewijk XVI: "extra belasting!"

Eerste stand (geestelijkheid) en Tweede Stand (adel): "Nee!"

Derde Stand (de Rest): "Meer invloed graag!"




Slide 30 - Tekstslide

Lodewijk wilde extra belasting heffen. Daarvoor had hij toestemming voor nodig van de drie standen.
De geestelijkheid en adel wilden geen belasting betalen.
De derde stand wilde meer invloed in het bestuur.
Opdrachten 
Maak opdrachten 4 t/m 8 (werkboek blz. 46-47)
timer
5:00

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lodewijk XVI en Marie-Antoinette






  • Lodewijk was de tweede kleinzoon van de Franse koning
  • Lodewijk was een verlegen en onhandige jongeman
  • Zijn ouders en broer stierven plots, hij was de nieuwe troonopvolger
  • Trouwde met Marie-Antoinette (14) op zijn 15de.
  • Op 19 jarige leeftijd werd hij koning.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies







LB blz. 26

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geldgebrek
  • In 1788 en 1789 waren er slechte oogsten. Wat is hier een gevolg van?

  • Er was weinig geld in de schatkist over door de luxe levensstijl van de eerste en tweede stand.

  • Samenkomen in een vergadering. De oplossing was: eerste en tweede stand belasting betalen. Dit werd afgewezen.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Revolutie!
  • Eed op de kaatsbaan (1789)

  • Bestorming van de Bastille (gevangenis)--> het begin van de Franse Revolutie



Schilderij: Le Serment du Jeu de paume (Jacques-Louis David, na 1791).


Prise de la Bastille (bestorming van de Bastille) door Jean-Pierre-Louis-Laurent Houël, 1789.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bronnen
  • Directe bronnen
  • Brief van Marie-Antoinette

  • Indirecte bronnen
  • Boek dat iemand over Marie-Antoinette schreef

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies