reporteros 1 unidad 2 lección 1

reporteros 1 unidad 2 lección 1
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

reporteros 1 unidad 2 lección 1

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

el programa de hoy:
>> Nakijken huiswerk
Lesdoel: Hoe zeg je in het Spaans dat je iets leuk vindt en hoe reageer je op dit soort zinnetjes?
“Me gusta el fútbol, ¿y a ti? A mí también”
TB 4, p. 35
TB 5, p. 35
Daarna verder oefenen in WB

Slide 3 - Tekstslide

TB 4, p. 35 (in je schrift)
Kijk naar het groene blok.
Me gusta = ik hou van ....
¿Y a ti? = en jij?

Welke 2 reacties kunnen bij: 
Me gusta jugar al hockey.
En bij:
No me gusta estudiar.

Reageren:
a mí también = ik ook
a mí no = ik niet

a mí tampoco = ik ook niet
a mí sí = ik wel

TB 5, p. 35: schrijf je gesprekje uit!

Slide 4 - Tekstslide

Zelfstandig in WB
WB 10: gebruik bij F (no) me gustaN los cómics.
WB 11: maak alleen zinnen c, d, f t/m i.
WB 12: Gebruik nu voor hij/zij vindt leuk LE gusta. 
In je reactie is “a mí también/ a mí no – a mí sí en a a mí tampoco genoeg. Dan past het beter op de lijntjes ;

Klaar? Begin met het leren van de woorden van les 2 (zie magister huiswerk)

timer
10:00

Slide 5 - Tekstslide

El programa de hoy:

Lesdoel: Praten over eten, wat vind je lekker? Wat zit er in bepaalde gerechten? Wat mag je niet eten? Waar ben je allergisch voor?

TB 1 t/m 5 p. 36 + 37

Oefenen in WB

Slide 6 - Tekstslide

TB 1 t/m 3 p. 36
Maak zelfstandig de opdrachten 1 t/m 3 in je schrift. 

Klaar?
WB 1, p. 33: Je hoeft de zinnen niet te corrigeren, alleen V (=waar) of F (=niet waar)



timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide

ANTWOORDEN TB
TB 1, p. 36
Paquita = 3
Miguel = 4
Sandra = 1
Alejandro = 2





TB 2, p. 36
A = la tortilla de patatas
B = las albóndigas
TB 3, p. 36
(No) me gusta la tortilla
(No) me gustan las albóndigas
(No) me gusta la menestra
(No) me gusta el pollo al curry con arroz.

Slide 8 - Tekstslide

TB 4, p. 37
Kijk naar de plaatjes


Slide 9 - Tekstslide

TB 5, p. 37
No puedo comer .... = ik kan niet eten
Soy alérgico/a = ik ben allergisch

Slide 10 - Tekstslide

Antwoorden:
TB 4, p. 37: Mi día favorito es el (20 de noviembre)
TB 5, p. 37
1. 3 de noviembre
2. 2 de noviembre
3. 6 de noviembre

Slide 11 - Tekstslide

Maak in je WB
WB 1, p. 33: Je hoeft de zinnen niet te corrigeren, alleen V (=waar) of F (=niet waar)
solo = alleen
WB 3, p. 33
WB 5, p. 34: gebruik de woorden uit opdracht 4.
WB 6, p. 35
WB 9, p. 36

Slide 12 - Tekstslide

El programa de hoy:
>> huiswerk nakijken & bespreken (= WB 10,11,12 + 1,3,5,6,9)

Start lección 3 (unidad 2)

Doel: praten over dieren & karakters.
TB 1 t/m 3, p. 38
WB 1, 2, 5 & 6



Slide 13 - Tekstslide

TB 1, p. 38
Lees de reportage en schrijf in het Spaans op of je het eens bent met de mening over deze dieren.

Ermee eens:
Yo también creo que los/las __ son __
(= ik vind ook dat ___ ____ zijn)
Ermee oneens:
Yo creo que los/las____ sí/no son ____
(= ik vind dat _____ wél/niet ____ zijn)
los gatos               los reptiles




las cobayas                 los perros


Slide 14 - Tekstslide

TB 2, p. 38 = WB 3, p. 40
Schrijf een zin over je favoriete dier:

Mi animal favorito es (un perro) porque es (cariñoso).
Mijn favoriete dier is (een hond) omdat hij (lief) is.

Evt: Tengo (un perro) que se llama (Rakker)
Ik heb (een hond) die (Rakker) heet.

Schrijf nu een zin over een dier wat je haat:

Odio (los reptiles) porque son (feos y aburridos)
Ik haat (reptielen) omdat ze (lelijk en saai) zijn.

Slide 15 - Tekstslide

TB 3, p. 38

Kies één dier (zie de plaatjes)  beschrijf dit dier met zoveel mogelijk bijvoeglijk naamwoorden.
check het roze blok!

rápido/a(s) = snel
lento/a(s) = langzaam

Let op:
las tortugas son lentas
los caballos son rápidos

Slide 16 - Tekstslide

Zelfstandig in WB
WB 1, p. 39
comprensiva = begripvol/ pantalla = scherm/ te propone = voor je kiest
WB 2, p. 40
mayoría de .... (meest gekozen) Vertaal in grote lijnen jouw uitkomst en geef aan of je het ermee eens bent. Doe dit in je schrift, in het Nederlands..
WB 5, p. 41
WB 6, p. 41


Klaar? Begin met het leren van de woorden van les 3.

timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide

El programa de hoy:
Afmaken lección 3 (unidad 2)
Doel: praten over dieren en wat die graag doen.
TB 4 & 5 p. 39
WB 7 t/m 10 + 12




Slide 18 - Tekstslide

TB 4, p. 39

Lees de tekst en geef antwoord op de vragen:

a: Wie op de foto is Nora?
b: Wat vindt ze leuk om te doen? (Noem 3 dingen)

TB 5, p. 39

Beschrijf wat de dieren doen, kies het juiste werkwoord uit, en zet in de goede vorm!
cantar - correr - comer - nadar

El pez Leo ________
La vaca Paca _______  hierba.
La gata Rosita  ____________
El pájaro Piolín ___________

Slide 19 - Tekstslide

Zelfstandig in WB
WB 7, p. 41
necesitar = nodig hebben/ no hacer nada = niks doen/ no recordar nada = niks onthouden/ despacio = langzaam.
WB 8, p. 42
WB 9, p. 42
WB 10, p. 43
WB 12, p. 44: a- sociables/ cosas graciosas = grappige dingen.
Alle woorden maar één keer gebruiken!


Klaar? Begin met het leren van de woorden van les 3.

timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide

El programa de hoy
> huiswerk nakijken
> toetsstof doornemen
> proeftoets bekijken

>> Inloggen online licentie + studygo

Slide 21 - Tekstslide