In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Introductie
Les 2 Storyboard.
Een storyboard lijkt op een stripverhaal. Een storyboard wordt gebruikt bij het maken van een film. Het verhaal in tekst wordt omgezet in een verhaal in beeld. Een storyboard is heel handig omdat je in een storyboard heel snel kunt zien wat er gebeurt en wat er gefilmd moet worden op welke manier.
Instructies
Benodigdheden:
Digibord met geluid, verbonden met het internet
LessonUp-les ‘De Filmfabriek, gr 3/4, les 2’
Bijlage 2.1: Begrippenlijst storyboard (gr 1 t/m 8, les 2)
Bijlage 2.2: Werkblad storyboard (gr 3/4, les 2) kopie voor elke leerling
Bijlage 1.2: Werkblad verhaal (gr 1 t/m 8, les 1) ingevuld, uit de vorige les
Evt. een telefoon/tablet/iPad met camera of tablet/iPad voor de extra opdracht
Voorbereiding:
Bekijk de lesbeschrijving, de bijbehorende LessonUp-les en zet deze voor aanvang van de les klaar.
Bekijk bijlage 2.1 (begrippenlijst).
Pak bijlage 1.2 (werkblad verhaal) uit de vorige les erbij.
Print voor elke leerling bijlage 2.2 (werkblad storyboard).
Zorg voor een opgeladen telefoon/tablet/iPad met camera.
Leerdoel: Aan het einde van de les kennen de leerlingen de drie kaders en bijbehorende begrippen; ‘totaal’, ‘medium’ en ‘close-up’. Tevens kunnen ze deze gebruiken bij het maken van een storyboard. De leerlingen weten dat ze tijdens het filmen niet in de camera mogen kijken.
Opdracht:
Storyboard:
Geef elke leerlingen een kopie van bijlage 2.2: Werkblad storyboard. Laat ze hier hun naam op schrijven. Laat de leerlingen vervolgens een storyboard maken n.a.v. het zelfbedachte verhaal en gebruik hierbij de kaders.
Teken een totaal van het begin van het verhaal (teken bijv. de hoofdpersonen van top tot teen of
de gehele locatie waar het verhaal zich afspeelt).
Teken een close-up van het midden van het verhaal (teken bijv. een kenmerkend voorwerp uit het
verhaal).
Teken een medium van het eind van het verhaal (hoe loopt het af?
Voorbeeld
Teken bijv. één van de hoofdpersonen met hoofd (met gezichtsuitdrukking) en middel.
Gebruik ter voorbeeld de afbeeldingen van Roodkapje: totaal van Roodkapje en de wolf, close-up van de tanden van de wolf, medium van Roodkapje en oma.
Klaar? Hang de tekeningen met de kaders op in de klas of verzamel ze en bewaar ze in een mapje. Eventueel kun je per leerling van al zijn/haar gemaakte werkbladen aan het einde van de acht lessen een eigen ‘filmboekje’ maken.
Werkbladen
Onderdelen in deze les
GROEP 5/6
LES 2: Storyboard
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Video
Bekijk het filmpje van Rein en Nikita
perspectief
Vogelperspectief: Hoog standpunt van de camera, waarbij je van bovenaf alles filmt.
Kikkerperspectief: Laag standpunt van de camera, waarbij je van onderaf naar boven filmt.
Ooghoogte: de ooghoogte van de persoon of het object dat wordt gefilmd.
Slide 3 - Tekstslide
Opdracht
Je hebt Rein net horen praten over vogel en kikkerperspectief, daar gaan de leerlingen mee oefenen.
Maak tweetallen: leerling A en leerling B
Leerling A: sta op je stoel en kijk omlaag naar leerling B.
Leerling B: hurk op de grond en kijk omhoog naar leerling A.
Hoe voelt dit?
Gedaan? Draai de rollen om!
Opdracht 2
kaders
Laat de leerlingen drie opdrachten doen; laat ze naar jou kijken,
laat ze naar hun eigen shirt kijken
laat ze naar buiten/de gang in kijken (iets wat ver weg is).
Vraag wat hun ervaring en de gemaakte kaders
Bijvoorbeeld:
Totaal: buiten
Medium: de juf/meester
Close-up: het eigen shirt
Shots
Als je filmt bepaal jij wat de ander gaat zien. Via een camerashot, het beeld dus, vertel je iets aan de kijker. In de volgende slide zie je een stukje uit de film van Mathilde, een verfilming van het boek van Roald Dahl. Let maar eens op hoeveel verschillende shots je in dit stukje film ziet!
Totaal Shot
Een totaalshot, je ziet dan de locatie, de acteurs. Maar je kunt niet zien wat iemand precies aan het doen is.
Close up
Wil je je kijker nog meer betrekken bij een persoon of wil je heel duidelijk een emotie laten zien dan maak je een close up!
Medium Shot
Wil je zien wat iemand aan het doen is dan laat je dat zien via een medium shot.
Slide 4 - Tekstslide
Rein heeft in het introductiefilmpje al iets verteld over perspectieven, in deze slide zien jullie extra informatie over de verschillende shots
Slide 5 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Close-up
Dichtbij; je ziet details. Hierdoor kun je bijvoorbeeld goed de handeling of de emotie van een acteur zien.
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Medium
Je ziet een persoon vanaf zijn middel tot en met het hoofd. Je kunt hiermee bijvoorbeeld een groepje mooi in beeld brengen en je kunt goed zien wat iemand doet. Hoe vindt deze moeder het om haar kind in bad te doen?
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Totaal
De camera staat ver weg. Je ziet veel en je ziet een overzicht. Hierdoor krijg je een goed beeld van bijvoorbeeld de plek waar de scène zich afspeelt. Hier zie je bijvoorbeeld een straat, met huizen, tuinen en trottoirs, je ziet auto's rijden, en kinderen spelen op straat. Het is de wijk waar Mathilde met haar familie woont.
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
TOTAAL
MEDIUM
CLOSE-UP
Slide 9 - Sleepvraag
De leerlingen slepen de fragmenten in de vakken: Totaal, Medium en Close-up.
Storyboard maken
Ga uit van het verhaal dat jullie bedacht hebben in les 1 en maak hier een storyboard van.
Het Storyboard
Dit is een storyboard. Een storyboard lijkt op een stripverhaal. Een storyboard wordt gebruikt bij het maken van een film. Het verhaal in tekst wordt omgezet in een verhaal in beeld. Een storyboard is heel handig omdat je in een storyboard heel snel kunt zien wat er gebeurt en wat er gefilmd moet worden op welke manier.
Slide 10 - Tekstslide
Opdracht
Vertel de leerlingen
Vorige les hebben jullie een verhaal geschreven. Dit verhaal gaan jullie allemaal tekenen in een storyboard. Zet jullie filmverhaal om in maximaal zes kleine, korte striptekeningetjes.
Teken verschillende shots en perspectieven. Omcirkel om welke type kader of perspectief het gaat in je shot gaat.
Schrijf eventueel onder het vakje wat er gebeurt of wat er wordt gezegd.
timer
10:00
Storyboard tekenen
Slide 11 - Tekstslide
Opdracht:
Geef elke leerlingen een kopie van bijlage 2.2: Werkblad storyboard. Laat ze hier hun naam op schrijven. Laat de leerlingen vervolgens een storyboard maken n.a.v. het zelfbedachte verhaal. Zet het verhaal om in drie kleine, simpele striptekeningen en gebruik hierbij de kaders.
- Teken een totaal van het begin van het verhaal (teken bijv. de hoofdpersonen van top tot teen of
de gehele locatie waar het verhaal zich afspeelt).
- Teken een close-up van het midden van het verhaal (teken bijv. een kenmerkend voorwerp uit het
verhaal).
- Teken een medium van het eind van het verhaal (hoe loopt het af? Teken bijv. één van de
hoofdpersonen met hoofd (met gezichtsuitdrukking) en middel).
Gebruik ter voorbeeld de afbeeldingen van Roodkapje: totaal van Roodkapje en de wolf, close-up van de tanden van de wolf, medium van Roodkapje en oma.
Klaar? Hang de tekeningen met de kaders op in de klas, geef ze mee naar huis, of verzamel ze en bewaar ze in een mapje. Eventueel kun je per leerling van al zijn/haar gemaakte werkbladen aan het einde van de acht lessen een eigen ‘filmboekje’ maken.