Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
A2_Kapitel 4_§E_werkwoorden in tegenwoordige tijd
Kapitel 4 §E Grammatik
A: Het werkwoord in de tegenwoordige tijd (das Präsens)
Seite 114/115
B: Het voltooid deelwoord (das Partizip)
Seite 118
1 / 25
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
25 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Kapitel 4 §E Grammatik
A: Het werkwoord in de tegenwoordige tijd (das Präsens)
Seite 114/115
B: Het voltooid deelwoord (das Partizip)
Seite 118
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Teil 1
Ergänze die Verben im Präsens (=tegenwoordige tijd)
Slide 6 - Tekstslide
1. (houden van)
Wir _______ Pferde.
A
liebst
B
halten von
C
lieben
D
halt von
Slide 7 - Quizvraag
2. (wonen)
________ du in Nijkerk?
A
Wohnst
B
Wohnen
C
Wohnt
D
Wohne
Slide 8 - Quizvraag
3. (doen)
Was _______ deine Schwester da?
A
machen
B
machst
C
macht
D
mache
Slide 9 - Quizvraag
4. (wensen)
Wer ________ sich ein Kaninchen?
A
wünscht
B
wünschen
C
wünsche
D
wünschst
Slide 10 - Quizvraag
5. (heten)
Meine Schwester ______ Sabine.
A
heißen
B
heißt
C
heißst
D
heiße
Slide 11 - Quizvraag
6. (bezoeken)
Herr Heuver, _______ Sie auch den Zoo?
A
bezucken
B
besüchen
C
suchen
D
besuchen
Slide 12 - Quizvraag
7. (vinden)
Warum ______ du Kühe besonders süß?
A
findest
B
findst
C
finst
D
fintest
Slide 13 - Quizvraag
8. (spelen)
_______ ihr gerne Volleyball?
A
spielen
B
spielt
C
spielst
D
spiele
Slide 14 - Quizvraag
Teil 2
Ergänze das Partizip (= voltooid deelwoord)
Slide 15 - Tekstslide
9. (verzorgen)
Ihr habt die Pferde _________
A
verzorgt
B
versorgt
C
geversorgt
D
geversorgd
Slide 16 - Quizvraag
10. (horen)
Hast du diese Musik schon _______?
A
gehört
B
gehort
C
gehören
D
hört
Slide 17 - Quizvraag
11. (doen)
Er hat gestern nichts _______
A
macht
B
gemachen
C
gemachd
D
gemacht
Slide 18 - Quizvraag
12. (kopen)
Wir haben ein neues Auto ________
A
gekauft
B
gekaufen
C
gekocht
Slide 19 - Quizvraag
13. (zwemmen)
Bist du den ganzen Tag _______?
A
geschwemmt
B
geschwummen
C
geschwommen
D
geschwimmen
Slide 20 - Quizvraag
14. (gaan)
Wann seid ihr ins Kino ______?
A
gegehen
B
gegangen
C
gegeht
D
gegangt
Slide 21 - Quizvraag
15. (haben)
Mein Freund hat immer Tiere ______
A
gehabst
B
gehabent
C
gehabt
D
gehaben
Slide 22 - Quizvraag
16. (trainieren)
Ich habe gestern viel _______
A
getrainieren
B
getrainiert
C
trainiert
D
trainieren
Slide 23 - Quizvraag
17. (bezoeken)
Heute habe ich endlich wieder meine Oma ________
A
besucht
B
gebesucht
C
gebesuchen
Slide 24 - Quizvraag
18. (beschrijven)
Lars hat sein Hamster toll _______
A
beschreibt
B
gebeschreibt
C
gebeschrieben
D
beschrieben
Slide 25 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
2hv - Grammatica Boek A
April 2023
- Les met
41 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
die Modalverben
Maart 2023
- Les met
14 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 5
Verben im Präsens
Maart 2021
- Les met
20 slides
Duits
Middelbare school
vmbo, havo, vwo
Leerjaar 1
Alltägliches Woche 3 (Letzte Woche und Perfekt)
September 2023
- Les met
22 slides
Duits
WO
Studiejaar 2
2hv Kapitel 4 -
Maart 2024
- Les met
34 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Zeig was du kannst H3
September 2021
- Les met
48 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Les 35 H4
Februari 2022
- Les met
16 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
3 havo Kapitel 2 4 les DU 4
Oktober 2024
- Les met
23 slides
Duits
Secondary Education