3.2 Planten

3.2 Planten

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

3.2 Planten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van een aanpassing van dieren aan hun omgeving?
A
Een giraffe heeft lange poten om snel te kunnen rennen.
B
Een leeuw heeft grote oren om beter te kunnen horen.
C
Een ijsbeer heeft een dikke vacht om warm te blijven.
D
Een vogel heeft veren om te kunnen zwemmen.

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is zijn aanpassingen bij planten om uitdroging te voorkomen?
A
Grote, platte bladeren
B
Kleine, dikke bladeren
C
een klein wortelstelsel
D
een groot wortelstelsel

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De snavel van een vogel is een aanpassing op de volgende factor
A
soort ecosysteem
B
soort eten
C
soort nest

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3.2 leerdoelen
  • De vier organen van de plant kunnen benoemen, met de bijbehorende taak.
  • Welke weefsels  er in een blad zitten
  • Kunnen benoemen welke stoffen planten nodig hebben en hoe ze deze stoffen opnemen.
  • Kunnen uitleggen hoe en welke stoffen vervoert worden in de plant.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.2 begrippenlijst
  • wortels-stengels-bladeren-bloemen
  • weefsels-opperhuid-nerven-bladmoes-huidmondje
  • huidmondje-koolstofdioxide-bladmoes-wortelharen-water-mineralen
  • vaatbundels-houtvaten(omhoog)-bastvaten(beneden)-zuigkracht

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functies van plantenorganen
  • Wortels: Opzuigen van water met mineralen uit de bodem.
  • Stengel: Vervoeren van water en opgeloste stoffen.

  • Bladeren: Fotosynthese (voedingsstoffen maken).
  • Bloem: Zorgt voor de voortplanting.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fotosynthese
Fotosynthese

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opnemen van stoffen
  • Via de huidmondjes in de bladeren komt koolstofdioxide de plant binnen. Wordt gebruikt voor fotosynthese.
  • Via de wortelharen zuigt de plant water en mineralen op. Dit wordt gebruikt voor transport, fotosynthese en het vullen van de vacuoles.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weefsels in een blad

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huidmondjes
Gaswisseling bij de plant

Slide 13 - Tekstslide

Over het algemeen hebben planten de huidmondjes aan de onderkant van het blad om overmatige verdamping van water tegen te gaan. Waterdamp heeft de neiging om te stijgen (door het temperatuurverschil met de lucht), dus als de zon op een blad zou schijnen met de huidmondjes bovenaan, zou het te snel uitdrogen.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plant in droog milieu:


  • Weinig huidmondjes
  • Behaard blad
  • Dikke waslaag
  • Klein bladoppervlak

Plant in vochtig milieu:


  • Veel huidmondjes
  • Glad bladoppervlak
  • Dunne bladeren
  • Grote bladeren

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wortelharen om water op te nemen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zonder wortelharen kan dat dus niet erg goed.
Maar met wortelharen gaat dat veel beter!
wortel zonder wortelharen ________
______________wortel met                                   wortelharen

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vaatbundels in een plakje stengel
Bastvaten en houtvaten 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vervoeren planten stoffen?
  • De stoffen gaan via vaten door de plant heen.
  • De vaten in een plant lopen vanaf de wortels tot in de nerven van de bladeren.

  • Vaten liggen in groepen bij elkaar; de vaatbundels.

  • Een vaatbundel bestaat uit 2 soorten vaten:
  1. Houtvaten
  2. Bastvaten

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



In de vaatbundels zitten:

Houtvaten:
Vervoeren water en mineralen
Omhoog.

Bastvaten:
Vervoeren water en glucose
naar beneden

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VRAGEN?

Slide 24 - Tekstslide

Wisselmoment: vragen?
(Huis)werk
3.2
opdracht 1 t/m 18

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies