6.4 kleuren

hst 6.4 "kleuren"
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

hst 6.4 "kleuren"

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
6.4.1 Je kunt uitleggen hoe je met een prisma kunt zien dat wit licht uit verschillende kleuren bestaat.
6.4.2 Je kunt uitleggen wat een spectrum is.
6.4.3 Je kunt opsommen uit welke kleuren wit licht bestaat.
6.4.4 Je kunt het verschil uitleggen tussen het licht van een halogeenlamp en een laser.
6.4.5 Je kunt uitleggen hoe de kleuren op een beeldscherm worden gemaakt.
6.4.6 Je kunt benoemen welke kleur of kleuren een gekleurd voorwerp weerkaatst.

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
herhaling vorige paragrafen
filmpje
uitleg over paragraaf 7.4

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling 

Slide 4 - Tekstslide

Omdat licht langs rechte lijnen beweegt, kun je op een eenvoudige manier de schaduw van een voorwerp tekenen.   

1 Teken de lichtstralen die net niet door het voorwerp tegengehouden worden (de ‘randstralen’).   

2 Kleur het gebied achter het voorwerp dat tussen de twee randstralen in ligt. Dit is het gebied waar het licht niet rechtstreeks kan komen: het schaduwgebied.
Zo teken je de schaduw van een voorwerp.

Slide 5 - Tekstslide

Kernschaduw en halfschaduw
Als een voorwerp door één klein lampje wordt verlicht, krijg je een duidelijk schaduwbeeld. De overgang van licht naar donker is scherp. Als een voorwerp door twee lampjes wordt verlicht, ontstaan er twee schaduwbeelden. 
 

De schaduw van een hand die door twee lampjes wordt verlicht.

Slide 6 - Tekstslide

Kernschaduw
Het licht van de twee lampjes kan hier niet komen.

Halfschaduw   
Hier kan het licht van het ene lampje wel komen, maar van het andere lampje niet. 
Zo ontstaan kernschaduw en halfschaduw.

Slide 7 - Tekstslide

Spiegelbeelden bekijken
In een spiegel zie je een levensecht beeld van je eigen wereld. Het spiegelbeeld heeft zelfs diepte: het lijkt echt achter de spiegel te liggen. Kijk maar eens naar je hand, als je een spiegel vasthoudt, en dan naar het beeld van je gezicht. Je voelt dat je ogen zich steeds anders moeten instellen. Het spiegelbeeld is verder weg dan je hand. 
 De spiegelwereld verschilt op één belangrijk punt van de wereld voor de spiegel. Dat merk je meteen als je tekst bekijkt via een spiegel. Je ziet de tekst dan in spiegelschrift 

Slide 8 - Tekstslide

Spiegelschrift ziet er gewoon uit als je het via een (achteruitkijk)spiegel bekijkt.

Slide 9 - Tekstslide

Kleurenspectrum

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Kleurenspectrum
wit bestaat uit:
  • Rood
  • Oranje
  • Geel
  • Groen
  • Blauw
  • Indigo
  • Violet
ook wel: ROGGBIV

Slide 12 - Tekstslide

Zakspectroscoop

Slide 13 - Tekstslide

TL-buis of gloeilamp

Gloeilamp: Veel rood licht (warm)

TL-buis: Veel groen en violet (koud)

Slide 14 - Tekstslide

Voorwerpen en licht
Gele trui: Weerkaatst vooral geel licht
Andere kleuren licht worden geabsorbeerd (omgezet in warmte)
Bijna alles is een mengsel
Wit: Weerkaatst alle kleuren
Zwart: Absorbeert alle kleuren

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Lampen en kleur
Als een lamp maar 1 kleur licht uitstraalt, kan alleen die kleur worden teruggekaatst
Bijv. straatlantaarns: natriumlampen
Zuiver geel licht
Gele trui lijkt geel
Paarse trui lijkt zwart: alle kleuren worden geabsorbeerd en er is geen gele kleur om te weerkaatsen


Slide 17 - Tekstslide

Violet licht

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag
Lezen en maken 6.4

Slide 19 - Tekstslide