B3 Beenverbindingen

• Biologie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

4.2 herhalen 

Lijmstof en kalk

Wat gebeurd er als je een bot verbrand? Is hij dan flexibel of heel hard? Hoe komt dat?

Wie zal het snelst een bot breken?

1. Een bejaard iemand
2. Een volwassene
3. Een puber
4. Een baby

Hoe komt het dat een baby zijn tenen in zijn mond kan doen?

1. Hij heeft veel spieren
2. Hij heeft veel kalk in zijn botten waardoor hij flexibel is
3. Hij heeft veel lijm in zijn botten waardoor hij flexibel is
4. Hij is nog jong en nog geen last van stijve spieren

B3 Beenverbindingen

Doelen

• Je kan vier beenverbindingen beschrijven.
• Je kan de bouw van een gewricht beschrijven.
• Je kan de werking van een kogelgewricht, een scharniergewricht en een rolgewricht beschrijven.
  

4 verschillende beenverbindingen

Kraakbeen

De bouw van een gewricht

• Het ene bot heeft een gewrichtskogel, het andere bot een gewrichtskom.
  
• Zijn beide bedekt met kraakbeen.
• Gewrichtskapsel zorgt ervoor dat de botten van het gewricht aan elkaar vast zitten. 
• Gewrichtssmeer een soort smeervet dat afgegeven wordt door de binnenkant van het gewrichtskapsel.

Heupgewricht

• Bij sommige botten zitten er stevige kapselbanden om het gewricht heen.
  
  
• Helpt de botten op hun plaats houden.

https:

Twee typen gewrichten

Succes !

vergroeiiing

naadverbinding

gewrichten

 kraakbeen

Aan de slag!

Maak 4.3 opdracht 1 t/m 8  

Succes !

vergroeiiing

naadverbinding

gewrichten

 kraakbeen

Hoeveel soorten beenverbindingen zijn er?

1. 10
2. 3
3. 200
4. 4

Een middenhandsbeentje is verbonden met een vingerkootje door:

1. Naadverbinding
2. Vergroeide verbinding
3. Kraakbeen verbinding
4. Gewricht