Uitkeringen zoals de AOW zijn sociale verzekeringen. Wie verzekert zich en hoe gebeurt dat? Kruis het juiste antwoord aan.
A
Werklozen verzekeren zich doordat ze een bepaald bedrag van de overheid krijgen.
B
Werknemers verzekeren zich tegen bijvoorbeeld werkloosheid door een bepaald deel van het salaris als premie af te dragen.
C
Werkgevers verzekeren zich tegen slechte tijden door een deel van het loon van hun werknemers in te houden.
D
De overheid verzekert zich tegen de kosten die gemaakt worden tijdens een economische crisis.
Slide 14 - Quizvraag
Gebruik je tekstboek pagina 61 titel Opbouw van de verzorgingsstaat. Leg uit waarom de verzorgingsstaat in de jaren 50 en 60 makkelijk betaald konden worden.
Slide 15 - Open vraag
2.3 NED na 1945
sociale zekerheid 4/4
1990 verzorgingsstaat te duur
GEVOLG bezuinigingen
Minder solidariteit (groepsgevoel) en meer individualisering (eigen behoeftes)
grondwet 1983 staat sociale zekerheid. De staat is het verplicht.
Leerdoel
Je weet hoe de verzorgingsstaat werd herzien
Slide 16 - Tekstslide
De kosten van de verzorgingsstaat liepen hoog op. Kruis de twee juiste uitspraken aan. (jaren 90)
A
Door de crisis groeide het aantal werklozen.
B
In tien jaar tijd verdubbelde het aantal Nederlanders boven de 65 jaar.
C
Tussen 1973 en 1975 nam het aantal arbeidsongeschikten spectaculair toe.
D
Steeds meer mensen belandden in de WAO
Slide 17 - Quizvraag
In hoeverre vindt jij dat we een verzorgingsstaat nodig hebben?
Slide 18 - Open vraag
Door die slechte omstandigheden kwam de sociale kwestie op. De sociale kwestie in Nederland (1870-1918) is de discussie over de werk- en leefomstandigheden van de arbeiders.
De sociale kwestie was een gevolg van de industriële revolutie en leidde tot de eerste vormen van sociale wetgeving, nu kenmerkend voor onze verzorgingsstaat.