The Present Simple: gebruik
Wanneer gebruik je de
Present Simple?
Je gebrukt de present simple als iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
I always shower after playing football. --> Ik douche altijd na het voetballen.
They never cheat during a test. --> Zij spieken nooit tijdens een toets.
We often go to the cinema together. --> Wij gaan vaak naar de film samen.
Vaak staat er in een zin met de present simple een signaalwoord.