Instaptest

Herkennen van grootheden en eenheden
Via deze test ga jij kijken of je grootheden en eenheden kan herkennen
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NaskMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Herkennen van grootheden en eenheden
Via deze test ga jij kijken of je grootheden en eenheden kan herkennen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze module kan jij:
- grootheden en eenheden onderscheiden
- symbolen van grootheden en eenheden onderscheiden.

Slide 2 - Tekstslide

Welk woord is een grootheid?
A
lengte
B
meter
C
seconde
D
volt

Slide 3 - Quizvraag

Welk woord is een grootheid
A
ampère
B
dichtheid
C
graden Celsius
D
watt

Slide 4 - Quizvraag

welke grootheid hoort bij de eenheid kilogram
A
dichtheid
B
massa
C
temperatuur
D
volume

Slide 5 - Quizvraag

welke grootheid hoort bij de eenheid
kilogram per kubieke meter?
A
dichtheid
B
massa
C
vermogen
D
volume

Slide 6 - Quizvraag

Grootheid
Een grootheid is een eigenschap die je kunt meten met een meetinstrument.
Lengte met een meetlat/liniaal, geodriehoek, hectometerpaaltjes
massa met een weegschaal 
temperatuur met een thermometer

Slide 7 - Tekstslide

Eenheid
Een grootheid meet je met een meetinstrument. Het meetinstrument geeft aan met welke maat je dit meet.
Lengte kan je meten in bijvoorbeeld..........
Massa meet je in bijvoorbeeld ......

Slide 8 - Tekstslide

Eenheid
In Engeland gebruiken ze Mile, wij gebruiken kilometer. Welke is juist?
Internationaal afgesproken voor bepaalde eenheden en die zijn te herkennen aan symbolen. Dit zijn SI-eenheiden als in standaard international (op zijn frans)

Slide 9 - Tekstslide

SI-eenheden

Slide 10 - Tekstslide

Herkennen
Om een eenheid te herkennen, staat er vaak een afkorting achter een getal. Jullie moeten deze aan de correcte grootheid koppelen. Moet je wel weten wat er met een afkorting wordt bedoeld.

Slide 11 - Tekstslide

dichtheid
massa
tijd
volume
Kilogram
kilogram per kubieke meter
liter
seconde

Slide 12 - Sleepvraag

spanning
stroomsterkte
temperatuur
vermogen
volt
ampère
graden celcius
watt

Slide 13 - Sleepvraag

Welke grootheid hoort bij het symbool I (hoofdletter i)
A
lengte
B
spanning
C
stroomsterkte
D
vermogen

Slide 14 - Quizvraag

welke grootheid hoort bij het symbool ρ
A
dichtheid
B
spanning
C
temperatuur
D
vermogen

Slide 15 - Quizvraag

Welk symbool hoort zowel bij een eenheid als bij een grootheid?
A
t
B
T
C
U
D
V

Slide 16 - Quizvraag

Koppel de eenheid aan de juiste grootheid
I
A
A
B
°C
C
s
D
V

Slide 17 - Quizvraag

Koppel de eenheid aan de juiste grootheid
t
A
A
B
°C
C
s
D
V

Slide 18 - Quizvraag

Koppel de eenheid aan de juiste grootheid
T
A
A
B
°C
C
s
D
V

Slide 19 - Quizvraag

Koppel de eenheid aan de juiste grootheid
U
A
A
B
°C
C
s
D
V

Slide 20 - Quizvraag

Koppel de eenheid aan de juiste grootheid.
m
A
kg
B
kg/m3
C
m3
D
W

Slide 21 - Quizvraag

Koppel de eenheid aan de juiste grootheid.
P
A
kg
B
kg/m3
C
m3
D
W

Slide 22 - Quizvraag

Koppel de eenheid aan de juiste grootheid.
ρ
A
kg
B
kg/m3
C
m3
D
W

Slide 23 - Quizvraag

Koppel de eenheid aan de juiste grootheid.
V
A
kg
B
kg/m3
C
m3
D
W

Slide 24 - Quizvraag

Koppel de grootheid aan de juiste eenheid
kg
A
m
B
t
C
U
D
V

Slide 25 - Quizvraag

Koppel de grootheid aan de juiste eenheid
m3
A
m
B
t
C
U
D
V

Slide 26 - Quizvraag

Koppel de grootheid aan de juiste eenheid
s
A
m
B
t
C
U
D
V

Slide 27 - Quizvraag

Koppel de grootheid aan de juiste eenheid
V
A
m
B
t
C
U
D
V

Slide 28 - Quizvraag

Ga nu aan de slag
Digitaal op je tablet
Paragraaf 1.3 oefenen met driehoekmethode + oefenen met P = U x I
Paragraaf

Slide 29 - Tekstslide