H1 - Licht || P1-3

1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog?

Slide 2 - Tekstslide

Er zijn 2 soorten lichtbronnen.
De eerste is .....
A
Zon
B
Maan
C
Direct
D
Lamp

Slide 3 - Quizvraag

Er zijn 2 soorten lichtbronnen.
De tweede is .....
A
Zeer direct
B
Prodirect
C
Ondirect
D
Indirect

Slide 4 - Quizvraag

Zet de lichtbronnen bij de juiste soort neer.
Directe lichtbron
Indirecte lichtbron
Zaklamp
Je tafel
Je laptop
Het gezicht van je buurman
De zon
De maan
Bliksem

Slide 5 - Sleepvraag

Er zijn 2 soorten terugkaatsing.

Welke vorm van terugkaatsing zorgt ervoor dat je de tafel kan zien?
A
Reflectie
B
Diffuse terugkaatsing
C
Directe terugkaatsing
D
Indirecte terugkaatsing

Slide 6 - Quizvraag

Er bestaan 3 soorten lichtbundels.

Hoe heet de lichtbundel die hiernaast staat?
A
Daan
B
Convergent
C
Divergent
D
Evenwijdig

Slide 7 - Quizvraag

Er bestaan 3 soorten lichtbundels.

Hoe heet de lichtbundel die hiernaast staat?
A
Dani
B
Convergent
C
Divergent
D
Evenwijdig

Slide 8 - Quizvraag

Er bestaan 3 soorten lichtbundels.

Hoe heet de lichtbundel die hiernaast staat?
A
Daniel
B
Convergent
C
Divergent
D
Evenwijdig

Slide 9 - Quizvraag

Heb je goed opgelet?

Waar staat de pijl als je een lichtstraal tekent?
A
Aan het begin
B
Aan het einde
C
In het midden
D
Welke pijl?

Slide 10 - Quizvraag

Er bestaan 3 soorten lichtbundels.

Hoe heet deze lichtbundel?
A
Geen idee, dat heeft hij/zij/hen mij nog nooit verteld
B
Convergent
C
Divergent
D
Evenwijdig

Slide 11 - Quizvraag

Er bestaan meerdere lenzen.

Deze lens is...
A
Bol
B
Hol
C
Stol
D
Krol

Slide 12 - Quizvraag

Er bestaan meerdere lenzen.

Deze lens is...
A
Positief
B
Negatief
C
Neutraal
D
Depressief

Slide 13 - Quizvraag

Er bestaan meerdere lenzen.

Deze laat het licht...
A
Divergeren
B
Convergeren
C
Evenwijdig
D
Comprimeren

Slide 14 - Quizvraag

Er bestaan meerdere lenzen.

Deze lens is...
A
Bol
B
Hol
C
Stol
D
Krol

Slide 15 - Quizvraag

Er bestaan meerdere lenzen.

Deze lens is...
A
Positief
B
Negatief
C
Progressief
D
Conservatief

Slide 16 - Quizvraag

Er bestaan meerdere lenzen.

Deze laat het licht...
A
Divergeren
B
Convergeren
C
Evenwijdig
D
Comprimeren

Slide 17 - Quizvraag

Heb je goed opgelet?
Uit welke kleuren bestaat wit licht?
-OF-
Wat zijn de kleuren van de regenboog, in de juiste volgorde?
(tip: ROGGBIV)

Slide 18 - Open vraag

Welke kleur licht kan ik zien als ik:

Wit licht schijn op een witte tafel?
A
Wit
B
Zwart
C
Alles
D
Geen

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Welke kleur licht kan ik zien als ik:

Wit licht schijn op een zwarte tafel?
A
Wit
B
Zwart
C
Alles
D
Geen

Slide 21 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de kleuren?

Die worden ....
A
Geabsorbeerd
B
Gedecoreerd
C
Gereflecteerd
D
Gecastreerd

Slide 22 - Quizvraag

Licht kan worden geabsorbeerd of terug worden gekaatst.

Welke kleur licht wordt terug gekaatst door een blauwe tafel?


A
Wit
B
Zwart
C
Alleen blauw
D
Alles behalve blauw

Slide 23 - Quizvraag

Licht kan worden geabsorbeerd of terug worden gekaatst.

Welke kleur licht wordt geabsorbeerd door een blauwe tafel?


A
Wit
B
Zwart
C
Alleen blauw
D
Alles behalve blauw

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Welke kleur licht kan ik zien als ik:

Wit licht schijn op een blauwe tafel?
A
Wit
B
Zwart
C
Blauw
D
Alles behalve blauw

Slide 26 - Quizvraag

Licht kan worden geabsorbeerd of terug worden gekaatst.

Welke kleur licht wordt terug gekaatst door een gele tafel?


A
Wit
B
Zwart
C
Alleen geel
D
Alles behalve geel

Slide 27 - Quizvraag

Licht kan worden geabsorbeerd of terug worden gekaatst.

Welke kleur licht wordt geabsorbeerd door een gele tafel?


A
Wit
B
Zwart
C
Alleen geel
D
Alles behalve geel

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

Welke kleur kan ik zien als ik:

Rood licht schijn op een gele tafel?
A
Wit
B
Zwart
C
Geel
D
Rood

Slide 30 - Quizvraag

Hoe heet het gebied waar het licht niet kan komen?
A
Het duister
B
Het donker
C
Het steegje achter Seths huis
D
De schaduw

Slide 31 - Quizvraag

Heveel lijnen heb je nodig om een schaduw te tekenen bij één lichtbron?
A
1
B
2
C
3
D
38

Slide 32 - Quizvraag


Deze stralen heten de ....
A
Bovenrandstralen
B
Randstralen
C
Lichtstralen
D
Schaduwstralen

Slide 33 - Quizvraag


Hoeveel randstralen heb je nodig om de schaduw te tekenen in deze situatie?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 34 - Quizvraag

Er ontstaan 3 schaduwgebieden.
Hoe heet de schaduw in het midden?
A
Middenschaduw
B
Heelschaduw
C
Halfschaduw
D
Kernschaduw

Slide 35 - Quizvraag

Hoe heet de stippellijn die loodrecht op de spiegel staat?
A
Normaal
B
Anders
C
Gewoon
D
Loodrecht lijn

Slide 36 - Quizvraag

Hoe leg je je geodriehoek neer als je de spiegelwet gebruikt?
A
B
C
D

Slide 37 - Quizvraag



Hoe luidt de spiegelwet?


A
∠V = ∠ P
B
∠i = ∠t
C
∠I = ∠T
D
What goes in, does come out

Slide 38 - Quizvraag