taalcompleet 3.10 en 3.11 luisteren naar de buren op weg naar a1

1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kijken, luisteren, vragen beantwoorden
Je kijkt dadelijk naar een aflevering** van de serie 'Nieuw Leven'. 
Een gezin komt in de straat wonen. Ze zijn verhuisd. 
De mensen in de serie komen uit Vlaanderen. 
Zij spreken met een Vlaams accent.

Je krijgt ook vragen. Geef antwoord op de vragen. 
We lezen eerst de vragen.  Je mag 2x naar de aflevering kijken. 
Je kunt de video ook even *** stopzetten.****  
(*** for a moment, ****stoppen)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7 vragen bij 'een nieuwe buurt' 
1.  Wonen er veel kinderen in de nieuwe wijk ?     (wijk = buurt met huizen)
2. De nieuwe mensen krijgen nieuwe buren.   Op welk huisnummer wonen de buren?
3. Wie is Samira?
4. Je ziet een verhuiswagen met veel dozen. De man pakt een  verhuisdoos uit de auto.
     Let goed op de doos! (Kijk goed!) Wat gebeurt er met de doos?
5. De buurvrouw is zwanger. Wat betekent het woord 'zwanger'? 
6. De jongen vraagt de weg naar het Molenplein. Hoe moet hij lopen?
7. De mensen hebben een nieuw adres. De man wil zijn adreswijziging doorgeven bij de
    gemeentelijke dienst (stadhuis/gemeente). Waarom kan hij geen adreswijziging doorgeven? 

Bij sommige vragen kun je een antwoord kiezen.  Bij sommige vragen bedenk jij het antwoord. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

1. Wonen er veel kinderen in de nieuwe wijk?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Op welk huisnummer wonen Koen en Anita? En op welk huisnummer woont Rik? (Noteer 2 huisnummers!)

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie is Samira?
A
De dochter van Kees
B
De dochter van Loen
C
De dochter van Koen
D
De dochter van Rik

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De man pakt de verhuisdoos uit de verhuiswagen. Wat zie je? De doos is . . .

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Anita heeft een baby in haar buik.
Ze is .....
A
slanger
B
swanger
C
zlanger
D
zwanger

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Instructie: teken de route naar het Molenplein. Teken de straten en teken de pijltjes naar de goede straat ( -> ->)

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Denk na. Wat is klussen?
Klussen 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Eerst voorlezen. Daarna samen lezen.
Daarna de moeilijke woorden laten noteren. 
Kun je zelf een zin bedenken met het woord? 

Zinsintonatie.
Kees wil klussen. Kees wil klussen. Kees wil klussen. 
Wat repareert Kees?
A
Hij repareert de badkamer.
B
Hij repareert de nieuwe kraan.
C
Hij repareert de badkamerkraan.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TaalCompleet 
Doelen:

* Je weet wat het
   tegenovergestelde is van druk.
* Je kent de vormen van de
    werkwoorden met een 'v' en 'z'
* Je kunt zeggen wat je kunt huren. 
Is het hier rustig?
Is het hier rustig of . . . .?
12:15 - 13:00 uur

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

3.9. gisteren gedaan. 
Tom en Julia zoeken een huis.
3.10 Te huur

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ze wonen nu in Utrecht. Utrecht is druk.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Willen zij een huis kopen? 
Nee, zij willen een huis huren.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekst
Ze willen in een rustig dorp wonen.
Tom en Julia zien een leuk huis op internet.        (@)

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het is een huis zonder tuin.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Waar is het ....
Oefening 77. Lees de tekst **
1. Tom en Julia willen een huis huren.        
2. Tom en Julia wonen nu in Utrecht.  
3. Utrecht is een rustig dorp.
4. Het huis in Maarn heeft een tuin.
5. Het huis in Maarn heeft vier kamers.
6. De prijs van het huis is  E 312,00 per maand.
7. Het huis in Maarn heeft een balkon.   

Waar of niet waar?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bladzijde 116. Thema 3 wonen.
Hier gebleven!
Opdracht 80. De letters die overblijven, vormen een
                           woord. Welk woord?
Opdracht 81.  Wie weet het woord?

Slide 31 - Tekstslide

Antw. oefening 80.
De stoelen.
Oefening 81.
Het internet.
Oefening 82.
Kies uit:  druk - huur- internet - zonder

1.  Wij hebben geen .................... op de computer.
2. Veel mensen zijn in de stad. Het is .............. in de stad.
3. Het huis is te ......................
4. Ik wil graag koffie ............... suiker.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening 83. Beantwoord de vragen. **
TE HUUR
Kamer te huur in Oss in een huis voor drie mensen in een rustige straat. E 350 per maand. 
Er is één keuken en één badkamer.
Er is ook internet.
Je hebt een balkon. 

1. In welke plaats is deze kamer?
2. Hoeveel mensen wonen in het
    huis?
3. Is de buurt druk?
4. Wat is de prijs van de kamer?
5. Heb je internet?
6. Heb je een tuin?

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Ik schrijf
Wij schrijven 




Ik gee... een hand..
Wij geven een hand.

Ik kies
Wij kiezen




Ik lee... een boek.
Wij lezen een boek.


  V
  Z
Aan het eind van een woord staat nooit een v of een z
Par.3.11.    Blz. 118.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Blz. 120 Thema 3 WONEN

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening 90 Vul in**

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak de tekst af** 

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen behaald?
Je weet wat het
   tegenovergestelde is van druk.
* Je kent de vormen van de
    werkwoorden met een 'v' en 'z'
* Je kunt iets gaan huren.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Wat is het tegenovergestelde van druk?
2. Wat is het tegenovergestelde van zonder?
3. Wat kun je huren? Geef een voorbeeld.

Slide 40 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk voor woensdag 3 februari 
Boek TaalCompleet 3.12. lees oef. 92 (hardop)
                                                    maak oefening 93, 94, 95, 96, 97, 98.
                                          3.13. Zinnen maken (1) Lees de tekst, oef. 99
                                                     maak oefening 100, 101, 102, 103.

ELO (www.kleurrijker.nl) t/m 3.13  (dus alle oefeningen) 
                                                                      NIET de toets.

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies