Naamvallen: bijvoeglijk naamwoord 2

Het bijvoeglijk naamwoord
intro
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3-5

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Het bijvoeglijk naamwoord
intro

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
Das ist ein Auto.

Das ist ein rotes Auto.

Das ist ein rotes, schnelles Auto
uitleg

Slide 2 - Tekstslide

Het bijvoeglijk naamwoord & de 1e naamval
M
V
O
MV
1e
der / ein
+e / +er
die / eine
+e
das / ein
+e / +es
die / keine
+en
Help!
Om dit te begrijpen, moet je eerst de les over de 1e naamval & ein-Gruppe gevolgd hebben!
Kom daarna hier weer terug.
(mijn) Großmutter hat eine Katze.
ond +1 v = meine Großmutter

(mijn lieve) Großmutter hat eine Katze.
ond +1 v = meine liebe Großmutter
vrouwelijke woorden
uitleg

Slide 3 - Tekstslide

M
V
O
MV
1e
der / ein
+e / +er
die / eine
+e
das / ein
+e / +es
die / keine
+en
3e
dem / einem
+en
der / einer
+en
dem / einem
+en
den / keinen
+en
4e
den / einen
+en
die / eine
+e
das / ein
+e / +es
die / keine
+en
M
V
O
MV
1e
der / ein
+e / +er
die / eine
+e
das / ein
+e / +es
die / keine
+en
3e
dem / einem
+en
der / einer
+en
dem / einem
+en
den / keinen
+en
4e
den / einen
+en
die / eine
+e
das / ein
+e / +es
die / keine
+en
uitleg

Slide 4 - Tekstslide

Ich habe ein ______ (mooi) Haus.
1 / 7
A
schön
B
schönes
C
schöne
D
schöner

Slide 5 - Quizvraag

Mein Hund ist __________ (een lieve) Hund.
2 / 7
A
ein lieb Hund
B
einen liebe Hund
C
einen lieben Hund
D
ein lieber Hund

Slide 6 - Quizvraag

_______ (de stille vrouw) hat ihr Auto kaputt gefahren.
3 / 7
A
Die stille Frau
B
Der stillen Frau
C
Die stiller Frau
D
Der stille Frau

Slide 7 - Quizvraag

Während __________ (de lange) Ferien, machen wir nichts.
4 / 7
A
die lange
B
des lang
C
des langen
D
die langer

Slide 8 - Quizvraag

Hoe kan ik de uitgangen van het bijvoeglijk naamwoord onthouden?
5 / 7
A
met een auto
B
met een huis
C
met een dier
D
met een sleutel

Slide 9 - Quizvraag

mein behoort tot de...
6 / 7
A
Der-Gruppe
B
Ein-Gruppe
C
Null-Gruppe

Slide 10 - Quizvraag

Dies- behoort tot de...
7 / 7
A
Der-Gruppe
B
Ein-Gruppe
C
Null-Gruppe

Slide 11 - Quizvraag

Kan jij het bijvoeglijk naamwoord aan iemand anders uitleggen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll