Betoog, introductieles

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Programma  
1) Herhalen theorie
argumentatie:
standpunt en inleiding
2) Opdracht/
oefeningen
3) Groepsopdracht

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel komende lessen
Je leert hoe je een betoog kan schrijven met een goede structuur en je leert kritisch te kijken naar je eigen werk.
Je leert hoe je een rubric gebruikt en je leert werken met een bouwplan.
Het eindproduct is een betoog waar je een cijfer voor krijgt dat twee keer meetelt.

Slide 3 - Tekstslide

Wat komt er kijken bij argumenteren?

Slide 4 - Woordweb

Waaraan moet een goed standpunt voldoen?

Slide 5 - Open vraag

Standpunt 
Een standpunt is je mening over een bepaald onderwerp. 

Een standpunt formuleer je altijd als een hele zin en niet als een vraag. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Bedenk zelf een standpunt
Let op: je moet hier voor- en tegenargumenten bij kunnen bedenken.

Slide 8 - Open vraag

Hoe ziet een goede inleiding van een betoog eruit?

Slide 9 - Open vraag

Een goede inleiding van een betoog:
- trekt de aandacht van de lezer
(door een anekdote, voorbeeld, recente gebeurtenis, aanleiding voor het schrijven, samenvatting enz.)
- introduceert het onderwerp (zegt waar de tekst over gaat) 
- maakt het standpunt van de schrijver duidelijk (de hoofdgedachte van de tekst)

Slide 10 - Tekstslide

Bedenk een eerste alinea van een betoog waarin je de aandacht van de lezer trekt. Let op: je hoeft hier nog niet precies aan te geven wat het onderwerp/het standpunt is. De hoofdgedachte van de tekst is:
Het is (niet) goed dat ouders de schoolprestaties van hun kinderen live kunnen volgen.

Slide 11 - Open vraag

Bedenk een tweede alinea van een betoog waarin je je standpunt introduceert.
De hoofdgedachte van de tekst is:
Het is (niet) goed dat ouders de schoolprestaties van hun kinderen live kunnen volgen.

Slide 12 - Open vraag

Bedenk in je groepje een goede inleiding bij een nieuw standpunt.
De hoofdgedachte is: 
Jongeren moeten (niet) verplicht tot hun achttiende bij een sportclub zitten.
Deze alinea moet twee alinea's hebben.
In de eerste probeer je de aandacht te trekken en in de tweede alinea breng je je standpunt naar voren.

Slide 13 - Tekstslide

Je wisselt je inleiding uit met een ander groepje. Beantwoord de volgende vragen:
1) Bestaat de inleiding uit twee alinea's?
2) Vinden jullie de eerste alinea aantrekkelijk? Zo ja, waarom. Zo nee, wat kun je anders doen?
3) Is de overgang van de eerste naar de tweede alinea logisch?(Is er bijvoorbeeld een verbindende zin of signaalwoord gebruikt?)
4) Komt het standpunt overtuigend uit de verf?

Slide 14 - Tekstslide

Klassikaal nabespreken
Wat heb je deze les geleerd?
Waar heb je nog vragen over?
Wat kun je doen om een betere inleiding te leren schrijven?

Slide 15 - Tekstslide

Indeling van een betoog 
Inleiding
alinea 1
aandacht trekken
Inleiding
alinea 2
standpunt verwoorden
Middenstuk
alinea 3
eerste argument voor
Middenstuk
alinea 4
tweede argument voor
Middenstuk
alinea 5
derde argument voor
Middenstuk
alinea 6
tegenargument 1 met weerlegging
Middenstuk
alinea 7
Tegenargument 2 met weerlegging
Slot
alinea 8
(standpunt in andere woorden herhalen) 

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht/huiswerk: start oefenbetoog
Schrijf een inleiding van 2 alinea's bij de volgende stelling: 
Accounts van influencers die fake news verspreiden moeten (wel/niet) tijdelijk gedeactiveerd worden.

Je mag zelf kiezen of je voor of tegen deze stelling bent! Dit huiswerk MOET volgende les af zijn!
Maak je huiswerk op de computer, want je gaat je oefenbetoog de komende lessen steeds verder uitwerken en verbeteren.

Slide 17 - Tekstslide