grootheden en eenheden

1 / 31
volgende
Slide 1: Video
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

15,46 x 10 = ?
A
1,546
B
154,6
C
0,1546
D
1546

Slide 2 - Quizvraag

123,46 x 1000 = ?
A
1,2346
B
1234,6
C
123460
D
12346

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Video

789,35 : 1000 =
A
7893,5
B
78,935
C
7,8935
D
0,78935

Slide 5 - Quizvraag

789,35 : 10 =
A
7893,5
B
78,935
C
7,8935
D
0,78935

Slide 6 - Quizvraag

Leerdoel:
* Ik weet wat de omtrek van een figuur is.  
* Ik kan de omtrek van een figuur berekenen. 

Slide 7 - Tekstslide

Meten is weten
  Hoe lang je bent met een meetlat. (meten)
  
De temperatuur buiten met een thermometer.
  
Het gewicht met een weegschaal. (wegen)

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een grootheid?
Een grootheid is een eigenschap die je kunt meten.
Een voorbeeld is lengte. 

Slide 9 - Tekstslide

Wat is een eenheid?
De eenheid is de maat waarin je een grootheid meet.
De eenheid komt achter een getal te staan.

Slide 10 - Tekstslide

Wat is een grootheid en wat is een eenheid?
Grootheid
Eenheid
lengte
oppervlakte
seconde
kilogram
snelheid
centimeter
uur
tijd
kilometer
gewicht
hectare

Slide 11 - Sleepvraag

Een grootheid is....
A
Een eigenschap van iets die je kunt meten
B
De maat waarin je iets kunt meten
C
Hoe groot iets is

Slide 12 - Quizvraag

Een eenheid is....
A
Een eigenschap van iets die je kunt meten
B
De maat waarin je iets kunt meten
C
Hoe groot iets is

Slide 13 - Quizvraag

Noem een eenheid
van lengte

Slide 14 - Woordweb

Slide 15 - Video

Formule OMTREK:
Alle zijdes bij elkaar optellen= omtrek

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Wat is omtrek?
A
De hoeken van een figuur
B
De lengte van de randen van een figuur
C
De oppervlakte van een figuur
D
De hoogte van een figuur

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de omtrek?

Omtrek cirkel = x diameter
π
A
113,1
B
112,0
C
113,09
D
112,9

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de omtrek?
A
60m
B
59m
C
72m
D
62m

Slide 20 - Quizvraag

Hoe bereken je de omtrek
van de driehoek en
wat is de omtrek?

A
4 cm + 5 cm + 2,5 cm
B
omtrek = 4 cm + 5 cm + 2,5 cm = 11,5 cm
C
4 x 5 = 20 cm²

Slide 21 - Quizvraag

Omtrek?
A
40 m
B
56 cm
C
100 m
D
28 cm

Slide 22 - Quizvraag

Omtrek =
A
l x b
B
lengte x breedte
C
l + b + l + b
D
lengte + breedte + lengte + breedte

Slide 23 - Quizvraag

Wat is de omtrek?
A
18 x 3,14
B
3,14 x 18 x 18
C
9 x 18
D
18 x 3,14

Slide 24 - Quizvraag

omtrek berekenen

Slide 25 - Tekstslide

omtrek
omtrek

Slide 26 - Tekstslide

driehoek
  • Formule : zijde + zijde + zijde = omtrek
  • Wat is de omtrek van deze driehoek??

  • formule zijde (lengte) x hoogte : 2 = oppervlakte 
  • Wat is de oppervlakte van deze driehoek??


Slide 27 - Tekstslide

Omtrek cirkel
omtrek cirkel = diameter x 3,14


Slide 28 - Tekstslide

omtrek en oppervlakte
Zwart = omtrek
Rood = oppervlakte

berekeningen:
omtrek = diameter x π
omtrek = diameter x 3,14

Slide 29 - Tekstslide

Omtrek cirkel

Slide 30 - Tekstslide

Wat heb je geleerd vandaag?

Slide 31 - Open vraag