Maatschappijkunde introductie begrippen

Lessonup.app/code
introductie MASK 4
Deze begrippen moet je al kennen?!
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lessonup.app/code
introductie MASK 4
Deze begrippen moet je al kennen?!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is algemeen belang?
A
dingen waar we allemaal mee te maken kunnen krijgen en waar iedereen voordeel van heeft
B
een probleem van jou en niet van de maatschappij
C
een probleem waar veel mensen mee te maken krijgen
D
een lastige keuze uit twee dingen

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn gedragsregels/fatsoenregels?
A
iets wat jij belangrijk vindt in het leven
B
een probleem van jou en niet van de maatschappij
C
een regel waar veel mensen mee te maken krijgen
D
afspraken die je onder elkaar maakt

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen kenmerk van een maatschappelijk probleem?
A
een probleem waar veel mensen mee te maken krijgen
B
Er zijn verschillende meningen over de oplossingen van dit probleem
C
een probleem van jou en niet van de maatschappij
D
De media besteed er aandacht aan

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is voorbeeld van een maatschappelijk probleem?
A
Het vuilnis dat je vergeten bent aan de straat te zetten
B
een lekke band
C
opwarming van de aarde
D
overlast van wespen

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen voorbeeld van een maatschappelijk probleem?
A
treinen die overvol zitten
B
criminele bendes die inbraken plegen
C
opwarming van de aarde
D
overlast van wespen

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn tegenstellingen?
A
verschil in ideeën ( door politieke visie, geloof of maatschappelijke positie)
B
iedereen geeft een beetje toe en krijgt een beetje zijn zin
C
iets waar je het mee eens bent
D
een rek in een winkel tegenover een ander rek in een winkel

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een rechtstaat?
A
Een land waar mensen verschillende ideeën hebben ( door politieke visie, geloof of maatschappelijke positie)
B
Een land waar iedereen een beetje toe geeft en en krijgt een beetje zijn zin krijgt.
C
Een land waar de rechters en overheid eigen regels kunnen maken en uitvoeren
D
een land waar iedereen zich aan de regels moet houden (burgers en overheid)

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een parlementaire democratie
A
Een land waar mensen verschillende ideeën hebben ( door politieke visie, geloof of maatschappelijke positie)
B
Een land waar iedereen een beetje toe geeft en en krijgt een beetje zijn zin krijgt.
C
een land met volksvertegenwoordiging gekozen door de burgers
D
een land waar iedereen zich aan de regels moet houden (burgers en overheid)

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de politiek-juridische wijze
A
een manier volgens de politiek en regels en wetten
B
een manier waar we kijken naar de plek van mensen en de financiële belangen
C
een manier waarbij waarden en normen een grote rol spelen
D
Een manier hoe verschillende waarden, normen en belangen in tijd, plaats en groep worden bekeken

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de veranderings en vergelijkende
manier?

A
een manier volgens de politiek en regels en wetten
B
een manier waar we kijken naar de plek van mensen en de financiële belangen
C
een manier waarbij waarden en normen een grote rol spelen
D
Een manier hoe verschillende waarden, normen en belangen in tijd, plaats en groep worden bekeken

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een maatschappelijke positie?

A
de plek die je hebt in de samenleving
B
iets waar de media veel aandacht aan besteedt
C
een lastige keuze uit twee dingen
D
iets wat jij belangrijk vindt in het leven

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de sociaal-culturele invalshoek?

A
een manier volgens de politiek en regels en wetten
B
een manier waar we kijken naar de plek van mensen en de financiële belangen
C
een manier waarbij waarden en normen een grote rol spelen
D
Een manier hoe verschillende waarden, normen en belangen in tijd, plaats en groep worden bekeken

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de sociaal-economische wijze?

A
een manier volgens de politiek en regels en wetten
B
een manier waar we kijken naar de plek van mensen en de financiële belangen
C
een manier waarbij waarden en normen een grote rol spelen
D
Een manier hoe verschillende waarden, normen en belangen in tijd, plaats en groep worden bekeken

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn waarden?

A
iets wat andere mensen vinden dat jij zou moeten doen
B
hoe mensen zich met elkaar verbonden voelen
C
iets wat jij belangrijk vindt in het leven
D
regels over hoe jij je zou moeten gedragen

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn normen?

A
iets wat andere mensen vinden dat jij zou moeten doen
B
hoe mensen zich met elkaar verbonden voelen
C
iets wat jij belangrijk vindt in het leven
D
regels over hoe jij je zou moeten gedragen

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een sociale verplichting?

A
iets wat andere mensen vinden dat jij zou moeten doen
B
hoe mensen zich met elkaar verbonden voelen
C
iets wat jij belangrijk vindt in het leven
D
regels over hoe jij je zou moeten gedragen

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is sociale controle?

A
iets wat andere mensen vinden dat jij zou moeten doen
B
afdwingen van de sociale verplichting
C
iets wat jij belangrijk vindt in het leven
D
regels over hoe jij je zou moeten gedragen

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is sociale cohesie?

A
iets wat andere mensen vinden dat jij zou moeten doen
B
afdwingen van de sociale verplichting
C
iets wat jij belangrijk vindt in het leven
D
hoe mensen zich met elkaar verbonden voelen

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn argumenten?

A
redenen die je mening ondersteunen
B
een lastige keuze uit twee dingen
C
iets wat jij belangrijk vindt in het leven
D
een voordeel ergens van hebben

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is formele macht?

A
macht die is vastgelegd in regels of wetten
B
macht die is vastgelegd in ongeschreven regels
C
Sterker zijn dan iemand anders
D
een voordeel ergens van hebben

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn machtsmiddelen?

A
macht die is vastgelegd in regels of wetten
B
macht die is vastgelegd in ongeschreven regels
C
Sterker zijn dan iemand anders
D
middelen waarmee je het gedrag van anderen kunt beïnvloeden

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Normen en waarden zijn cultuurkenmerken. Wat zijn normen?
A
Gedragsregels.
B
Opvattingen over wat belangrijk is.
C
Straffen.
D
Beloningen.

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een maatschappelijk probleem is pas een maatschappelijk probleem als
A
Het aan 1 kenmerk voldoet
B
Het aan 2 kenmerken voldoet
C
Het aan 3 kenmerken voldoet
D
Het aan 4 kenmerken voldoet

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is GEEN maatschappelijk probleem
A
Discriminatie
B
Liefdesverdriet
C
Drugsgebruik
D
Criminaliteit

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen maatschappelijk probleem?
A
Een kapot laptopscherm
B
Een lekke band
C
Werkloosheid door corona
D
Vandalisme

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een machtsmiddel
A
is de mogelijkheid om het gedrag van anderen te beïnvloeden
B
is een middel waarmee je het gedrag van anderen kunt beïnvloeden
C
is iets waarmee je kunt uitleggen waarom jouw mening goed is
D
is een oordeel over iets of iemand zonder dat je de feiten kent

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen machtsmiddel?
A
Functie
B
Kennis
C
Geld
D
In je eentje zijn

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Machtsmiddelen
A
Iemand kan anderen laten doen wat hij wil, of verbieden wat hij niet wil
B
Een aantal instrumenten om macht af te dwingen.
C
Regels die vastgelegd zijn in wetten en verordeningen.
D
Afspraken die niet schriftelijk zijn vastgelegd

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

maatschappelijk probleem
A
filles , vervuiling
B
auto's, criminaliteit , liefdseverdriet
C
vrienden, politiek
D
jongeren, media

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Belang
Waarde
Ideaal
Ideaal voor de hele samenleving
Voordeel
Gericht op de korte(re) termijn
Gericht op de langere termijn, op het leven
Voordeel voor eigen groep of persoon
Gericht op het vergroten van eigen geluk
Gericht op het vergroten van maatschappelijk geluk

Slide 31 - Sleepvraag

Verschil waarde en belang 
In deze tabel worden de verschillen tussen waarden en belangen weergegeven. De tabel kunnen de leerlingen zelf invullen.

Antwoorden:
Belang
  • Voordeel
  • Voordeel voor eigen groep of persoon
  • Gericht op korte(re) termijn
  • Gericht op het vergroten van het eigen geluk
Waarde
  • Ideaal
  • Ideaal voor de hele samenleving
  • Gericht op de langere termijn, op het leven
  • Gericht op het vergroten van maatschappelijk geluk
Sleep de afbeelding naar het juiste vakje
Waarde
Belang

Slide 32 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn feiten?

A
een idee van jou of een groep (hoef je niet te bewijzen)
B
een vaststaand beeld van een hele groep mensen
C
iets dat bewezen is of dat je kunt bewijzen
D
alle kennis, ervaringen, normen, waarden en gewoonten

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn meningen?

A
een idee van jou of een groep (hoef je niet te bewijzen)
B
een vaststaand beeld van een hele groep mensen
C
iets dat bewezen is of dat je kunt bewijzen
D
alle kennis, ervaringen, normen, waarden en gewoonten

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies