In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Lesplanning
Toets bespreken
Quiz voorkennis
Introductie straling
Slide 1 - Tekstslide
Stel nu dat je na een nucleair ongeval radioactief besmet water binnenkrijgt. Welke van onderstaande effecten kun je mogelijk verwachten?
A
Je krijgt vreemde misvormingen, zoals een derde oog, of een groene huid.
B
Je wordt misselijk en moet overgeven.
C
Je gaat licht geven in het donker.
Slide 2 - Quizvraag
Organisch gekweekte broccoli is niet radioactief
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quizvraag
Alle levende dingen en wezens zijn (een heel klein beetje) radioactief door opname van radioactieve stoffen uit de grond, het voedsel en de lucht. Dit zijn vrijwel altijd natuurlijke radioactieve stoffen, die overal voorkomen.
Alle levende dingen en wezens zijn (een heel klein beetje) radioactief door opname van radioactieve stoffen uit de grond, het voedsel en de lucht. Dit zijn vrijwel altijd natuurlijke radioactieve stoffen, die overal voorkomen.
Slide 4 - Tekstslide
Radioactieve straling kan je ruiken of voelen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Waar worden geen radioactieve stoffen gebruikt?
A
In kerncentrales
B
In papierfabrieken
C
In ziekenhuizen
D
In fluoriserend speelgoed
Slide 6 - Quizvraag
In papierfabrieken worden radioactieve bronnen die bètastraling uitzenden gebruikt om continu de dikte van het gemaakte papier te controleren.
In Nederland wordt verreweg de meeste radioactiviteit in ziekenhuizen gebruikt.
In kerncentrales wordt radioactief uranium gebruikt als brandstof.
Slide 7 - Tekstslide
Fluorescerend kinderspeelgoed geeft licht in het donker omdat er overdag licht op is gevallen. Een deel van de energie van dat licht is opgeslagen in het fluorescerende laagje en wordt later uitgezonden. Als je het speelgoed lang in het donker bewaart, zul je ook zien dat het geen licht meer geeft.
Slide 8 - Tekstslide
Wanneer je wordt blootgesteld aan een grote hoeveelheid straling word je zelf ook radioactief.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Lesplanning
.
Lesplanning:
Uitleg elektromagnetische straling
Opgave §2.1 maken
Afsluiting
Slide 10 - Tekstslide
Lesdoel
Aan het einde van de les...
weet je wat elektromagnetische straling is;
kan je van verschillende soorten elektromagnetische straling aangeven of ze schadelijk zijn;
Weet je waar de verschillende soorten EM-straling voor gebruikt worden.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Radiogolven
Informatie uitwisselen; radio, en telefoon
Foton bevat weinig energie; niet schadelijk
Slide 15 - Tekstslide
Microgolfstraling
Foton bevat weinig energie; niet schadelijk
Wordt gebruikt in bv magnetron en voor contact met wifi
Slide 16 - Tekstslide
Ir-straling
Ir = Infrarood
Foton bevat weinig energie; niet schadelijk
Warmtestraling
Zit in zon, wordt ook in een afstandbediening gebruikt.
Slide 17 - Tekstslide
Zichtbaar licht
foton bevat redelijk veel energie
is niet schadelijk
licht dat je kan zien
Slide 18 - Tekstslide
Uv-straling
(ultraviolet)
uv-foton bevat veel energie
kan schadelijk zijn
zit in zonlicht en scanner van biljetten
Slide 19 - Tekstslide
Röntgenstraling
foton bevat veel energie
Bij veel bloodstelling aan de straling, kan het schadelijk zijn.
Wordt gebruikt bij röntgenfoto's, gaat niet door je botten heen.
Wordt gebruikt bij röntgenfoto's, gaat niet door je botten heen.
Slide 20 - Tekstslide
Gammastraling
Gamma deeltje bevat heel veel energie
Is heel schadelijke
Wordt gebruikt in het ziekenhuis bij bestraling.
Slide 21 - Tekstslide
Stralingsbronnen
Welke stralingsbronnen zijn er:
Natuurlijke stralingsbronnen --> gecreëerd door de natuur
Kunstmatige stralingsbronnen --> gecreëerd door de mens.