Paragraaf 4.1: Van Handwerk naar machine (deel 1)

Pak het huiswerk erbij
Maak opdr. 1 t/m 4 van de Oriëntatie van hfd. 4.
+
Maak opdracht 1 t/m 3 van §4.1.

Luister mee en verbeter je antwoorden.

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Pak het huiswerk erbij
Maak opdr. 1 t/m 4 van de Oriëntatie van hfd. 4.
+
Maak opdracht 1 t/m 3 van §4.1.

Luister mee en verbeter je antwoorden.

Slide 1 - Tekstslide

Paragraaf 4.1: Van Handwerk naar machine (deel 1)

Slide 2 - Tekstslide

4.1 Van Handwerk naar machine
Leerdoel:
Je kunt uitleggen wat industrialisatie inhoudt.

De eerste fabrieken

Slide 3 - Tekstslide

4.1 Van Handwerk naar machine
  • Waar?  
Groot-Brittannië

  • Wanneer? 
Rond 1750.

  • Wat?
Fabrieken en industrialisatie


Slide 4 - Tekstslide

4.1 Van Handwerk naar machine
  • Het begint in de textielnijverheid.
  
  • Boeren verwerken wol tot textiel.
  • Bijverdienste in de winter

MAAR: vraag naar katoenen producten stijgt, katoen komt uit kolonies.


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Huisnijverheid 
Produceert te langzaam.

Nieuwe machines nodig.

Andere energie bronnen nodig.  

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Noem een aantal energiebronnen uit het begin van de 18e eeuw

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

4.1 Van Handwerk naar machine
Wat zijn de nadelen van deze energiebronnen?

  • onbetrouwbaar (wind, Water)
  • niet onvermoeibaar ( mens, dier)

Slide 13 - Tekstslide

Stoommachine
Maar gelukkig is er de stoommachine!

  • Rond 1700 uitgevonden
  • 1790 door James Watt geschikt gemaakt als energiebron voor machines

Slide 14 - Tekstslide

Industriële revolutie: Engelse trots

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

4.1 Oorzaken industrialisatie
  • Agrarische Revolutie: opbrengsten nemen toe
  • Bevolking neemt toe
  • vraag naar (katoenen) kleding neemt toe
  • er komen textielfabrieken
  •  door AR komen veel arbeiders beschikbaar
  • dus lage lonen

Slide 17 - Tekstslide

4.1 Oorzaken industrialisatie
  • dus goedkope producten dus meer vraag
  • katoen is goedkope grondstof ( slavernij)
  • dus goedkope producten dus meer vraag
  • GR=BR heeft veel steenkool en ijzererts
  • gunstig voor infrastructuur en machines
  • innovaties, veel en goedkope producten
  • maak vraag 6 in LessonUp 

Slide 18 - Tekstslide

mechanisatie in de landbouw
opbrengst landbouw stijgt door meer kennis
vraag naar kleding neemt toe
bevolking neemt toe

Slide 19 - Sleepvraag

Maak vraag 6d, geef de letters van de juiste antwoorden

Slide 20 - Open vraag

4.1 Gevolgen industrialisatie
  • verandering van agrarisch-stedelijke samenleving naar industriële samenleving

  • huisnijverheid wordt massaproductie

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

vraag 9a bron 6
twee gevolgen van de IR

Slide 23 - Open vraag

vraag 9b
Noem twee mogelijke feiten in de bron

Slide 24 - Open vraag

vraag 9c
Noem een mening in de bron

Slide 25 - Open vraag

Vraag 9d
Geef het juiste antwoord
A
Arbeiders moeten in vuiligheid werken maar worden wel steenrijk
B
Fabrieken brengen de wereld veel goeds maar zijn wel heel vervuilend
C
Het is niet terecht dat fabriekseigenaren zoveel geld verdienen
D
Industriële bedrijvigheid vind je vooral bij vieze rivieren

Slide 26 - Quizvraag

Vraag 10
Maak de juiste combinaties. Noteer letter en cijfer bv A5

Slide 27 - Open vraag