3.4 Een nieuw geloof

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo k, g, t, mavo
• Leerjaar 1

• Er is één iemand tegelijk aan het woord, steek je hand op als je iets wil zeggen.
• Er wordt niet door elkaar heen gepraat.
• We behandelen elkaar met respect.
• Er wordt niet gescholden.
• Bij binnenkomst pak je je spullen.

Regels

3.4 Een nieuw geloof

3.4 Een nieuw geloof

Aan het einde van de les kunnen de leerlingen uitleggen hoe het christendom ontstond

Wat kunnen jullie mij vertellen over het christendom?

De Joden en de Romeinen

• Een Romeinse provincie
• Jezus Christus 
• Opstanden tussen 66 en 135 n.chr
• Diaspora

(Syrië-)Palestina

	Joden	Romeinen
Geloof	één god	meerdere goden
Jezus	voor arme mensen, vrouwen en slaven	tegen Romeinen met gemiddeld of hoger inkomen
Splitsing	christendom	-

Verschillen tussen Joden en Romeinen

Jezus Christus

• Geboren in Betlehem, Palestina 
• Joods
• Verlosser (messias)
• Reisde rond in Palestina en vertelde over God
• Kreeg veel aanhangers(christenen) en werd een gevaar voor de Romeinen
• Jezus word gevangen genomen en vermoord

Na de dood van Jezus

• Christendom ontstaat 
• Joodse opstanden tussen 66 en 135 n.Chr
• Christendom verspreidde door de veiligheid en wegen
• Onveilig als christenen, maar waarom?
• Verschilt met de Romeinse godsdienst

Christenen worden vervolgd

• Christenen worden vermoord in amfitheaters zoals het Colosseum
• Christenen worden gebruikt als levende lantaarnpalen
• Christenen worden gekruisigd

Waarden van christenen

• Goede mensen worden beloont, slechte worden bestraft. Goede komen in Gods koninkrijk (de hemel)
• Tegen rijkdom en luxe
• Arme en zieke mensen helpen
• Voor God is iedereen gelijk

Wat: Opgave 1 t/m 3 en 7 blz. 52/53 en 54 in je werkboek

Waarom: De opdrachten helpen je om de stof te begrijpen, bovendien zijn de opdrachten huiswerk.

Hoe: In stilte in je werkboek.

Hulp: Leerboek blz. 42/43 en de docent.

Tijd: 15 minuten.

Uitkomst: Na het maken van de opgaven beheers je het leerdoel.

Klaar: Als je klaar bent kan "Staatsgodsdienst" lezen en de rest van de vragen maken.

Hoe kon het christendom zich verspreiden?

Hoe kon het christendom zich verspreiden?

1. Door wegen
2. Door veiligheid
3. Door een grote groep geïnteresseerden
4. Door oorlog

Hoe kon het christendom zich verspreiden?

Onder wie werd het christendom verspreidt?

1. Arme mensen, slaveen vrouwen
2. Romeinen met een gemiddeld inkomen of hoger

Hoe kon het christendom zich verspreiden?

Waarom was het christendom een gevaar voor de Romeinen?

1. De christenen zorgde voor onrust in steden
2. Het christendom was anders dan het Romeinse geloof
3. De christenen kwamen in opstand

3.4 Een nieuw geloof

3.4 Een nieuw geloof

Aan het einde van de les kunnen de leerlingen uitleggen hoe het christendom ontstond