Woordvolgorde

• NT2
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 4

Uitleg woordvolgorde

Woordvolgorde - hoofdzin (main clause)

Rule 1: Verb comes in second place.

Rule 2: Extra verbs will go to the end of the sentence.

Rule 3: Only in questions and commands can the verb come first.

Rule 4: Time can come in either third or first place.

Voorbeelden:

Ik heb vandaag een appel gegeten en de appel was niet lekker. - (2 hoofdzinnen)

Vandaag heb ik een appel gegeten maar de appel was niet lekker. - (2 hoofdzinnen)

General rule

After a main clause (hoofdzin), when we start a sentence with any other conjunction than Want - Of - Dus - En - Maar (WODEM), a subordinate clause (bijzin) follows. In the subordinate clause (bijzin), all verbs are at the end.

  

Bijvoorbeeld:

Ik eet graag boterhammen omdat ze lekker zijn.

Ik kijk graag televisie terwijl ik een boterham eet.

Ik eet graag boterhammen en ik kijk graag televisie.

Zinsdelen

De studenten / willen / vanmiddag/ een ijsje / kopen / op de markt.

Vanmiddag/ willen / de studenten / een ijsje / kopen / op markt.

Willen / de studenten / vanmiddag / op de markt / een ijsje / kopen?

Zinsdelen (welke volgordes?)

Wie? Wat? Waar? Wanneer? 

Bedenk samen met de lln zinnen door de vraagwoorden te beantwoorden

 bv.

De docent staat deze ochtend voor de klas.

zij 

zijn 

aan 

het 

eten

het

lezen

aan 

is

hij

In maart 

we

zijn

In maart

naar Eindhoven

gegaan

Hij

klimmen

hij

gaat

dit weekend

Zij

worden

zij

kapster

wil

hij

Arabisch

en Nederlands

spreekt

Vrijdag

vrijdag

hebben

we

gespeeld.

een spelletje

Schrijf goed op, denk aan Wodem:

Want - Of - Dus - En - Maar

1. Ik fiets naar school, want / gezond / het /  is
2. Ik fiets naar school, omdat / gezond  / het /  is
3. Ik fiets naar school, zodat / gezond / ik / blijf 
4. Ik fiets naar school, maar / soms / met de auto / ik / ga
5. Ik fiets naar school, als / zin / ik / heb

Schrijf op...antwoorden,  denk aan Wodem:

Want - Of - Dus - En - Maar

Ik fiets naar school, want het is gezond

Ik fiets naar school, omdat het gezond is

Ik fiets naar school, zodat ik gezond blijf

Ik fiets naar school, maar ik ga soms met de auto

Ik fiets naar school, als ik zin heb

Meer oefenen?

https://wordwall.net/nl/resource/9748070/woordvolgorde

https://wordwall.net/nl/resource/17720439/woordvolgorde-bijzin

https://wordwall.net/nl/resource/58396021/voegwoorden-2x-hoofdzin-want-maar-en-of-dus