Les Duits OBS De Veenvlinder

• Duits
• Basisschool
• Groep 8

Herzlich willkommen

Das Programm

• Wat weet je van Duitsland? ​
  
• Welke woorden ken je al?​
  
• Groeten in het Duits​
  
• Getallen leren
• Gesprekje oefenen​
  
•  Puzzel
• Noch Zeit? Im Restaurant

Leerdoelen

• Groeten in het Duits​
  
• Getallen leren
• Jezelf voorstellen​

Wer von euch war schon in einem Land, wo Deutsch gesprochen wird? 

Wer von euch war schon in einem Land, wo Deutsch gesprochen wird? 

Kun je al een paar woorden herkennen?

die Blumen

das Brot

der Käse

die Ente

die Schule

der Schnee

das Spiegelei

Wer von euch war schon in einem Land, wo Deutsch gesprochen wird? 

Welche deutschen Wörter kennst du schon? 

Was weißt du schon über Deutschland.
1. Welke kleuren heeft de Duitse vlag?

1. zwart, rood, geel
2. zwart, rood, wit
3. zwart, rood, goud
4. geel, wit, rood

2. Hoe veel mensen wonen er in
Duitsland

1. 83,2 miljoen
2. 91,1 miljoen
3. 50,3 miljoen
4. 43,6 miljoen

3. Hoe vaak past Nederland in Duitsland?

1. bijna 4 keer
2. bijna 3 keer
3. bijna 6 keer
4. bijna 9 keer

4. Hoe heet de hoofdstad van Duitsland?

5. Wordt deze kleding nog steeds gedragen?

Ja

Nee

Soms

6. Welke taal is in Europa de meest gesproken moedertaal ?

1. Engels
2. Frans
3. Spaans
4. Duits

Begrüßen

u=oe

ü=uu

Doei!

Hallo!

Goedendag!

Goedemorgen!

Goedenacht!

Tot ziens!

Goedenavond!

Tschüss!

Guten Tag! 

Gute Nacht!

Auf Wiedersehen!

Guten Morgen!

Guten Abend!

Hallo! 

Hallo!

Goedendag!

Goedemorgen!

Goedenacht!

Tot ziens!

Doei!

Goedenavond!

Guten Tag!

Gute Nacht!

Auf Wiedersehen!

Tschüss!

Guten Morgen!

Guten Abend!

Hallo!

ei= ai

ch=k

eu=oi

ö= eu

Aufgabe Zahlen 

Sich vorstellen

Wie macht man das? 

Wer bist du? 

Wie alt bist du? 

Wo wohnst du? 

Wie heißt du? 

Wie geht es dir? 

Ich wohne in Eelde. 

Mir geht es gut.  

Ich bin Anna.

Ich bin zwölf Jahre alt. 

Ich heiße Felix. 

Hallo!

Wie geht es dir?

Ich heiße Sebastian. Wie heißt du?

Ich bin neun Jahre alt. Und du?

Ich wohne in Eelde. Und wo wohnst du?

Tschüss!

Hallo!

Mir geht es gut.  Wie heißt du? 

 Ich heiße Anna. Wie alt bist du?

Ich bin zehn Jahre alt. Wo wohnst du?

Ich wohne in Paterswolde.

 Auf Wiedersehen!

ß=ss

Puzzel maken

Currywurst

Brezel

Kuchen

Kaiserschmarrn

Apfelschorle

Orangensaft

Im Restaurant etwas bestellen

1. Je loopt de klas rond en oefent de zinnen. 

2. Er zijn 2 rollen in de klas. 

der Kellner: Was möchten Sie trinken/essen?

der Gast: ich möchte...

 Scène spelen

                                                  Stel je voor..

Je bent in Duitsland op vakantie.

Je zit in een restaurant...

De ober neemt de bestelling op. Je bestelt iets te eten en te drinken. 

Je bereidt een gesprekje met z'n tweetjes voor. Denk nu ook aan een groet en een afsluiting. 

Doelen gehaald? 

• Groeten in het Duits​
  
• Getallen leren
• Jezelf voorstellen​