clase 10 - P3 - martes 12 de marzo 2024

Les 10 - P3 - martes 12 de marzo de 2024
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 10 - P3 - martes 12 de marzo de 2024

Slide 1 - Tekstslide

¿Qué hacemos hoy?
Leerdoelen:

1. We blikken kort terug op de gemaakte schrijfopdracht
2. We herhalen het werkwoord 'ir' (=gaan) in verschillende omstandigheden
3. We leren hoe je in het Spaans zegt dat je iets 'moet' (tener que + heel werkwoord)




Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

IR=Gaan             IR A=Gaan naar/going to
yo
voy a
vas a
el/ella/usted
va a
nosotros
vamos a
vosotros
váis a
ellos/ellas/ustedes
van a
Ir = gaan                         Ir + a = gaan naar

Slide 4 - Tekstslide

Wie gaat hoe ergens naartoe?
Wie?
Waarheen?
Hoe?

Slide 5 - Tekstslide

Luisteroefening (pág. 86)
Onderstreep in de tekst alle ww-vormen van 'ir'

Slide 6 - Tekstslide

Página 86/87
Vul de 6 vormen van 'ir' (=gaan) in het schema in (blz. 86)

Bespreek in twee- of drietallen de opdracht boven blz. 87
--> Leesopdracht: geef antwoord op de vragen
--> Wat gaan Ronaldo en Alejandro doen?
timer
7:00

Slide 7 - Tekstslide

Respuestas pág. 86

Slide 8 - Tekstslide

Respuestas pág. 87
Ronaldo
Alejandro
Hij gaat naar het museum Salvador Dalí en hij gaat zeilen
Hij gaat 'Las Fallas' vieren
Hij gaat naar Besalú (Gerona), een middeleeuws dorp
Hij gaat naar Valencia
Hij gaat met zijn vriendin
Hij gaat met Conchita en Elena
Hij gaat met de auto

Slide 9 - Tekstslide

Iets gaa
Iets gaan doen 
(in de toekomst):

ir + a + heel ww

Voy a trabajar  

       Ik ga werken


Slide 10 - Tekstslide

Herhalen werkwwoord 'tener' 
'Tener' betekent hebben:

tengo
tienes
tiene
tenemos
tenéis
tienen
Tengo diecisiete años.

¿Tienes una familia grande?

María y yo tenemos mucho trabajo.

Mi hermana tiene el pelo corto

Slide 11 - Tekstslide

tener + que + heel werkwoord 
=
iets moeten



Slide 12 - Tekstslide

Werkblad 'tener que'+ ww

Let op het verschil tussen het vraagwoord ¿qué? en que
  • ¿Qué comes?                                 Wat eet jij?
  • Hoy no tengo que trabajar      Vandaag moet ik niet werken

Maak het werkblad: Vul de juiste vorm van 'tener que' én de werkwoorden in iedere zin in
timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

Roosterwijziging

Morgen, woensdag 13 maart, 
is de les Spaans verplaatst
van 8.30 - 11.45

Niet zo vroeg jullie bed uit dus 

Slide 14 - Tekstslide

Les 1 - periode 2 - dinsdag 14 november 2023

Slide 15 - Tekstslide