BVJ: 3 - Alles

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorkennis: Wat zijn organen en wat zijn geen organen?
Tekening van een orgaan
Tekening van iets anders

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen organenstelsel?
A
Beenderenstelsel
B
Verteringsstelsel
C
Hersenstelsel
D
Spierstelsel

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Organen bestaan uit:
A
Cellen
B
Organismen

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een groep cellen met dezelfde functie noem je een
A
Weefsel
B
Orgaan

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Cellen kun je bekijken met een
A
Loep
B
Microscoop

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Cellen van mensen hebben ... kenmerken als cellen van dieren
A
andere
B
celmembraan
C
dezelfde
D
celkern

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het celplasma regelt alles wat er in de cel gebeurt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

De celkern regelt alles wat er in een cel gebeurt. 
Het celmembraan is de buitenkant van de cel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een vel van een dier is hetzelfde opgebouwd als een cel van een plant
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Niet waar, planten hebben meer onderdelen in de cellen. Namelijk: vacuole, bladgroenkorrels en een celwand.
Celplasma
Celkern
Celmem-
braan
Vacuole
Celwand
Bladgroen-
korrels
Water met opgeloste stoffen
Regelt alles wat er in de cel gebeurt
Buitenste rand van het celplasma
een blaasje gevuld met vocht
Een stevige laag om de cel
geeft het blad zijn groene kleur

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hier kijk je door naar de cellen.
A
Oculair
B
Revolver
C
Grote schroef
D
Statief

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hiermee kun je het beeld nauwkeurig scherpstellen
A
Oculair
B
Grote schroef
C
Kleine schroef
D
Tubus

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Cellen zijn zo klein, je kunt ze alleen zien met
A
Een theeglas
B
Jouw ogen
C
Een vergrootglas
D
De microscoop

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je een microscoop tilt, houdt je altijd een hand onder de ...
A
Tafel
B
Voet
C
Preparaatklem
D
Oculair

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Door hier aan te draaien gaat de tafel op en neer
A
Kleine schroef
B
Tubus
C
Preparaat
D
Grote schroef

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies