2.2 Present Simple Positive


Present Simple Positive
Exercises
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les


Present Simple Positive
Exercises

Slide 1 - Tekstslide

Exercise 1
Put the verb (werkwoord) in the correct form.
Type only the verb, not the whole sentence.

Slide 2 - Tekstslide

I (to play) football every Saturday.

Slide 3 - Open vraag

We (to play) football on Sundays.

Slide 4 - Open vraag

We (to like) to drink milk.

Slide 5 - Open vraag

He (to like) riding a bike.

Slide 6 - Open vraag

She (to live) in Poland.

Slide 7 - Open vraag

Kate and I (to tidy) our room every day.

Slide 8 - Open vraag

Josh never (to tidy) his bedroom.

Slide 9 - Open vraag

Mark always (to set) the table.

Slide 10 - Open vraag

Your friend often (to go) to school by bike.

Slide 11 - Open vraag

I never (to do) my homework on Friday.

Slide 12 - Open vraag

Exercise 2
Make a correct sentence using the given words and put the verb in the correct form.
Gebruik de gegeven woorden om een kloppende zin te maken.
Vergeet niet om het werkwoord te vervoegen.

Slide 13 - Tekstslide

tea - Bob - (to drink) - always - morning. - the - in

Slide 14 - Open vraag

(to like) - her - I - much. - very

Slide 15 - Open vraag

My - (to play) - tennis - sister - Sunday. - on

Slide 16 - Open vraag

(to visit) - They - weekends. - at - often - grandparents - their

Slide 17 - Open vraag

(to go) - He - the ice rink. - to - sometimes

Slide 18 - Open vraag

(to live) - street. - the - end of - Jake - the - at

Slide 19 - Open vraag

Sally - (to visit) - aunt and uncle - her - sometimes - Spain. - in

Slide 20 - Open vraag

father - (to like) - My - swimming - pool. - the - in

Slide 21 - Open vraag