Convenant dierwaardige veehouderij
4) Goede gezondheid
Een goede gezondheid waarborgen, en pijn voorkomen (ook qua verwondingen door
soortgenoten).
5) Natuurlijk gedrag
Voldoende mogelijkheden om essentiële natuurlijke gedragingen te vertonen en
behoeften te vervullen: rusten, eten en drinken, mesten en urineren, zelfverzorging,
exploratie, sociaal gedrag, thermoregulatie, veiligheid, gezondheid, beweging,
reproductie, seksueel gedrag, nestbouwgedrag en maternaal gedrag.
6) Positieve emotionele toestand
Waarbij het dier in staat is om te reageren op de veranderende sociale en fysieke
omgeving en een toestand bereikt die het als overwegend positief ervaart (‘A life worth
living’). Deze toestand komt voort uit het voldoen aan alle voorgaande principes.