Instructie schrijven

Instructie schrijven
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Instructie schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Je weet hoe je een instructie moet schrijven.
Doel van deze les: 


Slide 2 - Tekstslide

welke foto is een instructie?

A
foto 1
B
foto 2
C
foto 3

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Instructie schrijven
Jullie gaan een instructie schrijven over iets wat je op je stage moest doen.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is belangrijk bij een instructie?

Slide 6 - Woordweb

1
2
3
4
5
6
- Verwarm de oven op 175 graden
- Bak de koekjes 10 tot 15 minuten
Bereiding:
- Gooi de ingrediëten bij elkaar.
- Kneed het deeg.
- Maak vormpjes en leg deze op een ovenplaat

Slide 7 - Sleepvraag

Doe-woorden
- Opdracht of bevel. 
- korte zinnen.
- In een instructie begin je elke zin met een doe-woord.

Slide 8 - Tekstslide

Wat weet je allemaal al van een instructie?

Slide 9 - Open vraag

Een voorbeeld:

Slide 10 - Tekstslide

Welke kenmerken zie je?

Slide 11 - Tekstslide

Zet ze in het woordweb

Slide 12 - Woordweb

Samenvatting
Als je een instructie schrijft, let je op het volgende:
  1. Nummer de stappen, zet streepjes of puntjes (dots).
  2. Begin elke stap met een werkwoord in de gebiedende wijs.
(bijvoorbeeld: Pak de schaar.., Draai de knop.., Plaats de stoel..)
3. Maak korte zinnen.
4. Gebruik afbeeldingen.
Extra: Gebruik signaalwoorden voor opsomming of volgorde (van tijd) tussen de stappen!

Slide 13 - Tekstslide

Zelf aan de slag
Schrijf zelf een instructie. 
  • Je instructie moet gaan over iets dat je vaak doet.
  • Bijvoorbeeld: koffiezetten, je ov-kaart opladen of je was doen.
  • Beschrijf de handelingen die je moet doen in stapjes.
  • Maak een foto van je instructie en zet het in de groepschat.

Slide 14 - Tekstslide