V1 lezen, H1,2,3

Lezen H1,2,3
1 / 13
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lezen H1,2,3

Slide 1 - Woordweb

Lesdoel
Je kent de begrippen van lezen h1,2 en 3.

Slide 2 - Tekstslide

Lezen H1
Verkennend lezen
Nauwkeurig lezen
Titel en deeltitel
Onderwerp en deelonderwerp
Alinea

Slide 3 - Tekstslide

Verkennend lezen is:
A
Kijken naar de tekst (plaatjes, tussenkopjes, titel, opvallende woorden, bron).
B
Je leest de tekst helemaal door van begin tot eind.
C
Je kijkt alleen naar het stukje tekst dat past bij de vraag.

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het deelonderwerp van deze tekst?
A
Het uiterlijk van de mol
B
Het eten van de mol
C
De leefwereld van de mol
D
Mollen in het algemeen

Slide 5 - Quizvraag

De mol heeft een cilindrisch (langwerpig rond) gevormd lichaam met een dichte fluwelige donkergrijze tot zwarte vacht. De haren staan recht in zijn huid geplant, zodat de mol onder de grond zowel vooruit als achteruit kan bewegen. De vacht is vuil- en water afstotend, zodat hij niet nat en vies wordt. Het enige wat uit de vacht uitsteekt zijn de neus, de staart en de graaf-poten. De poten (“armen en benen”) van de mol zijn heel kort en eigenlijk niet zichtbaar. Zijn voeten (en “handen”) zijn enorm. Vooral de roze schopvormige voorvoeten zijn groot en naar buiten gericht. Ze hebben vijf vingers met lange stevige nagels en een extra vingerachtig botje zonder nagel (dat heet een sikkelbeentje). Daarmee kan de mol goed graven. Met zijn kleinere achtervoeten werkt hij de grond dan nog verder naar achteren. Zijn nek is zo kort en gespierd dat je die niet ziet. De spitse roze neus is erg beweeglijk en lijkt een beetje op een slurfje. De neuspunt is wat donkerder roze dan de rest. De oogjes zijn niet groter dan een speldenknop en zitten vaak half verstopt onder de vacht. Oorschelpen heeft de mol niet, daar zou hij onder de grond alleen maar last van hebben. Het staartje is vrij kort en staat bijna altijd rechtop. Het is grijzig tot zwart en dun behaard met gevoelige haartjes. Mannetjes zijn iets groter dan vrouwtjes, verder is er geen verschil in uiterlijk.

Slide 6 - Tekstslide

Lezen H2
Signaalwoorden: opsommend, tegenstellend, tijdsvolgorde
Moeilijke woordenwijzer
Feiten en meningen


Slide 7 - Tekstslide

Wat moet je doen als je een moeilijk woord tegenkomt (moeilijke boordenwijzer)

Slide 8 - Open vraag

Maakeen zin met een signaalwoord (opsomming)

Slide 9 - Open vraag

H3
Tekstopbouw: Tweedeling/driedeling
Hoofdgedachte
Hoofdzaken/bijzaken
Kerzin
Verwijswoorden


Slide 10 - Tekstslide

Wat is de hoofdgedachte van de tekst over mollen? (alinea)

Slide 11 - Open vraag

Lezen H1,2,3

Slide 12 - Woordweb

Differentiatie
Ik heb jullie een tekst gestuurd over knuffelen met huisdieren.
Veel fouten met deze lessen- up- Ga in rij rechts zitten. Maak het werk samen.
Weinig fouten- Blijf zitten. Maak de tekst alleen.

Slide 13 - Tekstslide