Woordjes Kp 5 gram Kp4+5
de Vis (m)
1 / 43
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
de Vis (m)
Slide 1 - Open vraag
de lepel(m)
Slide 2 - Open vraag
de sla (m)
Slide 3 - Open vraag
de thee (m)
Slide 4 - Open vraag
de menukaart (v)
Slide 5 - Open vraag
de vork (v)
Slide 6 - Open vraag
de soep (v)
Slide 7 - Open vraag
het brood (o)
Slide 8 - Open vraag
het fruit (o)
Slide 9 - Open vraag
het water (o)
Slide 10 - Open vraag
het mes (o)
Slide 11 - Open vraag
het glas(o)
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
du (kaufen).
A
kaufet
B
kaufe
C
kaufen
D
kaufst
Slide 17 - Quizvraag
Ich (spielen)
A
spielt
B
spiele
C
spielen
D
gespielt
Slide 18 - Quizvraag
ihr (machen)
A
machen
B
machst
C
macht
D
machet
Slide 19 - Quizvraag
Ich (hören) gerne Musik.
A
hort
B
höre
C
horst
D
horen
Slide 20 - Quizvraag
Ihr (kaufen) solche teuere Sachen.
A
kaufst
B
kaufen
C
kaufet
D
kauft
Slide 21 - Quizvraag
Du (besuchen) die Oma.
A
besucht
B
besuchst
C
besuchen
D
besuche
Slide 22 - Quizvraag
Ihr (kaufen) solche teuere Sachen.
A
kaufst
B
kaufen
C
kaufet
D
kauft
Slide 23 - Quizvraag
Ich (spielen) gern Tennis.
A
spielt
B
spiele
C
spielen
D
spielst
Slide 24 - Quizvraag
Meine Eltern (streicheln) den Hund.
A
streicheln
B
scheichelen
C
streichelt
D
streichele
Slide 25 - Quizvraag
Ich (kaufen) eine Flasche Wasser.
A
kaufst
B
kauft
C
kaufe
D
kaufen
Slide 26 - Quizvraag
Vervoeg het werkwoord Spielen
Wir _________________ im Garten
Wir _________________ im Garten
Slide 27 - Open vraag
Vervoeg het werkwoord schreiben
Was ___________________ ihr?
Was ___________________ ihr?
Slide 28 - Open vraag
Vervoeg het werkwoord gehen
_____________ du mit?
_____________ du mit?
Slide 29 - Open vraag
Vervoeg het werkwoord kommen
Peter _____________ heute nicht
Peter _____________ heute nicht
Slide 30 - Open vraag
Vervoeg het werkwoord warten
Ich _____________ auf dich
Ich _____________ auf dich
Slide 31 - Open vraag
Vervoeg het werkwoord hören
_______________Sie auch Musik?
_______________Sie auch Musik?
Slide 32 - Open vraag
Vervoeg het werkwoord bleiben
Wie lange ___________ du ?
Wie lange ___________ du ?
Slide 33 - Open vraag
Vervoeg het werkwoord sprechen
Mit wem ____________ ihr ?
Mit wem ____________ ihr ?
Slide 34 - Open vraag
Slide 35 - Tekstslide
Der Mann
A
ein/kein
B
eine/kein
C
eine/keine
D
ein/keine
Slide 36 - Quizvraag
Die Tasche
A
ein/kein
B
eine/kein
C
eine/keine
D
ein/keine
Slide 37 - Quizvraag
Das Auto
A
ein/kein
B
eine/kein
C
eine/keine
D
ein/keine
Slide 38 - Quizvraag
Das Wasser
A
ein/kein
B
eine/kein
C
eine/keine
D
ein/keine
Slide 39 - Quizvraag
Der Kaffee
A
ein/kein
B
eine/kein
C
eine/keine
D
ein/keine
Slide 40 - Quizvraag
Die Speisekarte
A
ein/kein
B
eine/kein
C
eine/keine
D
ein/keine
Slide 41 - Quizvraag
Die Kartoffeln (mv)
A
ein/kein
B
eine/keine
C
kein
D
keine
Slide 42 - Quizvraag
Die Pommes (mv)
A
eine/kein
B
keine
C
ein/keine
D
kein
