4. arbeiders strijden voor hun rechten

4. arbeiders strijden voor hun rechten.
herhaling paragraaf 3: 
(gisteren huiswerk gecontroleerd, aantal slecht gedaan)
begin paragraaf 4

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

4. arbeiders strijden voor hun rechten.
herhaling paragraaf 3: 
(gisteren huiswerk gecontroleerd, aantal slecht gedaan)
begin paragraaf 4

Slide 1 - Tekstslide

hoe bestuurde Willem I

Slide 2 - Woordweb

wat willen liberalen?

Slide 3 - Woordweb

hoe kijken liberalen tegen de economie aan?

Slide 4 - Woordweb

1848: revolutie jaar
- overal in Europa opstanden.
- burgers willen inspraak

Willen II (koning sinds 1940) wil eigenlijk dat hij de enige met macht is, maar door de revoluties geeft hij toe

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

1848: grondwetwijziging
- koning verliest zijn macht.
- ministers zijn dagelijks bestuur.
- parlement bepaald of wetten doorgevoerd worden en controleren de ministers. 
parlement gekozen door mannen die belasting betaalden (censuskiesrecht)

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

leerdoelen paragraaf 4
- hoe en wanneer werd Nederland een industriële samenleving?
- wat houd het socialisme in en waarom er twee groepen socialisten waren?
- je kunt aan de hand van een voorbeeld uitleggen  was een sociale wet is

Slide 9 - Tekstslide

industrialisatie in Nederland
Nederland stuk later dan GB: pas vanaf 1850
waarom? NL handelsland en angst om te investeren.
begon ook in Nederland met textiel,
Rotterdam werd grote haven, we hadden grondstoffen nodig. 
werd steeds meer geïnvesteerd in infrastructuur.
wel ook slechte leef en werkomstandigheden.
geen vangnet, wel liefdadigheid

Slide 10 - Tekstslide

aan het werk
memo online maak vraag 1 tot en met 6

Slide 11 - Tekstslide

les 2: 
herhaling:
uitleg socialisme

Slide 12 - Tekstslide

waarom vroeg Willem II, thorbecke een nieuwe grondwet te schrijven?

Slide 13 - Open vraag

waar denk je aan bij liberalisme?

Slide 14 - Woordweb

wat weet je al van socialisme

Slide 15 - Woordweb

socialisme
leerdoel 2: wat houd het socialisme in en welke 2 groepen socialisten waren er?
leerdoel 3: je kunt uitleggen welke sociale wetten er zijn (met voorbeelden)

Slide 16 - Tekstslide

hoe was de situatie?
- na 1848: censuskiesrecht: alleen mannen die belasting betaalde(rijken) mogen stemmen.
zij stemmen op de liberalen.
- geen bemoeienis met de economie, dus situatie van de arbeiders was slecht

Slide 17 - Tekstslide

rond ongeveer 1850 ontstaat socialisme
- bedacht door Marx:
- door kapitalisme, zou er uiteindelijk maar een kleine groep rijken overblijven (ze zouden elkaar kapot concurreren, denk aan monopoly spel).
- de grote groep arbeiders, zou een revolutie beginnen.
- geen privébezit meer, alles in handen van de staat.
- einde klassenmaatschappij (iedereen is gelijk!)

Slide 18 - Tekstslide

sociaal democraten.
- geloofden niet in revolutie.
wilden situatie arbeiders verbeteren d.m.v. wetten en vakbonden.

Slide 19 - Tekstslide

sociale kwestie: = slechte omstandigheden van de arbeidersklasse, werd te groot
- zowel liberalen en socialisten zijn bezorgd: er komen sociale wetten::
1874
kinderwetje van van houten (liberaal)
- onder 12 jaar mag je niet meer in  fabrieken werken.
rond 1900
woningwetten en leerlicht

situatie arbeiders verbeterd ook langzaam door riolering en betere medicijnen


Slide 20 - Tekstslide

1893: SDAP opgericht
politieke partij, komen op voor de arbeiders.

doel: algemeen mannenkiesrecht!

want als armen mogen stemmen, dan volgen de juiste wetten.
gelukt in 1917 (vrouwen in 1919)

Slide 21 - Tekstslide

deze poster is gemaakt in opdracht van de sdap. wat wilde de maker van de bron zeggen, en hoe zie je dat terug in de bron?

Slide 22 - Open vraag

aan het werk
memo online maak paragraaf 4

Slide 23 - Tekstslide