wk 04: les 2+3

Woensdag 27 januari - V1b (online les)
  • E-toets maken

  • 10 minuten stillezen
  • Betoog: stelling, mening, argument
timer
10:00
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Woensdag 27 januari - V1b (online les)
  • E-toets maken

  • 10 minuten stillezen
  • Betoog: stelling, mening, argument
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

E-toets: woensdag 27 januari
  • Ga naar ELO, Studiewijzers, Begrijpend lezen
  • Download het bestand "E-toets leesvaardigheid klas 1"
  • Download het bestand "E-toets leesvaardigheid klas 1 TEKST"
  • Na 45 minuten lever je je antwoordblad in via ELO, Opdrachten
  • Plagiaatcontrole

Slide 2 - Tekstslide

Tweede uur van het blokuur

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik: stelling, mening en argumenten
Stelling Een uitspraak waar je het mee eens of oneens kan zijn.
Het ATC is een fijne school.

Mening Wat je ergens van vindt. Een ander kan het hier (on)eens mee zijn.
Ik vind het ATC een fijne school.

Argumenten Met argumenten leg je uit waarom je iets vindt.
Op het ATC luisteren de docenten goed naar de leerlingen.  


Slide 4 - Tekstslide

Signaalwoorden
Signaalwoorden
Argumenten kun je vaak herkennen aan signaalwoorden.

Ik vind het ATC een fijne school, omdat de docenten op het ATC goed naar de leerlingen luisteren.  

Ik vind het ATC een fijne school, want de docenten op het ATC luisteren goed naar de leerlingen.  

Slide 5 - Tekstslide

Kijken en luisteren
We gaan een fragment bekijken (Learnbeat, Blok 5, 5.7 Spreken, kijken, luisteren, A Kijken en luisteren (betoog en discussie).

Na afloop beantwoord je een aantal vragen.

Slide 6 - Tekstslide

Kijk- en luistervragen (t/m 5:06)
  1. Wat is de stelling van Louis van Gaal?
  2. Wat is het doel van deze voordracht?
  3. Welke manier gebruikt Van Gaal om in de inleiding de aandacht te trekken?
  4. Geef van elke uitspraak aan of het om een mening of een feit gaat.
        a. Het is meteen stil.
       b. De verwachting (van het Nederlands elftal) is klein.
       c. De bondscoach ziet nog steeds kansen.
       d. Men vindt mij (Van Gaal) arrogant.
       e. Ik ben niet arrogant.
       f. Dat is mijn staf!
       g. Zo belangrijk is dat, om elke dag je product weer te testen.
       h. Ik laat me altijd adviseren door de specialist.
5. Noem nu zelf ten minste drie andere meningen en drie feiten uit het fragment
6. Vind je het verhaal van Van Gaal goed te volgen?
7. Vind je dat de inhoud van zijn presentatie past bij het doel? Licht je antwoorden toe.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

1. Wat is de stelling van Louis van Gaal?

Slide 9 - Open vraag

2. Wat is het doel van deze voordracht?

Slide 10 - Open vraag

3. Welke manier gebruikt Van Gaal om in de inleiding de aandacht te trekken?
A
vraag stellen
B
anekdote
C
aanleiding
D
onderwerp aankondigen

Slide 11 - Quizvraag

4. Geef van elke uitspraak aan of het om een mening of een feit gaat.

Het is meteen stil.
A
feit
B
mening

Slide 12 - Quizvraag

4. Geef van elke uitspraak aan of het om een mening of een feit gaat.

De verwachting (van het Nederlands elftal) is klein.
A
feit
B
mening

Slide 13 - Quizvraag

4. Geef van elke uitspraak aan of het om een mening of een feit gaat.

De bondscoach ziet nog steeds kansen.
A
feit
B
mening

Slide 14 - Quizvraag

4. Geef van elke uitspraak aan of het om een mening of een feit gaat.

Men vindt mij (Van Gaal) arrogant.
A
feit
B
mening

Slide 15 - Quizvraag

4. Geef van elke uitspraak aan of het om een mening of een feit gaat.

Ik ben niet arrogant.
A
feit
B
mening

Slide 16 - Quizvraag

4. Geef van elke uitspraak aan of het om een mening of een feit gaat.

Dat is mijn staf!
A
feit
B
mening

Slide 17 - Quizvraag

4. Geef van elke uitspraak aan of het om een mening of een feit gaat.

Zo belangrijk is dat, om elke dag je product weer te testen.
A
feit
B
mening

Slide 18 - Quizvraag

4. Geef van elke uitspraak aan of het om een mening of een feit gaat.

Ik laat me altijd adviseren door de specialist.
A
feit
B
mening

Slide 19 - Quizvraag

5. Noem nu zelf ten minste drie andere meningen en drie feiten uit het fragment.

Slide 20 - Open vraag

6. Vind je het verhaal van Van Gaal goed te volgen? Licht je antwoord toe.

Slide 21 - Open vraag

7. Vind je dat de inhoud van zijn presentatie past bij het doel? Licht je antwoord toe.

Slide 22 - Open vraag

Klaar?
Verder lezen in je leesboek / werken aan je lapbook (oriëntatie-opdrachten invullen).

Slide 23 - Tekstslide

Einde van deze les

Slide 24 - Tekstslide