Introductie Domein 3 Grootheden en Eenheden

Domein 3
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Domein 3

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een grootheid?
Een grootheid is een eigenschap die je kunt meten.
Een voorbeeld is lengte. 

Slide 2 - Tekstslide

Noem een grootheid.
(wat kun je meten?)

Slide 3 - Woordweb

Eenheden
Een eenheid is de maat waarmee je meet 
- bijvoorbeeld 'meter'

Slide 4 - Tekstslide

Noem zelf nog eens een paar eenheden.

Slide 5 - Woordweb

Noem een eenheid
van lengte

Slide 6 - Woordweb

Grootheid
Alles wat je kunt meten noemen we een grootheid. Voorbeelden van grootheden zijn: lengte, breedte, hoogte, afstand, tijd, snelheid, gewicht, inhoud, geluidssterkte, temperatuur, etc. De grootheid staat altijd voor het getal.

Slide 7 - Tekstslide

Eenheid
Wat is een voorbeeld van een eenheid?
De maten waarin we deze eigenschappen meten worden eenheden genoemd. Voorbeelden van eenheden zijn 'meter','vierkante meter', 'kubieke meter', 'seconden', 'minuten', 'graden Celsius' en 'meter per seconde'. Een eenheid is gemakkelijk te herkennen doordat we het achter een getal kunnen plaatsen.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

0

Slide 10 - Video

(herhaling) Wat is een eenheid?
De eenheid is de maat waarin je een grootheid meet.
De eenheid komt achter een getal te staan.

Een eenheid van lengte is bijvoorbeeld cm 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

KENNISTOETS
DOE MEE!

Slide 18 - Tekstslide

Nask 2e klas
Werken met grootheden en eenheden

Slide 19 - Tekstslide

Bij welke afmeting hoort het plaatje?

Slide 20 - Tekstslide

Als je de lengte van een achtbaan zou moeten aangeven. Welke eenheid zou je dan gebruiken?
A
CM
B
KM
C
L
D
KG

Slide 21 - Quizvraag

Hoe geef je de oppervlakte aan van een tuin?
A
in M²
B
in ML
C
in M
D
in MM²

Slide 22 - Quizvraag

Als jij een ommetje gaat wandelen, loop jij dan in (vul in A/B/C of D) ...?
A
CM
B
Minuten
C
HM
D
KM/uur

Slide 23 - Quizvraag

Wat is de gemiddelde wandelsnelheid van een mens?
A
3 km/uur
B
10 km/uur
C
5 km/uur
D
15 km/uur

Slide 24 - Quizvraag

Hoeveel water past in het flesje? Welke maat/eenheid gebruik je daarvoor?
A
500 CL
B
3 DL
C
1 KG
D
1,5 M²

Slide 25 - Quizvraag

Noem een eenheid van tijd

Slide 26 - Woordweb

Wat is een grootheid en wat is een eenheid?
Grootheid
Eenheid
lengte
oppervlakte
seconde
kilogram
snelheid
centimeter
uur
tijd
kilometer
gewicht
hectare

Slide 27 - Sleepvraag

Zet de eenheden van lengte van groot (links)  
naar klein (rechts)
km
hm
dam
m
dm
cm
mm

Slide 28 - Sleepvraag

Met welk getal moet vermenigvuldigd worden om te weten hoeveel centimeter 2 meter is?
A
10
B
20
C
100
D
1000

Slide 29 - Quizvraag

Hoeveel kilometer is 7000 meter?
Vul alleen een getal in.

Slide 30 - Open vraag

57 cm + 10 dm =
A
15,7 dm
B
57,1 cm
C
571 cm
D
10,57 dm

Slide 31 - Quizvraag

Hoe laat is het op deze klok?
A
10:25
B
09:25
C
05:47
D
06:47

Slide 32 - Quizvraag

90 minuten =
getal
eenheid
300 minuten =
4 weken + 4 dagen =
Sleep de getallen en eenheden naar de juiste plaats.
Let op: je gebruikt niet alles.
32
26
kwartier
uur
2,5
dagen
minuten
5
6

Slide 33 - Sleepvraag

Hoeveel minuten duurt 4 1/2 uur?
Vul alleen een getal in.

Slide 34 - Open vraag

Welk rijtje klopt niet van groot naar klein?
A
jaar - maand - dag - minuut
B
jaar - uur - kwartier - seconde
C
eeuw - jaar - kwartaal - minuut
D
maand - uur - kwartaal - minuut

Slide 35 - Quizvraag

Welk gewicht aan rozijnen is nodig voor 10 appeltaarten?
A
6 kg
B
0,6 kg
C
6000 mg
D
6000 g

Slide 36 - Quizvraag

3 ton is...
euro
kilogram
3 000
30 000
300 000
3 000 000

Slide 37 - Sleepvraag

Zet de eenheden van gewicht van groot (links) naar klein (rechts)
kg
mg
ton
g

Slide 38 - Sleepvraag

Wat is een grootheid en wat is een eenheid?
Grootheid
Eenheid
lengte
oppervlakte
seconde
kilogram
snelheid
centimeter
uur
tijd
kilometer
gewicht
hectare

Slide 39 - Sleepvraag

Slide 40 - Tekstslide

Hoeveel KG Vogel+Varken en Konijn samen?
A
99 kg
B
205 kg
C
102 kg
D
105 kg

Slide 41 - Quizvraag

HET EINDE

Slide 42 - Tekstslide