Werken in het ziekenhuis

Ziekenhuis
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Ziekenhuis

Slide 1 - Tekstslide

Wat houdt het ziekenhuis in?

Een ziekenhuis is een instelling waar zieken verzorgd worden en waar professionele gezondheidszorg wordt verleend. Dit gebeurt onder ander door artsen, medische specialisten en verpleegkundigen

Slide 2 - Tekstslide

Soorten ziekenhuizen
Algemeen ziekenhuis
Academisch ziekenhuis
gespecialiseerde ziekenhuis

Slide 3 - Tekstslide

Snijdende specialismen
Algemene heelkunde (chirurgie)
Orthopedie
Neurochirurgie
Thoraxchirurgie
Gynaecologie
Obstetrie
Oogheelkunde
KNO

Slide 4 - Tekstslide

Niet-snijdende specialismen
Interne geneeskunde
Neurologie
Cardiologie
Oncologie
Dermatologie
Kindergeneeskunde (pediatrie)
Psychiatrie
Longheelkunde (pulmonologie)
Revalidatie

Slide 5 - Tekstslide

High care zorg
Intensive care
Coronary care unit

Slide 6 - Tekstslide

Wat betekent E.H.B.O?
A
Even helpen bij oversteken.
B
Elk hoofd behoeft oorwarmers.
C
Eerste hulp bij ongelukken.
D
Eerst hond bij ongelukken.

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een infuus
A
B
C

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een ct scan?
A
B

Slide 9 - Quizvraag

Een operatie kan erg lang duren, hoe moet de chirurg eten tussendoor?
A
Een chirurg mag niet eten als hij of zij opereert
B
De chirurg moet zijn handschoenen uit doen.
C
Ach, als ze maar niet in de wond kruimelen.
D
De verpleegkundige met de chirurg voeren.

Slide 10 - Quizvraag

Waarvoor is een traumahelikopter?
A
Om op vakantie te gaan.
B
Om van het uitzicht te genieten.
C
Voor als een ambulance niet snel bij een ongeluk kan komen.
D
Om van bovenaf te kijken hoe er een ongeluk is.

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor anesthesioloog

A
Huisarts
B
Kinderarts
C
Narcosedokter
D
Longarts

Slide 12 - Quizvraag

Welke is de papegaai?
A
B
C

Slide 13 - Quizvraag

Je hebt hartproblemen, naar welke arts ga je?
A
Uroloog
B
Cardioloog
C
Longarts
D
Gynaecoloog

Slide 14 - Quizvraag

Welke soorten medische specialisten zijn er?

Slide 15 - Open vraag

Waarom mag een verpleegkundige geen ring dragen?
A
Verpleegkundigen mogen niet trouwen.
B
Er kunnen bacteriën onder de ring blijven zitten.
C
De directeur houdt niet van ronde dingen.
D
Scherpe ringen kunnen een patiënt vermoorden.

Slide 16 - Quizvraag